Jeugdwerkloosheid: wat is volgens de partijen het probleem en hoe lossen ze het op?

Voor sommige jongeren is het niet gemakkelijk om werk te vinden. Er zijn wel vacatures, maar geen geschikte kandidaten voor de job. Er zijn wel kandidaten, maar geen geschikte jobs voor hen. Hoe willen de partijen het probleem oplossen? Een overzicht. 

Het probleem van de jeugdwerkloosheid aanpakken belooft een uitdaging te worden, want de partijen zijn het niet eens over de grootte van het probleem. Bekijk je het regionaal, dan doet Vlaanderen het (volgens N-VA) niet zo slecht: vierde laagste in Europa, bijna alle schoolverlaters doen in het eerste jaar na het afstuderen werkervaring op. De recentste cijfers tonen voor Vlaanderen alvast een lichte daling in april 2014. Federaal is het een ander verhaal: de Belgische cijfers zijn bij de slechtste van de klas. 

Pvda+

Het probleem: te weinig werk voor te veel werkzoekenden, oudere werknemers langer aan het werk houden, geen of te weinig inkomen voor jongeren die stages volgen, als er geen werk is, hoe kunnen er dan stages gemaakt worden?, jongeren niet voldoende of fout opgeleid, bedrijven komen hun verplichtingen niet na.

De oplossing: meer werk, met name bij de overheid.

Hoe? fakkelbanen, waarbij (brug)gepensioneerden worden vervangen door jongeren, interimjobs moeten uitzondering worden, vast werk de regel, jobs creëren bij de overheid, activering moet emanciperend zijn, niet sanctionerend, passend werk voor iedereen. 

Uitkering: geen wachtuitkering.

Groen

Het probleem: er wordt ervaring gevraagd, maar dat hebben schoolverlaters en werkzoekenden niet.

De oplossing: meer ervaring en meer jobs, goede jobs en beter betaalde jobs.

Hoe? Meer stages: een stage bij elke opleiding, een stageplaats per 50 werknemers in een bedrijf. Loonkosten verlagen voor instapbanen, een vacatureplan om werkgevers te begeleiden die vacatures in te vullen, begeleiding na vier maanden na ontslag, afstuderen of einde van de stage. Onderwijshervorming moet aantal jongeren zonder diploma verminderen. 

Uitkering: terugdraaien verlenging van de wachtuitkering, uitkeringen moeten welvaartsvast zijn, geen beperking in de tijd. 

sp.a

Het probleem: structureel, vooral stedelijk probleem bij laaggeschoolde jongeren.

De oplossing: meer jobs maar geen mini-jobs, sensibilisering terwijl jongeren nog op school zitten.

Hoe? Door instapstages te organiseren na zes maanden werkloosheid, schoolverlaters zouden na 4 maanden al werkervaring moeten opdoen. Loonkosten verlagen voor jonge, laaggeschoolde werkzoekenden, werkcheques, inzetten op onderwijs, vertrouwen en begeleiding van de VDAB vanaf het moment dat het ontslag bekend is. 

Uitkering: geen beperking in de tijd, wel welvaartsvast, wie werk weigert kan wel worden geschorst en sp.a behoudt de wachtuitkering.

CD&V

Het probleem: helft werklozen zijn laaggeschoold, arbeidsmarkt en onderwijs niet op elkaar afgestemd

De oplossing: werkzekerheid via globale sociale bescherming, meer jobs maar geen werkcheques.

Hoe? Opleiding, begeleiding, werkervaring op maat vanaf 4 maanden werkloosheid, lastenverlaging, meer kansen om bij te leren en werkattitudes op te doen. 

Uitkering: wel een wachtuitkeringgeen beperking in de tijd, wel meer degressiviteit: sterker afnemen in de tijd dus.

Open Vld

Het probleem: verantwoordelijkheid wordt niet opgenomen, vraag en aanbod niet op elkaar afgestemd

De oplossing: meer jobs.

Hoe? De marktwerking: werk creëert werk, begeleiding naar een job, meer ervaring waaronder ook gemeenschapstaken voor wie meer dan twee jaar werkloos is en een lastenverlaging. Deeltijds leren wordt gemoderniseerd, competenties gemakkelijker omgezet naar een diploma. 

Uitkering: drie jaar voor schoolverlaters (de inschakelingsuitkering), gekoppeld aan middelbaar diploma, opleiding of stage na één jaar of je verliest de uitkering. Ook voor gewone werklozen: drie jaar uitkering, waarbij hoger in het begin en sterk begeleid tijdens eerste jaar. Tijdens het tweede en het derde jaar wordt ‘passende dienstbetrekking’ afgeschaft (dus ook een job die je niet wil doen of waar je niet voor gestudeerd hebt, komen in aanmerking). In het derde jaar wordt van werklozen gevraagd twee halve dagen per week gemeenschapswerk te doen. 

LDD

Het probleem: loonlasten en schoolmoeheid.

De oplossing: meer werk voor onze jongeren in plaats van buitenlanders.

Hoe? Lagere loonlasten, bekwaamheidsattesten voor schoolmoë jongeren die ook het aantal buitenlandse werkkrachten moeten doen dalen.

Uitkering: hoger aan het begin, degressief en stopgezet na 36 maanden. 

N-VA

Het probleem: slechte werking van de arbeidsmarkt, te hoge loonkosten en arbeidslasten.

De oplossing: meer jobs, zelfs als ze slecht betaald zijn. 

Hoe? ‘Structurele maatregelen op lange termijn’. Daaronder wordt verstaan: een intensieve begeleiding voor de vierde maand werkloosheid, wat zou betekenen: werkervaring, bedrijfsstages en beroepsopleiding, en een loonlastenverlaging.

Uitkering? Niets voor schoolverlaters: wie niets heeft bijgedragen, krijgt ook niets en de wachtuitkering blijft behouden. Voor werklozen: uitkering van maximaal 2 jaar, met eventueel daarna een activeringspremie van een jaar. De uitkering wordt wel hoger. Wie een passende job weigert, verliest zijn uitkering. 

Vlaams Belang

Het probleem: het onderwijssysteem, rigide Belgsische arbeidsmarkt.

De oplossing: flexibel onderwijs, Belgisch sociaal-economisch denkkader doorbreken.

Hoe? Gunstig klimaat voor ondernemers, werkervaring in eigen streek, loonlasten verminderen, activering behalve voor buitenlandse werknemers, investeren in onderwijs en innovatie.

Uitkering: wel wachtuitkering, geen beperking in de tijd, welvaartsvaste uitkering maar sancties bij werkonwilligheid.

Bronnen: Jobat, deredactie, Stamp Media,  CD&V, N-VA, sp.a, Open Vld, Groen, PVDA+, Vlaams Belang, Lijst Dedecker, Kevser gaat stemmen
Meer
Lees meer...