Waarom betaalt u belachelijk veel voor een taxi in Brussel, terwijl een innovatie zoals Uber verboden wordt? Waarom heeft de Europese hoofdstad niet eens deftige 4G? Waarom is crowdfunding zo verschrikkelijk moeilijk in dit land? Het staat tegenwoordig goed om “innovatie” te schreeuwen, quasi iedere partij heeft het als een hoeksteen van haar kiesprogramma. Maar de realiteit is dat een groot deel van onze politici het gewoon niet snapt, vindt newsmonkey-uitgever Wouter Verschelden.
Een prospectus van meer dan 100 pagina’s, met gedetailleerde ramingen, assumpties, inschattingen, en vooral 17 keer de boodschap “dat dit toch wel een gigantisch risico is”. Dat was de kastijding die newsmonkey onderging voor we onze crowdfunding konden uitrollen, eind vorig jaar. We geloofden heel hard in het concept om het publiek vanaf het eerste moment te betrekken, en gewoon mee te laten investeren. Zo bouw je een mediamerk van de 21ste eeuw, was onze visie.
Niet in België blijkbaar. Goed, het was een succes, met meer dan 300.000 euro waren we zelfs nummer 1 vorig jaar qua crowdfunding in ons land. Maar het proces zelf was een kruisweg in 14 statiën: regels, regels en nog meer regels.
Beschamend record
We dragen ons “record” dus eigenlijk niet met veel trots, want het is beschamend. Beschamend dat je met zo’n bedrag al op de eerste plek belandt. Ons land heeft geen cultuur van crowdfunding. Nederland investeert via deze laagdrempelige manier een veelvoud van wat wij doen, in innovatieve, gedurfde, ondernemende en vaak ook sociaal belangrijke initiatieven. Waarom? Niemand is zo gek eraan te beginnen in ons land. Dan liever snel via een Amerikaanse site, zonder alle Belgische red tape.
Een overdonderend pakket aan regels, een loodzware wetgeving: vanaf 100.000 euro moet je langs bij de FSMA. Die overheidscommissie is in feite bedoeld om de bankensector te controleren (“echt geweldig gedaan de afgelopen jaren”‘, flapte ondergetekende er in een van de boze telefoontjes naar de heren uit). Die ambtenaren, vaak politiek benoemd, controleren dus ook crowdfundingdossiers. Of net niet. Nadat ons twee keer gecommuniceerd was dat ons dossier “op de agenda van de raad van bestuur” stond, en wij klaar stonden met een heel mediaoffensief, bleek doodleuk dat er geen beslissing genomen was. “Ah, blijkbaar vergeten. Volgende week misschien”, was de commentaar. Stuitend onprofessioneel.
Ondertussen rolden CD&V-kopstukken Kris Peeters en Koen Geens over elkaar om te beloven dat ze crowdfunding zouden regelen. Too little, too late.
Pertinente vragen? Grouwels vragen
Als je Brussels minister van Mobiliteit Brigitte Grouwels (CD&V) bezig hoort over Uber, de app die wereldwijd furore maakt als alternatief voor dure taxidiensten, dan waan je je in een andere eeuw. In een gesprek met newsmonkey kwamen de pertinente vragen: waarom kan dit niet? Waarom mag de consument niet zelf beslissen met wie hij/zij in een auto stapt? Waarom moet innovatie, een verbetering voor de consument, aan de ketting? En snapt de minister niet dat dit een heel vreemd signaal is?
Ik heb het gesprek zo letterlijk mogelijk neergeschreven, net omdat het zo waanzinnig was (tape op aanvraag te verkrijgen). Ja, de minister geeft doodleuk toe dat het eigenlijk gaat om “de economische belangen van een sector beschermen”. En en passant geeft ze nog mee dat ze met de Brusselse regering het plan heeft opgevat om “zelf een app te ontwikkelen, zoals Uber, maar dan volgens onze wetgeving”.
Soms weet een mens niet wat hij hoort, en dus vroeg ik het voor de zekerheid nog eens: of ze echt het plan had opgevat Silicon Valley even te laten zien “hoe het wel moet”. Welzeker. Inderdaad. Zonder twijfel. Effe een app ontwikkelen die beter is dan wat ze overal ter wereld nu al hebben. Omdat we dan toch zeker de Brusselse wetgeving volgen… Bent u nog mee?
