“Kom niet naar deze film kijken”: de mannen achter ‘Ron Goossens: Low Budget Stuntman’ doen hun eigen PR

Je hebt na al dat nieuws over Trump misschien zin in eens iets anders, en dan hebben wij hét antigif voor je: Ron Goossens: Low Budgettuntman. Da’s absurde komedie op z’n best, maar met de nodige dosis ontploffingen. Humor waar niet iedereen, maar zeker de makers van de film wél, mee kan lachen. Wij zitten met hen neer om het te hebben over Ron Goossens, stunts, 15 kilo bijkomen en waarom je deze film eigenlijk wel moet gezien hebben.

Toegegeven, Ron Goossens: Low Budget Stuntman is voor ons nu al de guilty pleasure van het jaar. Ron wordt totaal per ongeluk stuntman door een clipje op YouTube, iets waar hij geen zin in heeft, maar z’n vriendin wil ‘m alleen terug als hij kan bewijzen dat hij de mooiste actrice van Nederland in bed krijgt. Resultaat: een hele reeks aan absurde, bizarre en explosieve situaties. Perfect om even je brein op nul en lachspieren aan te zetten.

Ze zijn al twee weken op baan, maar dit is het eerste interview in België: Steffen Haars, Filip Van der Kuil en Tim Haars, de regisseurs en hoofdrolspeler van Ron Goossens: Low Budget Stuntman. We zitten in een hotel in Antwerpen en de heren maken een half uurtje tijd voor ons. Clever, grappig en met een pak minder scheldwoorden dan we verwachten, mogen we meedenken met de makers van New Kids: Turbo en New Kids: Nitro.

Een heel slecht idee

Ron Goossens: Low Budget Stuntman, zit zeker in dezelfde lijn van New Kids. Maar hoe bedenk je in vredesnaam een script rond een alcoholicus die tegen wil en dank stuntman wordt? Simpel, zo blijkt. “Wij vonden de combinatie stuntman en alcoholisme een heel goed idee”, zegt Steffen Haars. “Nuja, een heel slecht idee, maar een goed idee voor comedy. En toen dachten we aan Tim (z’n broer, nvdr.), en dat leek me wel wat voor hem, dus zijn we er mee verdergegaan.”

Is de jongere Haars dan eerder stuntman of eerder alcoholicus? “Nou, geen van beide. (lacht).” Ik speel echt mijn totale tegenpool. Want ik heb veel energie, ben heel positief en zin in het leven, en deze gast is allesbehalve dat.” Voor de rol moest hij trouwens ook vijftien kilo aankomen en hij deed ook een paar stunts.

“Ik mocht inderdaad een paar stunts doen, da’s niet gebruikelijk in Nederland”, zegt Tim. “Bijvoorbeeld als er een auto explodeert en ik mocht er dan uitrennen, ik ben ook door een paar hekken gereden. Ik heb ook altijd veel respect gehad voor stuntmannen, want die doen gevaarlijke dingen op een veilige manier.”

Heel serieus bezig met mislukken

“Wat het leuke is aan deze films is dat je heel serieus bezig bent met stunts”, zegt Steffen Haars, “maar die moeten uiteindelijk wel mislukken.” Filip Van der Kuil is het ermee eens. “De stunts zijn natuurlijk keibelangrijk, maar het blijft wel altijd in functie van de comedy staan.” Tegelijk willen ze in elke film een stunt steken die ze zelf nog niet gezien hebben. “In deze film is dat een auto die een voorwaartse salto maakt, bijvoorbeeld”, zegt Van der Kuil.

“Sowieso is het vreemd om stunts te filmen die moeten mislukken,” volgens Steffen. “Op een gegeven moment gooien we Ron bijvoorbeeld door een raam. Dan is de stunt natuurlijk dat hij door het raam gaat, maar dat mag bij ons niet zo zijn, want dan is het niet grappig.” Da’s dus een heel serieuze set en véél voorbereiding om het omgekeerde te bereiken van de meeste films. Welkom in de comedy-wereld.

47.000 calorieën en vette vis

Maar comedy schrijven, da’s duidelijk tweede natuur voor deze twee. Er is geen speciaal recept, geen magic formula. Of wel, maar ze is heerlijk simpel: “We proberen elkaar gewoon aan het lachen te krijgen”, zegt Steffen. “Als we niet heel hard lachen, dan weten we dat ’t niet goed is. Toen we wisten dat Tim de rol zou krijgen, vonden we het ook leuk om het extra grappig te maken. Want stunts die mislukken, da’s grappig, maar ’t is leuker als het allemaal nog wat onhandiger is. Dus is ie vijftien kilo aangekomen.”

“Ik heb er drieënhalve maand over gedaan, om die vijftien kilo aan te komen”, zegt Tim Haars daarover. “Ik dronk van die Nutridrinks, die mensen krijgen als ze moeten aansterken. Drie per dag, 47.000 calorieën aan alleen dat. En dan nog drie volle maaltijden per dag. Noten, vette vis. Ik had zoveel gegeten dat ik de hele tijd in een constante post-meal-dip zat. Ik had géén energie, en dat was ergens wel fijn, want ik was zo kapot, dat was perfect voor de rol.”

“Als ik dan de film zie, dan was het het ook wel waard, het is gewoon heel leuk. Ik zie mezelf niet terug.” Helemaal waar, Haars ziet eruit alsof die vijftien kilo er snel weer af waren. “Maar dat soort dingen kan je in Nederland dus niet zo vaak doen, daar is geen tijd en geld voor.”

