Meskerem Mees presenteert haar debuutplaat ‘Julius’, wij spraken met deze jonge verhalenvertelster

In het voorjaar van 2020 trad Meskerem Mees voor het voetlicht, een nieuw gezicht in het Belgische muzikale landschap. Haar debuutsingle Joe trippelde zachtjes naar de top van De Afrekening van Studio Brussel en in datzelfde jaar volgde ook nog de eindoverwinning in Humo’s Rock Rally. Nog drie singles en een samenwerking met Tourist LeMC en Mooneye later is er ook een debuutplaat, ‘Julius’. Wij vroegen Meskerem hoe dat nu voelt eigenlijk, een plaat uit hebben?

Meskerem Mees: Ik ben blij dat ze er is, maar het is ook raar hé. Een plaat uitbrengen, dat is niet iets dat veel mensen doen.

Ik heb in She’s Lost In Music op Canvas gezien en in interviews al gelezen dat je het lastig vindt om met complimenten om te gaan. Heb je recensies gelezen?

© Mayway Records

Mees: Ja, ik heb ze toch bekeken. En ik was er blij mee, gelukkig. Ik heb inderdaad wel moeite met complimenten, maar hoe concreter ze zijn, hoe beter ik ze kan ontvangen. Van een compliment als “Je hebt zo veel talent!” word ik ongemakkelijk. Maar als iemand een regel uit één van mijn teksten aanhaalt en kan zeggen wat ze er leuk aan vinden, lukt het beter om dat te aanvaarden.

Je toont je een verhalenverteller op ‘Julius’, je kijkt vanuit het gezichtspunt van een astronaut, een bij of een soldaat. Vind je zo’n andere positie innemen makkelijker dan het praten vanuit jezelf?

Mees: Ik vind het leuk om te doen. Door een metafoor te gebruiken of een personage te gebruiken, kan ik wat afstand creëren. Ik vind het toch altijd fijn dat er nog ruimte overblijft voor de eigen interpretatie van de luisteraar.

Materiaal voor twee albums

Mag ik een compliment geven?

Mees: (lacht) Ja hoor, doe maar.

Ik hou van de humor in je teksten: “And even though I kinda like you/And I think you’re quite ok/I’m twice as smart as you are/So friends we cannot stay” uit The Writer vond ik bijvoorbeeld een hele leuke.

Mees: Dankjewel! Dat nummer is een soort van satire op mezelf. Ik heb vroeger een opstelletje geschreven waarin ik me probeerde voor te stellen hoe ik zou leven als ik 32 zou zijn en dat schrijversbestaan lijkt me echt wel iets voor mij, al ben ik me ervan bewust dat ik er een geromantiseerd beeld van heb. In een nummer als The Writer probeer ik me in te leven in zo’n schrijver: hoe is dat, leven als schrijver? Een zinnetje als “won’t be bothered to leave the house” bijvoorbeeld klopt in se voor mezelf, maar is wel een uitvergroting. Daarmee wil ik zeggen: ik slaap graag thuis in m’n eigen bed, maar dat wil niet zeggen dat ik nooit buiten wil komen. Ik ga ook heel graag met vrienden op café, bijvoorbeeld.

Ik heb de indruk dat jij gewoon graag liedjes schrijft en dat je al de rest – fotoshoots, interviews, vergaderingen met de platenmaatschappij, opnemen, … – eerder een lastige bijkomstigheid vindt. Toch heb je er ooit voor gekozen om aan wedstrijden mee te doen, om een plaat te maken, om fulltime met je muziek bezig te zijn. Kan je uitleggen vanwaar die drang komt om dan toch met je muziek in het voetlicht te gaan staan?

Mees: De meeste liedjes dateren uit een periode waarin ik nog niet serieus bezig was met muziek. Ik tokkelde wat op m’n gitaar, ik studeerde en ik speelde wel eens een concertje in een café, maar dat was het. Er zat geen druk achter en ik vond dat een hele fijne periode. Die liedjes waren ook therapeutisch voor mezelf, ik denk soms dat ze daarom zo klein zijn.

