Het tweede impeachmentproces van Donald Trump is grondwettelijk verklaard. Dat betekent dat er de komende week zal worden gedebatteerd of de voormalige president Trump schuldig is aan het ‘aanzetten tot opstand’. Ondanks een berg aan bewijslast – en het feit dat de hele wereld getuige was van de feiten – is een veroordeling zeer onwaarschijnlijk.
De Democratische ‘impeachment managers’ – die fungeren als aanklagers – trapten gisteren het langverwachte proces af met dramatische beelden van de bestorming van het Capitool op 6 januari. Na opruiende speeches van Donald Trump Junior, advocaat Rudy Giuliani en tenslotte Trump zelf, trok een menigte aanhangers naar het Amerikaanse parlementsgebouw om de officiële erkenning van Joe Bidens verkiezingsoverwinning een halt toe te roepen. De woedende menigte drong binnen tot op de vloer van beide kamers, waar Congresleden slechts luttele ogenblikken voordien aan het debatteren waren. Bij de rellen vielen vijf doden.
Ongrondwettelijk?
De advocaten van Trump pleitten gisteren vooral dat het ongrondwettelijk is om een voormalig president te berechten. Het proces kon echter aanvangen na een stemming van 56 ja-stemmen tegen 44 nee-stemmen. Dat betekent dat slechts zes Republikeinse senatoren vonden dat Trump terecht kan staan, ook al is hij geen president meer. Aangezien er minstens 17 Republikeinse stemmen nodig zijn voor een veroordeling, is het zeer onwaarschijnlijk dat Trump schuldig bevonden wordt aan het einde van dit proces.
Volgens het doorgaans goed geïnformeerde Politico was Trump zelf niet te spreken over de prestatie van zijn advocaten op dinsdag. Ook van andere media, en van verschillende Republikeinen, krijgen ze slechte recensies. Volgens de bronnen van het Amerikaanse nieuwsmagazine was de voormalige president, die het proces in de Senaat bekeek in zijn resort Mar-a-Lago, geïrriteerd door het contrast tussen de droge argumentatie van voornaamste advocaat Bruce Castor – door Politico omschreven als ‘meanderend’ – en het openingspleidooi van de ‘impeachment managers’. Die laatste kwamen met de dramatische videobeelden en bijhorende retoriek “veel overtuigender over” volgens Trump.
“Fight like hell!”
Tijdens die video was onder meer te zien hoe Trump de menigte op 6 januari aanmaande om “verdomd hard te vechten” (“Fight like hell!“) en naar het parlementsgebouw te trekken (“We gaan naar het Capitool!”).
“Dit is een zeer zwaar misdrijf”, zei Jamie Raskin, het democratisch congreslid uit Maryland en de de facto hoofdaanklager, na het vertonen van de video. “Als dat geen overtreding is waardoor iemand kan afgezet worden, dan bestaat zoiets niet.”