Ierland past zijn wetgeving inzake alcoholvergunningen aan. De wijzigingen moeten de stedelijke cultuur ten goede komen en nachtclubs ondersteunen. Dat heeft Leo Varadkar, Iers minister van Ondernemingen, Handel en Werkgelegenheid, gezegd. Vadakar beklemtoonde dat het besluit van Ierland een aantrekkelijke bestemming, vergelijkbaar met de rest van Europa, moet maken. 

De minister stelde te hopen dat de maatregel de sector opnieuw een stimulans zullen bezorgen. Hij wees er daarbij op dat pubs en nachtclubs overal in Ierse landelijke regio’s de deuren sluiten en betoogde dat vele gemeenschappen belangrijke delen van hun cultuur verliezen.

Lappendeken

“In Ierland wordt de horeca momenteel geconfronteerd met een lappendeken van een honderdtal wetten”, benadrukte Leo Varadkar. “Twee derde van de regelgeving inzake alcoholvergunningen werd echter meer dan honderd jaar geleden ingevoerd.”

“Dit wettelijk kader is dus ouder dan de Ierse republiek zelf. Sommige regelgeving gaat inmiddels al tweehonderd jaar terug. Dit leidt tot een verwarrende bureaucratische martelgang die elke uitbater moet ondergaan om tot later in nacht te kunnen blijven werken.”

Helen McEntee, de Ierse minister van Justitie, betoogde dat nachtclubs een integraal onderdeel zijn van de Ierse stedelijke cultuur. “De clubcultuur vormt een vitale component van de vorming van creativiteit en attitudes”, stipte de minister aan.

“In Ierland is het aantal nachtclubs de voorbije twintig jaar echter geleidelijk afgenomen. Aan het begin van deze eeuw telde het land nog ongeveer vijfhonderd nachtclubs. Daarvan zijn er volgens een aantal ramingen nog slechts een tachtigtal overgebleven.”

Een Ierse horecazaak die momenteel langere openingstijden nastreeft, moet daarvoor bij een rechtbank een vergunning aanvragen. Volgens de nieuwe voorstellen zouden de drankgelegenheden een jaarlijkse vergunning kunnen krijgen.

Die rechten zouden bovendien zeven dagen per week gelden. Minister McEntee verklaarde verder dat de Ierse nachtclubs voortaan tot vijf uur in de ochtend alcohol mogen schenken. Ten laatste om zes uur in de ochtend moeten de deuren worden gesloten.

Uitdovingsbeleid

De nieuwe regelgeving rond vergunningen zou onder meer komaf moeten maken met het uitdovingsbeleid waarmee de Ierse horeca werd geconfronteerd. Momenteel is immers bepaald dat elke nieuwe uitbater die een drankgelegenheid wil openen waar ook na half elf ‘s avonds nog alcohol mag worden geschonken, de vergunning van een huidige rechtenbezitter moet overkopen.

“Hierdoor dreigen sommige locaties compleet zonder drankgelegenheid te vallen”, voert minister McEntee aan. “Vaak verdwijnen drankgelegenheden door een faillissement. Op dat ogenblik gaat ook de vergunning verloren. Hierdoor wordt het volstrekt onmogelijk om op die locatie een nieuwe drankgelegenheid te starten. Sommige dorpen hebben hierdoor geen enkel café meer.”

“Daarnaast moet worden vastgesteld dat die vergunningen vaak op gesloten veilingen worden verkocht en worden opgepikt door winkelketens, die daarmee vooral in stedelijke gebieden een concurrentieel voordeel willen opbouwen door tot laat in de nacht alcohol te kunnen verkopen.”

“Bovendien mag niet worden vergeten dat dorpen en gemeenten die hun lokale pub hebben verloren, vaak ook een belangrijk deel van hun cultuur en ontmoetingsplaatsen zijn kwijtgeraakt”, zeggen de ministers nog. “De nieuwe wetgeving zal bovendien het Ierse nachtleven een nieuwe impuls bezorgen.”

Uitbaters van café’s en nachtclubs die voor latere sluitingstijden in aanmerkingen willen komen, moeten wel bewakingscamera’s installeren en zullen worden verplicht om opgeleid veiligheidspersoneel in dienst te nemen.

De Licensed Vintners Association (LVA), de Ierse vereniging van horeca-uitbaters, stuurde al langer aan op hervormingen. “Deze hervormingen waren hard nodig”, zei Donall O’Keefe, chief executive van de vereniging, in een reactie op de aankondiging.

“Er is een duidelijke behoefte aan nachtelijke ontspanningsmogelijkheden. Dat kan men ook in andere steden in Europa opmerken. De Ierse pubs en de Ierse gastvrijheid staan internationaal bekend, maar de vroege sluitingstijden waarmee de sector werd geconfronteerd, strookte duidelijk niet langer met zowel de binnenlandse als buitenlandse verwachtingen.”

(kg)