Tegelijkertijd was ik heel erg zoekende en dacht ik veel na over de richting die ik met m’n leven uit moest gaan. Ik speelde al tien jaar klassieke gitaar, maar ik was niet erg goed, want ik oefende niet zo graag (lachje). Ik kom uit het KSO dus ik heb ook geen brede algemene vorming. Om letterlijk wat afstand te nemen van dat beklemmende gevoel, wat na te denken en te verkennen ben ik toen op uitwisseling geweest naar Denemarken. Dat heeft geholpen, ik heb daar echt goeie vrienden aan overgehouden.

En hoe heb je dan de stap gezet naar professionele muzikante?

Mees: Heel eenvoudig: ik ben benaderd door een label en zijn we beginnen praten. Intussen was ik op het punt gekomen dat ik wilde stoppen met studeren, ik vond dat gewoon niet zo leuk, en professioneel muzikante worden was voor mij een kans om dat te doen.  Ik had ook al voldoende materiaal voor twee albums en niemand kende mij dus er waren ook niet zo veel verwachtingen of druk.

Alternatieve breakup song

Die algemene nuchterheid die in jou huist, hoor ik ook in je teksten terug. Seasons Shift bijvoorbeeld gaat over een soort van knipperlichtrelatie die dan uitmondt in een breuk. Op een bepaald moment zing je daarin: “It might not be easy to forget me but for me this is goodbye/And that’s fine by me.” Geen groot drama, geen grote hartenpijn. Gewoon “it’s fine by me.” En in The Writer zing je: “‘Drama makes my world go round, but you’ll never see me cry.”

Mees: Ja, Seasons Shift is een soort van alternatieve breakup song. Het hoeft niet altijd groot drama te zijn. En dat niet wenen, dat klopt. Dat is de koppigheid die ik heb. Wenen doe ik wel als ik alleen ben.

Dat is iets heel Belgisch dat je hebt.

Mees: Hahaha, ja.

Je bent geadopteerd vanuit Ethiopië, is dat een thema voor jou?

Mees: Het komt stilaan meer naar boven omdat ik er nu regelmatig vragen over krijg. Ik begrijp zeker waarvan die vragen komen, die adoptie is een bijzonderheid en mensen zijn daar nieuwsgierig naar. Voor mij is het feit dat ik geadopteerd ben of Ethiopië minder een ding, maar Ik merk wel dat ik er misschien muzikaal wel eens echt in wil duiken en dat ik elementen van daar wil incorporeren in wat ik doe. We zien wel.

Ik vond het heel grappig hoe verbaasd ik je zag kijken toen Isolde Lisoen je in She’s Lost In Music vroeg wat de plannen met de plaat waren. In interviews zei je eerder al dat je niet uitsluit dat je terug gaat studeren of ooit voor een gewone job kiest. Een plan is niet aan jou besteed hé? 

© Patrick Blomme

Mees: Nee, absoluut niet. Maar ik vind het goed zo. Misschien blijf ik mijn hele verdere leven muzikante, maar dan wel omdat ik er zelf voor gekozen heb en niet omdat het moet of verwacht wordt. Ik ben ook niet alleen maar Meskerem Mees, muzikante. Ik ben Meskerem Mees en ik lees en teken ook graag, bijvoorbeeld. Of ik spreek graag af met vrienden. Er schuilt een angst in mij voor deuren die dicht gaan als ik voor het ene of het andere kies: ik hou graag alle deuren open.

Hoe groot ervaar je de druk van de coronacrisis op dit moment, als muzikante?

Mees: Ik merk dat ik een zomer heb meegemaakt waarin ik ondanks coronabeperkingen veel heb kunnen spelen. Nu komt het najaar eraan, corona rukt weer op en ik heb een clubtournee gepland. Hoewel de clubs allicht niet opnieuw zullen sluiten, merk je wel dat mensen terughoudend zijn om een ticketje te kopen. Ik zou een warme oproep willen doen aan de mensen om kaartjes te blijven kopen. Voor mijn shows of die van mijn collega-artiesten. Maar als het even kan toch ook voor die van mij. (lachje)  

De komende tijd speelt Meskerem Mees onder andere in De Roma, Botanique en Cactus Brugge. Bekijk alle concertdata hier. ‘Julius’ is nu te koop of te beluisteren via de streamingdiensten.

Meer
Lees meer...