Diezelfde jongens van de 4G-blockage
Dat diezelfde regering nu al jaren probeert om 4G tegen te houden in de Europese hoofdstad, had misschien een waarschuwing moeten zijn. Hoe verzin je het om belachelijk strenge stralingsnormen op te leggen? En hoe blijf je dat jarenlang verdedigen? De Brusselse regering, juist ja. Dat dergelijke krampachtige houding van één groene minister in Brussel het leven van de duizenden mensen in de hoofdstad moeilijker maakt (ja, een goede verbinding met je smartphone vind ik tegenwoordig een mensenrecht), dat beseft men blijkbaar niet.
Dat er ondertussen felle reactie komt, onder andere van EU-commissaris Neelie Kroes, is fijn. Al zet het weinig zoden aan de dijk. Want wij zitten blijkbaar wel met dat soort politici. Grouwels loopt al jaren rond en is here to stay.
Maar het gaat eigenlijk niet om Grouwels alleen. Het gaat om een mentaliteit in de Wetstraat. CD&V lanceert een hele campagne waarin innovatie een hoeksteen is, maar vindt het niet nodig haar minister terug te fluiten? Ziet niemand in die hele Wetstraat in hoe fout die hele opstelling is? Hoe jammer ook, en verstikkend voor wie bezig is met innovatie. Politici die de term “creative destruction” blijkbaar niet eens begrijpen en het (letterlijk!) herleiden tot “destruction”, is dat ons lot?
Niemand blijft buiten schot
De digitale golf die ons overspoelt heeft impact op écht alle aspecten van ons leven. En dus ook op alle deeltakken van onze economie. Want de transparantie, de toegankelijkheid, de beschikbaarheid aan informatie, die zit overal dankzij internet, dankzij onze digitale toestellen en dankzij technologische ontwikkeling.
En dus moeten alle sectoren, alle bedrijven, alle ondernemers, zich aanpassen. Zich heruitvinden. Aanvaarden dat er nieuwkomers hun intrede doen, en zelfs inzien dat die nieuwkomers hen ook beter maken.
Waarom zou dat niet gelden voor de transportsector? Is het echt zo dat je “de 3.000 gezinnen van taxibestuurders” op deze manier het best beschermt? Iets wat niet goed werkt, wat te duur is, wat door gezonde concurrentie van een nieuwe, innovatieve service klappen krijgt, moet de overheid dat blijven beschermen? En wat met iedereen die via Uber wilt bijverdienen als chauffeur? Maar blijkbaar kan dat niet, want het valt niet binnen het paradigma van onze overheid en haar politici: alles reguleren, controleren, en in een bestaand kader passen. Tough luck, de digitale revolutie heet niet toevallig “revolutie”, het zal gewoon niet lukken.
België op SXSW? Nowhere to be seen
Journalisten van newsmonkey waren onlangs op South by Southwest, het grootste innovatiefestival in de wereld. Elk land of zelfs elke regio die qua innovatie en technologie iets te verdedigen heeft, stond daar. Met minstens een lounge of huis waar eigen start-ups in de kijker gezet werden en ’s avonds investeerders en talent geronseld werden met coole party’s. Een huis dat in de meeste gevallen op datzelfde festival gebruikt werd om ook cultuurexport in de vorm van populaire muziek aan de wereld te showen. Al onze buurlanden waren er: de Nederlanders, de Fransen hebben een eigen Maison Tech. Van ons land geen spoor.
Sire, geef me moedige politici
Innovatie stimuleren betekent ook moedig zijn. Oude monopolies, waar de consument alleen maar slachtoffer van is, aanpakken en breken. Ook al ga je daarmee in tegen gevestigde waarden. Energie is een ander, pijnlijk voorbeeld. In plaats van echt in te zetten op groene energie via ontwikkeling en innovatie bij allerlei kleine bedrijfjes en dat écht te steunen, lijkt de overheid in dit land een beleid te voeren van grote spelers concessies geven, prestigieuze projecten op de Noordzee promoten en schijnoorlogjes voeren met de marktleider Electrabel. En op het einde van de rit halen we een beschamend laag percentage groene energie in onze energiemix.
Misschien zit het wel in onze Belgische genen: altijd de consensus zoeken, de bestaande orde respecteren, de belangen van groepjes verdedigen, en liefst diegenen die het luidst roepen. Want vergis u niet, die 3.000 lieve gezinsvaders draaien er hun hand niet voor om om de Kleine Ring voor u en mij dicht te gooien als hun monopolie bedreigd wordt.
Alleen, de lucht is niet langer zwanger van de digitale golf, het is gewoon een tsunami die over ons rolt. Geen Belgische rechtbank of Brussels minister gaat dat tegenhouden.