Niet alleen aan Vlaamse kant rommelt het al dagen over de aanslagen en “significante groepen moslims”, ook aan Franstalige kant is er debat. In een heel opvallende blogpost nagelt Brussels PS-kopstuk Merry Hermanus z’n partij aan de schandpaal. In een blogpost geeft hij zeven voorbeelden van hoe z’n partij anti-semitische trekken vertoont, en vraagt hij zich af “of een jood nog lid kan zijn van de PS?”
Merry Hermanus is niet de eerste de beste. Een echte ancien bij de PS, jarenlang de fixer op allerlei kabinetten (onder meer in de Agusta-affaire werd hij veroordeeld), maar die ook een brede politieke carrière had bij de Brusselse PS: parlementslid en van 1977 tot 2010 schepen in de Brusselse gemeente Jette.
Deze week poste de man een wel heel opvallende bijdrage op z’n blog onder de titel ‘Is het nog mogelijk om joods te zijn en lid van sommige delen van de PS in Brussel?’. De man is zelf geen jood, maar hij voelt zich wel duidelijk verwant met de joodse gemeenschap. En wat hij ziet in z’n eigen Brusselse PS bezorgt hem duidelijk nachtmerries. De post is geschreven als één lange emotionele uitval.
Daarin stelt hij dat je niet mag generaliseren, maar dat het in sommige delen van de Brusselse PS heel erg gesteld is met anti-semitisme. De blog kwam er uitgerekend op een moment dat een ander Brussels kopstuk, Yves Goldstein, in zwaar water zat. Goldstein is voorzitter van de PS-afdeling Schaarbeek en vooral de kabinetschef van Brussels minister-president Rudi Vervoort.
In een artikel dat verscheen in The New York Times werd Goldstein geciteerd. Hij stelde daarin “dat in de wijken in Molenbeek en Schaarbeek waar moslims in de meerderheid zijn, 90 procent van de leerlingen tussen de 17 en 18 jaar de terroristen die de aanslagen pleegden als helden zien”. Die uitspraak leidde tot grote commotie, en Goldstein moest z’n woorden intrekken en corrigeren.
Posters van Joden met haakneuzen en grote oren
Maar Hermanus ging dus in de tegenaanval: “Vandaag trek ik een lijn tussen het antisemitisme in sommige delen van Brussel en het klimaat dat zich in sommige delen van mijn partij heeft geïnstalleerd.”
En Hermanus geeft een hele lijst voorbeelden, allemaal anoniem weliswaar. “In Molenbeek zat ik in het bestuur van een organisatie die sociale vakanties organiseerde, een van de andere bestuurders was een Jood. Maar hij probeerde de hele tijd z’n roots verborgen te houden, om geen last te krijgen.” “In de afdeling Noord-Oost van Brussel verspreidde men het gerucht over de lokale voorzitter dat z’n vrouw Joods was, ‘en dat men daarom de voorzitter moest wantrouwen’.” “Vier jaar geleden organiseerde de PS in Molenbeek een conferentie. Voor de affiche gebruikten ze een afbeelding die een exacte kopie was van nazi-posters, met een Jood met haakneus, grote oren en lange baard incluis. Verschrikkelijk maar waar.”
En ook de sp.a wordt vermeld. “Een van hun mandatarissen deed in Antwerpen mee aan een betoging waar in vol publiek “Alle Joden aan de gas” geroepen. Niet de minste reactie van hem of z’n partij.”