“Echt onbegrijpelijk”, zegt Open Vld-voorzitter Gwendolyn Rutten over de val van de regering. “Ik snap het niet dat je zo’n goed sociaal-economisch project gewoon weggooit. En waarom dan?”. De kritiek op N-VA is niet min: “De laatste dagen en de laatste verklaringen heb ik nog weinig respect gezien.” Rutten stelt zich vragen bij toekomstige samenwerking: “Het is een andere partij. We zullen zien wat dat wordt.”
“Er is meer in het leven dan politiek alleen”, zo steekt Gwendolyn Rutten (Open Vld) van wal, als we vragen naar haar jaar. “Het was een fantastisch sportjaar. Als ik terugdenk aan de zomer, dan denk ik toch in eerste instantie terug aan de Rode Duivels en de markten vol met mensen en de emoties die daarbij hoorden.”
“2018 is voor heel veel mensen ook een jaar geweest waarin we als België getoond hebben wat we kunnen. Ik hou enorm van die ingesteldheid. De Rode Duivels, de Red Lions, nu nog maar net in december. Die quote van hen vond ik gewoon fantastisch: ‘Het is gedaan met de zilverwinkel. We gaan voor goud.'”
Is dat dan geen ongelooflijk contrast met dat ambitieus project dat jullie hadden met de Zweedse regering, die niet echt eindigde met goud?
“Ik ben natuurlijk in de politiek gestapt om dingen te doen en te veranderen, om ambitie te hebben. En dat ook te tonen. Om goals te zetten, en die ook te halen. Ik vind dat fantastisch, hé. Zo tegen Nederland, hét hockeyland bij uitstek, durven zeggen: ‘Niks van! Wij worden wereldkampioen en gedaan met de zilverwinkel.'”
“En dan denk ik: hoe is het kunnen gebeuren? Helemaal op het einde van dit jaar. Met toch iets dat een geweldig politiek project was en waar we diezelfde ambitie uitstraalden, dat dat eigenlijk helemaal op het laatste is fout gelopen?”
“Want wat het jaar betreft: een fantastisch jaar, een fijn jaar. Ook politiek, voor mijn partij. Een heel mooi resultaat neergezet, overal, steden en gemeenten. Ook mensen die hun vlaggen hebben geplant en hun ambitie hebben gehaald. Van twee naar vier burgemeester gegaan (in de centrumsteden, red.) …”
“Dan smaakt dat toch vreemd, die val.”
Vier jaar leek het toch te werken. Er waren vier architecten, de vier voorzitters van de partijen. Eén daarvan is premier geworden. Waar is dat vertrouwen verloren gegaan?
“Ja, maar er is iets heel raar gebeurd waar ik eigenlijk …” (pauzeert even)
“Ik kan het bijna niet beter zeggen dan in de woorden van Jan Peumans (N-VA) zelf: ‘Was het dit eigenlijk allemaal wel waard?’ Wat is er in het hoofd van N-VA omgegaan, om voor een tekst van de Verenigde Naties, die niet bindend is, zoiets te doen?”
“De VN, dat is toch een club van mensen die het goed voorhebben met de wereld, denk ik dan. Sommigen zeggen ‘praatbarak’. Goed, er wordt veel gepraat, maar toch allemaal wel met goede ambities. De Verenigde Naties, dat is ook UNICEF en zo. En dan komt daar zo’n initiatief en ik kan er alleen maar verbijsterd naar kijken en zeggen: ‘Waarom gooi je zo’n goed project eigenlijk weg, voor zo’n tekst?'”
En hebt u dan uw telefoon genomen en Bart De Wever (N-VA) gebeld?
“Op het moment dat dat gebeurde, zeiden ze: ‘Dit is voor ons heel principieel’. Ik zeg: ‘Ja, voor ons is dit ook heel principieel, want wij vinden echt wel dat je problemen zoals migratie, maar ook het klimaat en andere dingen, dat je die oplost door samen te werken. Dat we beter mensen kunnen terugsturen, dat we mensensmokkel beter kunnen aanpakken, als we samen een akkoord sluiten.’ Dus dat is ook wel principieel.”
