In een bezemkast slapen, een week zonder eten zitten en een sok als verjaardagscadeau … eigenlijk zijn de Duffelingen ronduit vreselijk tegen Harry. Maar heb je je ooit al eens afgevraagd wààrom ze zo vreselijk zijn? J.K. Rowling, de schrijfster van Harry Potter, heeft eindelijk antwoord gegeven op deze prangende vraag. Eigenlijk is Petunia gewoon jaloers op haar jongere zus.
In het eerste Harry Potterboek: De Steen der Wijzen, zien we er het meeste bewijs van: de Duffelingen (de Dursleys in de films) behandelen Harry als een stuk vuil. Harry slaapt in een bezemkast en is eigenlijk de persoonlijke bediende van zijn familie, maar waarom doen de Duffelingen zo vreselijk tegen hun neefje? J.K. Rowling heeft nu op haar website Pottermore bekendgemaakt hoe de vork in de steel zit: tante Petunia is verschrikkelijk jaloers op haar jongere zusje Lily.
Geen brief uit Zweinstein
Rowling schrijft dat Petunia eigenlijk heel haar jeugd zat te wachten tot er ook voor haar een brief uit Zweinstein zou komen – tevergeefs. Ze was dan ook schreeuwend jaloers op haar zusje, en kreeg een afkeer voor alles wat met magie te maken had. Toen ze Cokesworth, waar ze met haar ouders woonde, verliet om naar Londen te gaan een een dactylocursus te volgen, kwam ze Herman Duffeling tegen.
Herman was een uitermate normale man, en uitzonderlijk saai: daarom, zegt Rowling, wou Petunia onmiddellijk met hem trouwen, en hij deed vrij snel een aanzoek. Herman en Petunia ontmoetten toen ook Lily’s nieuwe vriendje: James Potter. Maar James keek neer op Herman en maakte de grote fout om dat te laten merken, Herman probeerde James dan weer te intimideren, en sindsdien praatten de Potters en de Duffelingen niet meer.
Geboortekaartje
Met de jaren verbeterde de relatie ook niet, integendeel: Lily werd niet als bruidsmeisje gevraagd op Petunia’s huwelijk, wat ze erg jammer vond, en Herman weigerde met James te praten tijdens de receptie. Toen het aan de Potters was om te trouwen, weigerden de Duffelingen om te gaan. Het laatste wat Petunia van haar jongere zusje kreeg, was Harry’s geboortekaartje, wat ze onmiddellijk weggooide.
Toen de Potters een jaar later stierven en Harry plots in een mandje aan hun deur lag, maakte Petunia heel bewust de keuze om Harry bij zich te houden. Ze doet dat omdat ze weet dat Lily Petunia altijd graag is blijven zien, maar ook omdat ze weet hoe moedig haar jongere zusje gestorven is. Eigenlijk, schrijft Rowling, straft ze Harry al die jaren voor een keuze die ze zelf gemaakt heeft.
De Duffelingen zijn ook erg bang voor die duistere tovenaar die Harry’s ouders vermoord heeft, en dus proberen ze zo ver mogelijk van magie weg te blijven. Maar Petunia ontdekt dat, net zoals je iemand geen magische krachten kan geven, je ze ook niet kan onderdrukken.