In het VTM Nieuws vergeleek vicepremier en minister van Veiligheid en Binnenlandse Zaken Jan Jambon (N-VA) afgelopen zaterdag moslimsterroristen met joden uit de Tweede Wereldoorlog: beiden hielden zich schuil in Brussel. Met die uitspraken heeft hij de Israëlische krant Haaretz gehaald die erover schrijft dat ze controverse opwekken in ons land.
Toen vicepremier en minister van Veiligheid en Binnenlandse Zaken Jan Jambon (N-VA) afgelopen zaterdag te gast was in het VTM Nieuws kreeg hij de vraag hoe een terreurnetwerk dat verantwoordelijk is voor de aanslagen in Brussel zich zo lang verborgen kon houden in diezelfde stad.
“Iemand die zich schuilhoudt en daarbij steun krijgt van de bevolking, kan lang ondergedoken blijven”, antwoordde Jambon. Waarop hij verder ging: “Ik maak soms de vergelijking met heel wat joden tijdens de Tweede Wereldoorlog. Er zijn joodse mensen die vier jaar onderdoken, en dat was toch ook een verschrikkelijk regime dat continu naar die mensen op zoek was. En ze hebben ze gelukkig nooit gevonden.”
Belgian minister @JanJambon compares terrorists to Jews who hid in WWII https://t.co/dH6QkUbt8E pic.twitter.com/yei1gEW54L
— Haaretz.com (@haaretzcom) 14 april 2016
“Mechaniek van het onderduiken”
Met die woorden haalde hij de Israëlische krant Haaretz dat sprak van een controverse in ons land door die uitspraken. Haaretz bracht ook fijntjes een andere uitspraak van Jambon in herinnering. In 2014 heeft Jambon, in een interview met La Libre Belgique en La Dernière Heure, gezegd dat collaboratie absoluut niet goedgekeurd kan worden, maar dat ‘de mensen die met de Duitsers collaboreerden, hun redenen hadden’.
Voor die laatste uitspraak heeft hij toen zijn excuses aangeboden en dat doet hij ook nu weer. “Ik vergelijk joden niet met terroristen. Ik verwees enkel naar een historisch feit in onze Belgische geschiedenis. Het verbergen van die mensen was iets positiefs. Wat vandaag in Brussel gebeurt, is dat niet. Voor mij draaide het in die uitspraak om de mechaniek van onderduiken”, reageerde hij dinsdag via zijn woordvoerder Olivier Van Raemdonck in Het Laatste Nieuws.