Soms voel je ’t niet maar speel je het wel

Method-acting kan je het eigenlijk niet noemen, ondanks die vijftien kilo en een spit in z’n rug dat ook toevallig in het script stond. Volgens Haars is dat ook helemaal niet nodig. “Ik had eerst het idee, toen ik begon, dat ik een techniek moest hebben. Maar nu ben ik er achter gekomen dat ik er geen een wil. Eigenlijk kan je beter gewoon het script lezen, en daar heb je 80% al, de overige 20% kan je gewoon zelf verzinnen.” Da’s dan ook de essentie van acteren, volgens hem. “Soms voel je helemaal niks, maar dan speel je het wel. Dat maakt niks uit.”

“Ron is gewoon ook heel goed in veel zeggen zonder echt iets te zeggen”, zegt Van der Kuil over de acteerprestatie van Tim. “Dat kan je niet in het script zetten. Maar wij leerden Ron én Tim ook kennen. En dan dachten wij ook: ja, Tim, je hoeft niks te zeggen, we zien het gewoon aan je. Als het kut is, is het kut.”

Steffen in de fik

Het lijkt ons verschrikkelijk moeilijk om dit soort films te blijven maken. Na New Kids, de reeksen en twee films zou je denken dat de heren intussen wel zonder grappen zitten. Maar Steffen Haars is het daar niet mee eens. “Nee, dat gaat supergoed. Als wij bij elkaar zitten, dan komt er echt een kanon uit. Je zou denken, op een gegeven moment zijn de grappen op, maar ze blijven gewoon komen.”

“We hebben voor deze film ook nog keiveel uit ons eigen leven kunnen putten. Filip deed vroeger bijvoorbeeld zo’n stunts, en die waren niet heel professioneel, maar hij ging die wel filmen. Da’s wat er ook in de film gebeurt.”

“Ja, ik heb Steffen ooit in de fik gestoken, dat zit ook in de film”, zegt Van der Kuil. “Dat ging bijna goed. Achter een auto aan getrokken geweest, aan een touw, op m’n rug, dat heb ik ook gedaan. Op een strand, voor alle duidelijkheid. Uiteraard allemaal als voorbereiding voor deze film (lacht). “

“Niks liever dan dit”

Ze willen dit soort films ook blijven maken. “Ik kan alleen maar grapjes verzinnen. Naar die andere films kijk ik wel”, zegt Steffen. Ook voor Tim is dit ideaal, al wil hij natuurlijk ook wel andere dingen proberen. “Ik kijk gewoon rol per rol, en je krijgt daar een gevoel bij. Dit voelde goed. Ik doe niks liever dan dit, ik ben blij dat dit mijn beroep is. Maar om nu te zeggen: “Ik wil enkel heel fysieke rollen doen”, da’s heel moeilijk. Je moet dag gevoel krijgen, anders wordt het niks.”

Ron Goossens gaat niet de prijs voor grootste drama krijgen, da’s duidelijk, maar ze hoeven ook niet noodzakelijk serieus genomen te worden. Van der Kuil is daar het duidelijkst in. “Ik denk dat jij (Steffen nvdr.) daar anders over denkt”, zegt Filip. “Maar ik hoef niet niet zo serieus genomen te worden. Ik vind ’t gewoon leuk als mensen om de grappen lachen, en verder kijken om het verhaal te volgen.”

“Nou, ik vind het ook niet zo belángrijk om serieus genomen te worden”, zegt Steffen. “Er zit wel veel achter de film, maar dat wij lang en hard aan die film werken, daar denken mensen niet aan als ze de zaal binnenstappen. En dat hoeft ook niet. Zij denken gewoon, ‘goed of niet goed.'”

“Interesseert me geen reet”

Gebrek aan ambitie is er alvast niet, de twee regisseurs zitten duidelijk vol ideeën en botsen de hele tijd van elkaar af, met Tim Haars als bliksemafleider én aanstoker. Maar vraag niet om ze te vergelijken met iemand. “Ik hoef niet vergeleken te worden. Gewoon mezelf is wel goed,” zegt Van der Kuil. “Het interesseert me geen reet. Laat mij maar gewoon dingen maken waar ik om kan lachen.”

Ron Goossens is wat hen betreft nu voorbij, kunnen we nog meer van dit verwachten? “We gaan door, we gaan nieuwe dingen maken. Wat dat is kunnen we nog niet zeggen, maar we zijn nog lang niet klaar”, zegt Steffen. Wat Tim Haars betreft mag “Felix van Groeningen me altijd wel bellen. Als je dat even zou kunnen regelen? Hij kent mij niet, maar ik ken hem wel. Nu ben ik werkloos (lacht).”

Dat Ron Goossens niet door iedereen even goed onthaald zal worden, weten ze ook. Het blijft een heel specifieke vorm van humor. Maar dat schijnt hen alvast niet te deren. “Aan die mensen: blijf gewoon thuis. Kom niet kijken, ’t is ok”, zegt Van der Kuil. Steffen Haars roept erover, “Jullie geld voor kaartjes is niet welkom. En niet nodig ook.” ’t Is duidelijk. Laat deze mannen maar gewoon lekker zichzelf zijn.

Nog een boodschap voor newsmonkey-lezers? “Dit was het vetste interview ooit”, zegt Filip, en wij zijn het daar alleszins mee eens. “Ik hou van jullie allemaal”, blèrt Tim nog in mijn smartphone. We geloven hem.

Ron Goossens: Low Budget Stuntman loopt nu in de bioscoop. Nog twijfels? Check de trailer hier.

Meer
Lees meer...