Professor Stephen Hawking was voor het grote publiek naast een kosmologisch genie ook het eerste gezicht van technologisch ondersteunde communicatie. Hij had altijd een computer aan zijn rolstoel hangen, waarmee hij met een robotachtige stem toch nog kon spreken. Maar hoe werkte dat precies?
Stephen Hawking is pas overleden. De kosmologieprofessor leed aan ALS en zat verlamd in een rolstoel. Zonder het zelf te willen liet hij het grote publiek kennismaken met spraakcomputers. Op een andere manier kon hij niet meer communiceren omdat hij zich niet kon bewegen. Maar hoe werkt die technologie precies?
“Je kan de werking van een spraakcomputer in vier delen opsplitsen”, laat Wim De Backer, verbonden aan de zorgkoepel Modem en de Thomas More-hogeschool, aan newsmonkey weten. “Het eerste deel is de computer, die in het geval van Stephen Hawking gemonteerd was op zijn rolwagen.”
Software
“Het tweede deel is de software, waarmee je boodschappen kan samenstellen en waarmee de manier om de boodschap samen te stellen vergemakkelijkt wordt. Veel mensen met een spraakcomputer maken gewoon gebruik van een toetsenbord als besturingsmiddel. Zij typen dus gewoon letters in. Bij Stephen Hawking en sommige andere gebruikers bestaat die software uit veel vooraf gevormde zinnen en zinsdelen. Er wordt ook gebruikgemaakt van woordvoorspelling, zoals je dat kent van op smartphones. Die woordjes kan je dan snel selecteren. Bij hen (mensen die via spraakcomputers communiceren, red.) gaat het natuurlijk om een veel krachtigere variant. Hawking gebruikte het ook heel veel.” Bij Hawking was de computer rechtstreeks met zijn hersenen verbonden.
De stem
“Het derde aspect is dat aan die software ook een computerstem gekoppeld wordt, zoals we die van Stephen Hawking kennen. Er bestaan natuurlijk ook Vlaamse computerstemmen. De stem die door Siri gebruikt wordt, is daar ook een voorbeeld van. Deze drie aspecten zijn bij bijna alle spraakcomputergebruikers gelijklopend.”
Hawking was uitzondering op uitzondering
“Het vierde aspect, wat bij Stephen Hawking het meest opvallend was, is de manier waarop de spraakcomputer bediend wordt. Bij Hawking was dat bijzonder omdat hij zijn hele computer met maar één schakelaar bediende. Die hing aan zijn kaak vast. Hoe werkt dat precies? Er worden bijvoorbeeld drie keuzemogelijkheden één voor één voor de ogen van Hawking overlopen en daar kan hij dan uit selecteren. Dat wordt ook gebruikt door kinderen met een ernstige, meervoudige handicap. Het gaat dan om woordvoorspelling, zinsvoorspelling en vergelijkbare technieken. Bij Hawking ging het eerst om groepen of categorieën die eerst overlopen werden. Die techniek heet scanning.”
“Hij kreeg dan de keuze om te kiezen uit zijn toetsenbord, zijn woord- of zinsvoorspelling of voorgedefinieerde zinnen. Zijn toetsenbord werkte op dezelfde manier, de letters werden één voor één overlopen.”
“Eigenlijk is dat een heel trage en omslachtige manier van bedienen, omdat je maar één knop hebt. Maar door al die snelheidsverhogende technieken kan je daar wel haalbaar mee communiceren. Zo ken ik één meisje die dezelfde technieken gebruikt om haar computer te bedienen, niet om te spreken. Als ik met haar chat, merk ik zelfs amper dat ze haar computer op een andere manier bedient. Hawking was dus een uitzondering op de uitzondering op cognitief vlak, op motorisch vlak en op communicatief vlak. Een heel bijzondere man.”
Gratis in Playstore
De Backer laat weten dat spraakcomputers ook gebruikt worden door mensen die nog een stuk mobieler zijn dan Hawking: “De techniek die hij gebruikte met die ene schakelaar, dat waren de hele grote uitzonderingen. Tegenwoordig maken veel spraakcomputergebruikers gewoon gebruik van de iPad met een toetsenbord, woordvoorspelling en/of zinsvoorspelling en je hebt alles wat je moet hebben. Je hebt ook mobiele mensen, die bijvoorbeeld keelkanker overwonnen hebben en dankzij deze technieken opnieuw kunnen spreken.”
“Tegenwoordig heb je daar zelfs een gratis app voor in de Play Store, Spraak Assistent heet die. Daarmee kan je hetzelfde doen. Je gebruikt dan de stem die in je smartphone zit. Dat gaat enorm snel, sneller dan de meeste mensen kunnen typen.”