Jambon blijft bij “dansende moslims”-uitspraak, Brussels Parket laat weten dat er bij hen geen enkel dossier loopt

Jan Jambon (N-VA), vicepremier en minister van Binnenlandse Zaken en Veiligheid, oogst bakken kritiek met zijn uitspraak over dansende moslims. Jambon benadrukt dat “zijn uitspraken gebaseerd zijn op informatie uit de nationale veiligheidsraad” en “dat het in een democratie goed is om de feiten bij de naam te noemen.” Het Brussels Parket laat weten dat ze er geen dossiers over hebben.

In een korte reactie heeft vicepremier en minister van Binnenlandse Zaken en Veiligheid Jan Jambon (N-VA) meer uitleg gegeven over zijn uitspraak dat “een significant deel van de moslims danste na de aanslagen.” Daarop kreeg hij felle kritiek, ook binnen zijn eigen meerderheid.

Hij zegt daarover dat hij “geen uitspraken over dansen heeft gedaan. Ik heb uitspraken gedaan over feiten die mij meegedeeld zijn in de nationale veiligheidsraad. Ik denk dat het in een democratie goed is om de feiten bij naam te noemen. Dat bevordert het debat.” Van de kritiek trekt Jambon zich niets aan, dat hoort er volgens hem gewoon bij, want “er zijn weinig uitspraken waar mensen in onze democratie geen kritiek op krijgen.”

“Geen rouwplechtigheden, maar straatfeesten”

Ook in het VTM Nieuws herhaalt Jambon dat hij bij zijn uitspraak blijft dat bepaalde moslims die de aanslagen in ons land gevierd hebben. Hij zegt dat “een groepje jongeren pro-IS leuzen scandeerde en in Anderlecht leerlingen de minuut stilte in de klas vestoorden.”

Jambon had het zelfs over straatfeesten op een conferentie in den Haag: “Op de dag van de aanslagen in de luchthaven en het metrostation waren er in bepaalde wijken van Brussel straatfeesten. Geen rouwplechtigheden, straatfeesten.”

Op de vraag of hij daarmee geen volledige bevolkingsgroep stigmatiseert reageert hij: “Ik heb al meerdere keren gezegd dat we dit samen met de moslimgemeenschap moeten oplossen, er is daar een kleine minderheid die bij mij vragen oproept en dat fenomeen wil ik aanpakken samen met de moslimgemeenschap. Men moet de zaken niet onder de mat duwen, om een probleem op te lossen moet men de zaken bij de naam durven noemen.”

Toch had Jambon beter gezwegen, reageren collega-ministers en de regering op de commotie. Koen Geens (CD&V), minister van Justitie, reageerde zalvend op de uitspraken van Jambon. “Ik vind dat in deze moeilijke tijden iedereen recht heeft op communicatiefoutjes”, zegt hij, maar “we moeten polarisering zoveel mogelijk proberen vermijden. Dat is wat ik probeer, dus ik geef geen commentaar.”

Brussels Parket heeft geen weet van dossiers

Het Brussels Parket heeft bekendgemaakt dat zij er in elk geval geen lopende dossiers over hebben. Op de dag van de aanslagen, 22 maart, zijn er in Neder-over-Heembeek zes mensen opgepakt, maar er is geen bewijs dat zij de aanslagen aan het vieren waren.

“De avond van 22 maart kreeg de politie informatie dat mensen in de Versailles-wijk de aanslagen vierden”, reageert parketwoordvoerster Ine Van Wymersch. “Ter plekke, in de Versailleslaan, troffen de agenten zes mensen, meerderjarigen en minderjarigen, aan. Zij werden opgepakt, meegenomen voor verhoor en ter beschikking gesteld van het parket. Uit niets bleek echter dat zij iets deden dat kon doen vermoeden dat ze de aanslagen aan het vieren waren. Die zes personen zijn dan ook vrijgelaten en het dossier is geseponeerd bij gebrek aan voldoende aanwijzingen.”

Hier kan je de reactie van Geens en Jambon zelf nog eens beluisteren:

Bron: VTM Nieuws, deredactie.be
Meer
Lees meer...