“Alleen heb ik nadien wel moeten vaststellen, in alle eerlijkheid, dat het eigenlijk niets met migratie te maken had. Ik denk dat ze er gewoon uit wilden.”
Dat ze de regering wilden laten vallen?
“Ja, dat denk ik wel.”
En hebt u hem dat ook gezegd? Zo van: ‘Bart, allez, kom. Stop nu met de …’
“Ja, wij praten nog wel met elkaar.”
Wat zegt hij dan?
“Het is hier geen biechtstoelprocedure hé.” (lacht)
We zijn hier wel een beetje in een koninklijk decor. (lacht) Doe je dat bij de koning? Vraagt die dat soort dingen ook dan?
“Daar mag ik niks over zeggen. En ik respecteer de koning daarin, anders kan hij ook z’n werk niet doen.”
“Een land als Denemarken keurt die tekst goed, toch geen doetje op vlak van migratie?”
Maar ik kan me wel voorstellen dat het jaar op zo’n manier afsluiten, wat bitter is. Dat smaakt niet goed.
“Ja, daarom: het is eigenlijk een fijn jaar geweest, zowel op menselijk vlak als politiek, bij die lokale verkiezingen. Echt heel goed.”
“En dan verandert er echt iets fundamenteel op 14 oktober. Ik denk dat die analyse de enige juiste is. Voor ons was die verkiezing de bevestiging van waar we mee bezig waren. Handen uit de mouwen steken.”
“En voor de N-VA, men heeft daar gewoon een analyse gemaakt dat het op die manier niet goed genoeg was. Als je naar de cijfers kijkt, dan hebben ze het goed gedaan in Antwerpen en de fortengordel rond Antwerpen. Maar op andere plaatsen was het voor hen niet wat ze verwacht hadden. En dan hebben ze beslist om in te grijpen.”
“En het eerste wat ze hebben aangegrepen om dat te doen, volgens mij, is dan die tekst van de Verenigde Naties. Want nu het stof gaat liggen en iedereen kijkt waar we echt staan, dan zie je toch … Allez, het is onbegrijpelijk. Landen als Nederland, een land als Denemarken … Denemarken is geen doetje op het vlak van migratie?”
Neen, en die keuren dat allemaal goed?
“Die keuren dat gewoon goed. Ik zag dat bord bij de stemming bij de VN in New York. Daar staan dan vijf landen op die zich echt wegtrekken van de wereld. Bij die club van vijf wil je toch niet horen?”
De N-VA wilde uiteindelijk een onthouding. Maar goed, dan zit je nog bij de club van twaalf.
“Ja, er waren er meer dan 150 die wél meededen.”
“Dit is voor mij wel iets heel belangrijk. Want als men echt die weg opslaat, dan verandert dat voor heel veel zaken iets, hé.”
“Hoe gaan we het klimaat aanpakken? Dat vind ik een heel belangrijk thema. Doe je dat helemaal alleen of doe je dat ook samen met anderen? Gaan we ons ook uit de klimaatakkoorden terugtrekken? Moet Vlaanderen een soort eiland op zichzelf worden? Moeten we daar muren rond bouwen? Dat zijn heel fundamentele discussies.”
En dan zie je dat N-VA opschuift naar rechts. Terwijl Open Vld de laatste jaren misschien toch net wat meer in het midden is gaan liggen van het bed. Mag je dat zeggen?
“Goh, neen. Waar dat het bed staat … “
Jullie zijn toch duidelijk opgeschoven? Jullie leveren vier burgemeesters in plaats van twee in de centrumsteden, maar eigenlijk altijd wel met progressieve coalities. De groenen zitten daarbij. Je voelt dat dat stadsproject dat Bart Somers (Open Vld) opgezet heeft, dat dat iets is dat heel uw partij beïnvloedt.
