In Kung Fu Helden krijgen de deelnemers niet enkel een fysieke confrontatie met zichzelf, maar zeker ook een mentale uitdaging. Dat is ook het geval bij Astrid Coppens, die terugdenkt aan haar moeilijke jeugd, waardoor ze nog steeds vaak onzeker is.
In Kung Fu Helden trekken acht BV’s naar een tempel in Zuid-Korea (hoewel kungfu een Chinese vechtsport is). Daar krijgen ze door echte meesters een intense training in de Shaolin Kung Fu. Shifu Yan Lei en Shi Heng Yi zullen hen niet enkel trainen in de vechtsport, maar ook mentaal uitdagen. Ze moeten namelijk mediteren om hun geest te kalmeren en innerlijke vrede te vinden. Daarvoor worden ze elf dagen lang volledig afgesloten van de buitenwereld, zonder gsm of zelfs boeken.
Die mentale uitdaging brengt duidelijk heel wat zaken naar boven. Day blijkt uit de vele open een eerlijke gesprekken die het programma al opleverde. Zo zien we in een preview van de aflevering van woensdag Astrid Coppens in gesprek met Nora Monsecour en Anke Buckinx.
Onzeker
“Ik was voor het programma heel bang van de vooroordelen van mensen ten opzichte van mij. Ik dacht dat mensen niet gingen willen meedoen als ik meedeed”, legt ze uit. Daarna vergelijkt ze haar persoonlijkheid met master Yan Lei.
“Vanaf mij 12 jaar ben ik op school gepest geweest. Ik ben 1.78 meter groot en dat is al zo sinds mijn twaalfde. Ik had dan ook nog geen borsten, maar was wel anderhalve kop groter dan degene die naast mij stond. Ik zag dat eigenlijk een beetje als een misvorming, dat ik abnormaal was. Ik ben heel onzeker geworden door mijn uiterlijk en dat is altijd zo gebleven”, klinkt het.
“Dat is ook een beetje door de bekendheid, want ik Amerika heb ik dat minder. Ik sta zeker niet graag op de voorgrond, ik zal nooit als eerste een restaurant binnenstappen. Ik ben dan heel onzeker en weet met mijn lijf geen blijf.”