Her en der verschenen quasi-hagiografieën, bij het vertrek van Proximus-topvrouw Dominique Leroy. Toch zijn enkele kritische vragen en bedenkingen aan de orde.
Wat gebeurt er precies? Dominique Leroy, de CEO van Proximus, verlaat het bedrijf voor concurrent KPN in Nederland, en doet dat pas in december. De vakbonden eisen haar onmiddellijk vertrek.
De grote vraag: Kan een CEO van een gigantisch telecombedrijf, dat in volle transitie zit, met de vakbonden moet praten over hoe een sanering moet, zomaar naar een rechtstreekse buitenlandse concurrent overstappen, en tegelijk nog een paar maanden gewoon doen alsof haar neus bloedt? Nochtans is dat exact wat er gebeurt met de grote baas van Proximus, en haar raad van bestuur.
De details: Die raad van bestuur moet zich de komende dagen ernstige vragen stellen. Want KPN, de Nederlandse speler met aan het hoofd voorzitter Duco Sickinghe, de ex-Telenet-baas, is natuurlijk niet zomaar een bedrijf. De twee, Proximus en KPN, keken al regelmatig naar elkaar voor een mogelijke (vijandige) overname. En ook al zitten ze in andere markten, concurrentie is er altijd in de internationale telecomsector. Alles wijst erop dat Leroy de voorzitter van Proximus, voormalig CD&V-kopstuk Stefaan De Clercq, toch stevig in de wind heeft gezet, bij de afspraken over haar exit.
Tussen de regels: Stevige vragen over good governance dringen zich op: kan de raad van bestuur dit allemaal zomaar passief laten gebeuren? Want het was een publiek geheim dat Leroy een exit zocht, al maanden. De grote digitale transitie die ze lanceerde bij haar Proximus ging niet zonder slag of stoot. Het algemene gevoel in de sector was dat Leroy daar veel te lang mee had gewacht, de slagkracht en het lef van haar voorganger Didier Bellens duidelijk miste. De focus van Leroy lag vooral op imago en branding, met name van haarzelf dan.
Komt daar nog bij: Leroy heeft nu ook een onderzoek naar handel met voorkennis aan haar been. De CEO van Proximus verkocht plots op 1 augustus 10.840 Proximus-aandelen voor 285.342,40 euro, blijkt uit een melding op de site van de FSMA van 6 augustus. De top van bij beursgenoteerde bedrijven is verplicht elke beurstransacties te melden, die boven de 5.000 euro gaat. Maar wist Leroy in augustus, enkele weken geleden dus, al dat ze zou vertrekken? Is dat het geval, dan dreigt een verdere donkere schaduw over haar exit te hangen: het imago van een hebzuchtige CEO die nog één keer langs de kassa gaat, speelt dan op. Want ze had evengoed rustig kunnen wachten met de verkoop van een dergelijk pakket, tot ze effectief haar exit maakte. Nogmaals: het gerucht van een vertrek hing al maanden rond Leroy.
Waarom de eis van de vakbonden? Dat de vakbonden duidelijkheid willen, en vooral samen met een nieuwe CEO de transformatie nu willen afronden, is niet meer dan normaal. Iedereen wil met de échte baas aan tafel, niet met iemand die binnen 3 maanden bij de concurrentie zit. Ook hier moet de raad van bestuur van Proximus misschien toch naar voren treden en de gesprekspartner worden, in de plaats van Leroy?
Waarom dit van tel is: In de afscheidsportretten die de afgelopen dagen verschenen van Leroy, die haar PR altijd goed verzorgde, zwaaide een deel van de pers wel met bijzonder veel lof. Wat daarbij schromelijk over het hoofd gezien werd, is uiteraard het eindbilan van de Proximus-CEO voor de consument, de honderduizenden klanten van de Belgische telecomreus.
The big picture? Belgische consumenten betalen belachelijk veel voor hun telecom: België is het duurste land van de EU voor mobiele data. Het effect is navenant: het gebruik in België ligt opvallend laag. Dat bevestigde de telecom-waakhond BIPT ook: uit hun recente rapport bleek nogmaals dat de Belgische consument moet opdraaien voor de hoge marges van de twee grote telecomspelers, Proximus en Telenet.
De harde realiteit: De reactie van Leroy op die dure prijzen was niet haar operationele kost naar beneden halen, om de consument en de maatschappij beter te bedienen. Integendeel: ze ging enkel en alleen het gevecht aan met de overheid, haar grootste aandeelhouder nochtans, om haar duopolie veilig te stellen. Toen de regering Michel besliste om een vierde speler toe te laten op de telecom-markt voor de nieuwe 4G- en 5G-licenties was het kot te klein. Met hulp van bevriende pers werd een heel verhaal opgepookt over mogelijk banenverlies. Dat de CEO van Proximus had moeten anticiperen, door al veel sneller een transitieplan voor te stellen en kosten te snijden, daar werd met geen woord over gerept.
Nog cases: Eenzelfde houding was te zien in het dossier rond netneutraliteit. Dat fundamenteel principe van ‘gelijkheid voor iedereen op het internet’, werd door Leroy aangevallen, allemaal in functie van de winstcijfers. Daarmee zette ze zich in het kamp van de grote telecomlobbyisten overal ter wereld, die bij Donald Trump een gewillig oor vonden. In Europa blijft die oorlog voorlopig in het voordeel van de netneutraliteit spelen. Maar fraai oogde het allemaal niet: mag een telecombaas meer zijn dan een platte lobbyist?
En nu? Vraag is hoe het verder moet. Na de eis van de vakbonden om onmiddellijk afscheid te nemen, en vooral een onderzoek naar handel in voorkennis, is elke glans bij het vertrek weg. De koers van KNP zakte vrijdag ook stevig. Verdere schade vermijden voor alle partijen, zou inhouden dat er een kort einde gemaakt wordt aan de zaak.