“Ja, die doet dat natuurlijk schitterend, hé. En we zijn er ook heel trots op. Hij is de beste burgemeester van de hele wereld geweest.”
“Maar Vincent Van Quickenborne (Open Vld) doet dat ook schitterend. En die heeft als eerste een Bourgondische coalitie gemaakt, zes jaar geleden, met de N-VA en de socialisten. Ik heb ook in Aarschot gekozen om met de N-VA en de socialisten in zee te gaan.”
“Wij vertrekken altijd van onze eigen koers, onze eigen echt rechte lijn. Politiek is niet alleen stemmen halen of hard roepen. Politiek is vervolgens ook samenwerken met anderen. Die verbindende boodschap, die hebben wij al getoond in de steden en de gemeenten.”
“Keren we terug naar einde van dit jaar: dan heb je toch het gevoel dat als puntje bij paaltje komt en het einde is in zicht, dat de N-VA dan toch beslist dat ze niet verder wilt.”
“Allez, hoe ongelooflijk jammer is dat. Zo’n goed project. We hebben als Open Vld echt gezegd: ‘We gaan in deze regering, we willen jobs creëren’. We hadden dat nog al eens gedaan, een vlag geplant: ‘200.000 jobs creëren.'”
Met Guy Verhofstadt (Open Vld) destijds.
“Ja, en we hebben dat nu met een liberale eerste minister opnieuw gedaan, opnieuw 200.000 jobs gecreëerd. We wilden een lastenverlaging, de laatste fase komt er nu in januari aan. We hebben de loonkosten aangepakt.”
Was u dan op het moment dat die regering viel kwaad of teleurgesteld? Wat overheerst er?
“Ik was echt héél teleurgesteld.”
“Als je eerste minister bent, en zeker van een land als België, dan heb je een heel groot kruis te dragen”
Laat ons niet te veel treuren. Maar heel die nageboorte, die Michel II: tien dagen minderheidskabinet. Had de premier dat niet veel beter vermeden? Gewoon rechtstreeks naar de koning rijden, geen circus.
“Kijk, als je eerste minister bent, en zeker van een land als België, dan heb je een enorme verantwoordelijkheid en een heel groot kruis te dragen. En Michel heeft dat gedaan. Hij heeft geprobeerd, tot op de laatste dag. Ook vandaag nog. Daar moet je gewoon respect voor hebben.”
Maar het is toch een fenomeen in de Belgische politiek. Eens je in die Zestien gaat, doe je er alles aan om daar te blijven.
“Laat ons nu wel wezen, je maakt samen een regering. We zitten vier en half jaar geleden samen aan tafel, eigenlijk met respect voor elkaar. De laatste dagen en de laatste verklaringen heb ik nog weinig respect gezien. Als je de eerste minister een handpop noemt, als je die een marionet noemt …”
Die interviews waren dodelijk.
“Dat is niet de manier waarop ik aan politiek wil doen. Je stapt in de politiek om dingen te realiseren en je hebt toch een minimum aan respect nodig ten aanzien van elkaar.”
Denkt u dat er daar iets gebroken is?
“Dat moet je aan hen vragen.”
Maar tussen u en N-VA? Ziet u zich met hen nog eens een coalitie maken?
“Ja, ik heb er heel goed mee samengewerkt. En, ik moet zeggen, de voorbije vier jaar is dat prima gelukt. Dat lukt ook op heel veel plaatsen nog. Ik bestuur momenteel zelf met de N-VA in Aarschot. We gaan in Antwerpen samen besturen, we zitten samen in de Vlaamse regering.”
“Alleen is het voor mij echt onbegrijpelijk wat er gebeurd is. Nog eens: je moet het aan hen vragen. Ik snap het niet dat je zo’n goed sociaal-economisch project gewoon weggooit. En waarom dan?”
“Het was principieel, het mocht niet. België moest tegen stemmen. Vervolgens mocht België zich onthouden en vervolgens was een stemverklaring goed. Ja, dan dacht ik: die stemverklaring lag op tafel toen we hierover begonnen.”
