Melilla is een kleine Spaanse enclave in Noord-Afrika, waar de politiemacht dezer dagen sterker aanwezig is dan ooit. Het is immers de toegangspoort naar Europa voor migranten uit Afrika. Maar gevreesd wordt dat ook jihadisten van de Islamitische Staat (IS) de route kunnen gebruiken om naar het continent te komen en daar aanslagen te plegen.
Ze komen uit allerlei landen, van Mali of Libië tot Syrië. Sommigen hopen op een beter leven in Europa, anderen zijn gewoon op de vlucht voor een oorlog die hun thuisland verscheurt. Sommigen zijn de enclave binnengedrongen door over 6 meter hoge hekken met prikkeldraad te klimmen, anderen hebben een vals Marokkaans paspoort gekocht om gebruik te maken van het feit dat burgers uit Marokko als dagarbeiders binnen mogen in Melilla. Maar het zijn vermoedelijk niet allemaal hulpeloze mensen op zoek naar een rijkere toekomst.
Mogelijk zitten er ook jihadisten tussen die de routes van mensensmokkelaars gebruiken om naar Europa te komen. De politie houdt de situatie met militaire helikopters, gepantserde voertuigen en patrouilleschepen nauw in de gaten. Regelmatig vallen ze ook de drukke buurt Cañada binnen, gelegen op een heuvel van waar je het centrum van de stad kunt zien. In Cañada zijn buitenlanders, en al zeker journalisten, niet welkom.
Jihadisten ronselen
Vorige week nog zijn acht mannen opgepakt tijdens een gezamenlijke actie van de Spaanse en de Marokkaanse politie. De spilfiguur bevond zich in Cañada: Mohamed Said Mohamed leidde een groepering die potentiële jihadisten voor Irak en Syrië moest ronselen. Die arrestatie verliep echter niet vlekkeloos: een mensenmassa begon stenen naar de agenten te gooien en de politie moest in de lucht schieten om hen uit elkaar te drijven.
Ook de broer van de verdachte, Said Mohamed Zakarias, staat op het lijstje van de politie. Hij was tot in 2010 soldaat en beschikt over de nodige kennis van explosieven. Nadien was hij actief binnen MUJAO, een tak van al-Qaida. De politie denkt dat hij zich momenteel in Syrië bevindt en zijn broer de opdracht heeft gegeven om vers bloed te rekruteren. Naar schatting 2.000 Marokkanen zijn al vertrokken om voor de IS te strijden.
Leven in een kamp
Een kamp in Melilla moet de migranten opvangen. Het is er druk en erg onhygiënisch. In principe kunnen er 400 mensen worden opgevangen, in werkelijkheid wonen er 2.000 migranten. En dan zijn er nog veel illegale migranten die gewoon op straat leven. Voor die vluchtelingen is het leven in Melilla een hel. “Een heel volk wordt hier geslacht. We zijn aan de dood ontsnapt en niemand wil ons opvangen”, zegt Khalid Barazy, een bewoner van het kamp, aan CNN.
Het is bovendien al een verschrikkelijke opdracht om Melilla te bereiken. Zo vluchtte Barazy eerst van Syrië naar Turkije, maar ook daar werd de invloed van de IS hem te veel. En zo begon hij aan de lange reis naar het westen. Wie geluk heeft kan rechtstreeks naar Algiers vliegen en zo meteen de grens naar Marokko oversteken. Anderen moeten door Egypte, Libië en Algiers trekken, kortom, van het ene conflictgebied naar het andere.
Voor Barazi is het onbegrijpelijk dat mensen uit Marokko en omstreken de omgekeerde beweging maken: een gebied binnendringen dat hij probeert te ontvluchten. Uit vrees dat dezelfde mensensmokkelaars de jihadisten toegang tot Europa verschaffen, slagen mensen zoals Barazi er niet in om Spanje te bereiken. Ze zitten vast in afwachting van een goedkeuring van hun asielaanvraag en zien schepen vanuit Melilla naar het Spaanse vasteland vertrekken. En als de grootste angst van de Spaanse overheid waarheid wordt, zitten op die schepen toch jihadisten die terreur willen zaaien in Europa.