Die is er ook gekomen.
“Inderdaad. Net zoals Denemarken dat gedaan heeft. Dus de bereidheid om nog te praten was op een bepaald moment gewoon weg. Dus, kunnen we nog eens samen gaan?”
“Ik wil eerst gewoon eens weten wat voor N-VA dit nu is en wordt. Want de N-VA waar ik mee beginnen werken ben en de N-VA waarmee we dit project zijn opgestart …”
Het is een andere partij geworden?
“Inderdaad, het is een andere partij. We zullen zien wat dat wordt.”
Goed, laat ons 2018 even achterlaten. Wat verwacht je voor 2019? We hadden het over ambitieus zijn, niet voor zilver gaan maar voor goud?
“Ik ging het juist zeggen.” (lacht)
“Je kan blijven achterom kijken en blijven analyses maken, maar ik kijk liever vooruit. En dan denk ik dat het goed is om ambitie te hebben, ook gewoon voor ons land om ambitie te hebben. Ik denk aan jobcreatie. De arbeidsdeal ligt er al voor een stuk. We hebben ook herhaald hoe belangrijk dat is voor ons. Maar de tewerkstellingsgraad in Nederland, laten we gewoon als België zeggen: ‘Wij kunnen dat beter’. En daar dan ook allemaal samen naartoe werken.”
Maar dat is voor de komende vijf maanden, nog een aantal zaken doen?
“Dat zijn ook dingen die verder gaan, hé. Ik denk aan het klimaat, bijvoorbeeld. Ook daar echt zeggen: ‘Waar willen we naartoe? En kunnen we allemaal samen ons inschakelen om die doelstellingen te halen?'”
Als je kijkt naar peilingen dan zie je dat de groenen omhoog schieten, dat jullie het eigenlijk ook relatief goed doen …
“Goed doen”. (lacht) “Ik weet niet wat u daar relatief aan vindt. Er is niks mis met te zeggen dat we ons goed voelen en vooral hard blijven verder werken.”
“Dat het mogelijk was om meer dan drie jaar op voorhand akkoorden tegen iemand te maken, dat vond ik toch wel straf.”
Er tekenen zich voor 2019 wel al andere allianties af?
“Ik denk dat u het ongelooflijk moeilijk maakt allemaal. De situatie is natuurlijk wel ingewikkeld. Maar zou het niet gewoon veel simpeler zijn als elke partij begint met te zeggen wat ze positief willen doen? Laat dat eens een wens zijn voor het begin van het nieuwe jaar.”
“Laat dan de kiezer spreken en dan kijken we nadien wel wie met wie kan samenwerken. Nog eens, ik denk dat wij bewezen hebben, op lokaal niveau, Vlaams niveau, federaal niveau, dat wij een partij zijn die wil samenwerken en die dat doet vanuit haar eigen project.”
“Wat voor mij belangrijk geweest is, de afgelopen vier en half jaar, is dat de lijnen voor ons recht zijn. Ons socio-economisch project, daar zijn we fier op. Dat heb ik ook tot de allerlaatste minuut zo willen houden en dat wil ik ook nu nog doen. Maar daarnaast zeg je gewoon vanuit je eigen sterkte en vanuit je eigen ambitie: ‘Hier willen we naartoe, dit doel willen we bereiken’. Laat iedereen dat maar doen. Geef toe, dat zou toch een veel verfrissender en veel fijner debat zijn in 2019 dan de dingen die we gezien hebben. We hebben toch wel een paar dieptepunten gezien ook.”
Zo zijn we bij uw baseline: ‘Gewoon doen’. Die blijkbaar toch aanslaat?
“Dat is ook de essentiële vraag. Als het Kerstmis is voor iedereen die aan politiek doet, moet je toch de vraag stellen: Waarom doe ik aan politiek? Waarom ben ik hier in gestapt? En dan kan het toch onmogelijk zijn dat je moet antwoorden: ‘Ik ben in de politiek gestapt om van die ranzige campagnes de wereld in te sturen, die vol leugens staan.’ Of ‘Ik ben in de politiek gestapt om elke dag over en weer te staan schreeuwen’. Waar ik voor in de politiek ben gestapt, en ik denk dat dat voor heel veel mensen van Open Vld zo is, is om dingen te veranderen, om dingen te doen en dingen beter te maken. Met die idealen stap je erin, en de dag dat ik die idealen niet meer heb, en die gedrevenheid en goesting niet meer heb, ja, dan stop ik ermee.”
Even over u persoonlijk. U hebt eigenlijk al gezegd: ‘Ik wil voorzitter blijven’.
Tot 2020. Dat wil dus zeggen dat u, ook na mogelijke onderhandelingen in ’19 na de verkiezingen, niet in een regering stapt. Dat is toch een duidelijk signaal, naar de partij toe?
“Ja, zo sta ik ook wel in het leven. Als je aan politiek wilt doen, moet je ook niet aan politiek willen doen om iets te zijn. Je moet proberen aan politiek te doen om iets te doen en iets te bereiken.”
U was toch heel blij om burgemeester van Aarschot te kunnen worden. Dat is toch om iets te willen zijn?
“Omdat je dan veel dingen kan doen. Als burgemeester kan je echt zeggen: ‘We maken een ploeg, we hebben een programma’. En vooral: je hebt een doel gesteld en je hebt dat bereikt.”
Het was toch een klein beetje een gok, denk ik. U zat daar tegen CD&V, die het absoluut niet hadden zien komen dat u ook burgemeester kon worden. Dat was eigenlijk een heel gewaagde zet. Politiek is soms toch ook, denk ik dan, wel eens iets durven, neen?
“Ik heb daar wel iets vreemd ontdekt eigenlijk. Ik wist al wel dat er voorakkoorden bestonden, ik ben ook niet van gisteren. Maar dat het mogelijk was om meer dan drie jaar op voorhand akkoorden tegen iemand te maken, dat vond ik toch wel straf.”
En dat was het geval bij u?
“Dat was het geval, ja.”
Wat ik daarover gehoord heb, ook van collega’s van u: dat 2018 ook wel het jaar was van de gebroken voorakkoorden. Dat er ongelooflijk veel lokale akkoorden, ook waar voorzitters bij betrokken geweest zijn, eigenlijk niet gehonoreerd zijn. En dat een woord eigenlijk niet zo heel veel meer waard is tussen politici.
“Ik heb dat ook gehoord.”
Maar niet ervaren vanuit Open Vld?
“Ik heb dat zelf ook wel ervaren. Maar opnieuw, dat is niet de manier waarop ik aan politiek wil doen. Als ik een woord geef, geef ik een woord. En bon, dat gaat over gemeenteraadsverkiezingen, maar dat gaat ook over de manier waarop we ons als partij hebben opgesteld.”
“Het uitbreiden van de regering naar andere partijen was niet het project van ons vier en daar moet je dan ook niet aan beginnen.”
Het gaat telkens over vertrouwen?
“In de twee grote crisissen die we nu de afgelopen maand hebben gehad, ging het in het ene geval over dat migratiepact en een eerste minister die zijn woord gegeven had. En dan vind ik: een woord is een woord.”
“En in het tweede geval ging het over een sociaal-economisch project, waar men plots een linkse bocht meende in te zetten en andere oorden opzoeken. Dan zeg ik: ‘Neen, dit is niet de afspraak die we met de kiezer hebben gemaakt.’ Ik vind dat … Call me old fashioned, maar ik vind dat wel héél belangrijk. Dat je kan zeggen: Je bouwt op elkaar. Je maakt een afspraak en je houdt je er ook aan.”
Dan heb je het over die fameuze tweet die je verstuurd hebt net nadat de premier z’n speech had gehouden om eigenlijk Michel II te proberen langs links te laten gaan.
“Ik denk niet dat dat de aard was van z’n speech.”
Ah nee?
“Nee, de sp.a was al de hele dag aan het roepen dat ze een motie van wantrouwen gingen indienen. De PS … Allez, die zaten daar …”
Maar hij heeft gezegd wat hij gezegd heeft. Hij heeft een aantal zaken beloofd die toch wel heel straf waren, hé. De verlaging van die btw, op elektriciteit, die pensioenleeftijd die terug ter discussie kon gesteld worden …
“Ja, de afspraak was dat hij ging kijken en zich tot het parlement zou richten. Maar het parlement is meer dan alleen de linkerzijde natuurlijk. Wij vonden het heel belangrijk dat de begroting, die eigenlijk de basis is van alles, dat die zou kunnen worden goedgekeurd. En die hadden we samen gemaakt met de N-VA.”
Maar dat liet hij varen in zijn speech, want hij had het over die voorlopige twaalfden?
“Voor ons was het belangrijk dat die begroting en de jobsdeal werden uitgevoerd. Ik vind het onbegrijpelijk dat de N-VA die de ene week nog stemt in de commissie, dat daar geen letter, geen woord, aan veranderd wordt en ineens zegt men: ‘We doen niet meer mee’.”
“Dat is dan de tweede keer op heel korte tijd dat je je moet afvragen: ‘Wacht even, hoe kan zoiets?’ Dus ik heb gewoon herhaald: een woord is een woord.”
“We hadden heel duidelijk afgesproken, zowel Wouter (Beke, CD&V, red.), de eerste minister en ikzelf, dat er geen uitbreiding zou komen naar andere partijen. We hebben onze verantwoordelijkheid willen nemen, en dat zullen we nu ook nog doen de komende weken, om zo goed mogelijk, vooral voor de economie, het stuur in handen te houden. Want dat is wat men vraagt.”
En dan toch het signaal: ‘No pasarán‘.
“Het uitbreiden naar andere partijen was niet het project van ons vier en daar moet je dan ook niet aan beginnen.”
“Een teletijdmachine voor Bart De Wever. Naar het moment voor die hele ranzige campagnes”
Laatste vraag: wat wens je jezelf toe in 2019? Goede voornemens, dat is het eindejaar toch?
“Ja, ik blijf elk jaar opnieuw in dezelfde clichés hangen. Maar ik heb nu twee opgroeiende kinderen: tieners ondertussen, pubers. Ik wil er echt graag wat meer tijd mee doorbrengen.”
Dat is een goed voornemen. En voor je collega’s, wat wens je hen toe?
“Soms denk ik wel, het is misschien iets raar, maar soms denk ik wel: ik wou dat ik Bart De Wever in een teletijdmachine kon zetten.”
Naar de Romeinen dan?
“Daar heb je geen teletijdmachine voor nodig.” (lacht) “Dat zie je zo al gebeuren.”
“Neen, naar één maand geleden, bij wijze van spreken. Naar het moment voor dat we opeens die hele ranzige campagnes kregen. Voor dat de N-VA toch een beetje een andere partij werd. Ik vind dat wat jammer.”
En voor de andere collega’s? Geen boodschap van hoop en vrede?
“Ja, het is kersttijd. Laat ons maar allemaal dat gebruiken om niet naar elkaar uit te halen en allemaal een beetje positief te zijn.”
“Neen, Wouter (Beke, CD&V, red.) wat tijd met zijn familie. Ook dat denk ik dat hij wel kan appreciëren.”
“John (Crombez, sp.a, red.), een beetje slaap. Het zal ook wel allemaal zwaar geweest zijn.
“En Meyrem (Almaci, Groen, red.), de ambitie om door te zetten. Daar voel ik, in alle eerlijkheid, ook wel hetzelfde optimisme en het feit dat je ook op een positieve manier naar de dingen kan kijken. We delen niet altijd dezelfde overtuiging en zeker niet altijd dezelfde recepten. Maar positief in het leven staan, is belangrijk.”