Deze week publiceerde Deloitte de Money League 2022 -een overzicht van de top 20 rijkste voetbalclubs- en de conclusies hieruit zijn opvallend. Meer dan ooit is de Premier League het verschil met de andere competities aan het uitdiepen. De vraag is of die enkele grote clubs uit Spanje, Frankrijk, Duitsland en Italië nog zullen kunnen volgen. Real Madrid heeft zichzelf ademruimte gekocht dankzij hun winst in de Champions League. Hun grootste uitdaging wordt nu om terug een aantrekkingspool te worden voor de allerbeste spelers.
De Europese voetbalcompetities zijn met voorsprong de sportcompetities waar de kapitalistische krachten het sterkst spelen. Grote clubs worden alsmaar groter en zij slagen er alsmaar beter in hun positie te beschermen. Daarvoor zijn vele redenen, gaande van chantage van de grootste ploegen om zich af te scheiden van de andere clubs – denk maar de European Super League plannen van vorig jaar – maar ook het alsmaar grotere budget dat ze ertegenaan gooien, waardoor het verschil met kleinere clubs en kleinere liga’s nog groter wordt. En de spelers profiteren hier nog meer van.
Rijk, rijker, rijkst vertaalt zich in een alsmaar kleinere top die de wereld van het Europese voetbal domineert. Drie trends zijn een uitgesproken gevolg van deze evolutie.
1. De Big 5 Liga’s worden dominanter
De Big 5 liga’s, met name de Premier League (Engeland), Serie A (Italië), La Liga (Spanje), Ligue 1 (Frankrijk) en de Bundesliga (Duitsland), beheersen meer dan ooit het Europees voetbal. In de laatste 20 jaar wonnen alleen Big 5-clubs het kampioenenbal, met uitzondering van het verrassende Porto van José Mourinho in 2004.
Vandaag zijn we al blij dat een Belgische ploeg geen voorronde moet spelen in de Champions League. Voor het Bosmanarrest -dat vanaf 1995 toeliet dat elke speler einde contract een vrije transfer kon afdwingen – boekten RSC Anderlecht, Club Brugge, KV Mechelen en Royal Antwerp FC nog grote Europese successen. Ze namen twaalf keer deel aan de finales van de Europese tornooien tussen 1970 en 1993. In 1988 won KV Mechelen notabene nog Europacup 2 of de Beker der Bekerwinnaars- en in 1993 speelde Antwerp nog de finale tegen het Italiaanse Parma. De kleinere competities zijn vandaag nog weinig meer dan kraamkamers voor de ‘Big 5’.
2. De Premier League wordt dominanter
Bij die ‘Big 5’ zie je de toenemende dominantie van de Premier League die het verschil met de andere vier uitdiept. Ter vergelijking: het totale budget van de Jupiler Pro League bedraagt 357 miljoen euro. Dat is 50 miljoen minder dan wat Paris Saint Germain betaalde om twee spelers (Mbappé en Neymar) aan zich te binden.
3. De Engelse clubs worden dominanter
Binnen die Premier League wordt de concurrentie voortdurend groter en dat maakt ze dan ook sterker. Er blijven altijd nieuwe mecenassen binnenkomen – FC Chelsea kwam vorige week nog voor 5,2 miljard dollar in handen van de Amerikaanse miljardair Todd Boehly. De budgetten stijgen voortdurend, wat deze teams toelaat om de allerbeste spelers te kopen.
Hieronder zie je nog eens goed hoe snel het gaat. In het seizoen 19/20 stonden er 7 Engelse teams in de top 20, nu zijn het er al 10. FC Barcelona en Real Madrid hebben jarenlang deze rangschikking aangevoerd maar zijn hun topposities nu kwijt.
Geld en traditie zorgen in het voetbal voor succes. De Engelse clubs domineren dan ook almaar meer Europese bekers. Ze hebben op langere termijn de plaats van de Spaanse clubs ingenomen, zoals deze analyse van The Economist aantoont. [Uitzondering die deze regel bevestigt is het Franse PSG, dat de voorbije 10 jaar een miljard euro aan transfers realiseerde, maar nooit de Champions League kon winnen. De club heeft dan ook geen voetbaltraditie, vergelijkbaar met andere clubs op dat niveau. Opgericht in 1970 als fusieclub, begon PSG pas in 2011 aan zijn opmars na de overname door Qatar Sports Investments.]
Het zegt iets over het niveauverschil dat Real Madrid met heel wat geluk de finale is ingeduikeld en dat onze eigen wereldkeeper Courtois de beste speler op het veld was. De tijd dat Real en Barcelona dankzij hun veldspel de rest op een hoopje speelden, ligt ver achter ons.
Topspelers kiezen zelden nog voor de Spaanse topploegen
De lakmoesproef zal zijn of de bijna 34-jarige Lewandowski straks kiest voor Real Madrid – of FC Barcelona. De Catalanen zouden voorlopig de voorkeur genieten van de Pool . Het ware goed voor Madrid en de Spaanse competitie om de Poolse superster binnen te halen om te laten zien dat de club en de liga nog een aantrekkelijke bestemming is. Als hij ook vertrekt naar de Engelse Premier League dan wordt het toch echt heel moeilijk in de toekomst. Die andere superster, Erling Haaland, is al vertrokken naar Engeland.
Het is al heel lang geleden dat Real Madrid erin slaagde om de huidige beste spelers van de wereld naar zich toe te trekken- denk aan Mbappé die maandenlang met de Spaanse topclub flirtte om uiteindelijk te zwichten voor de Qatarese petrodollars. De tijd dat Cristiano Ronaldo en David Beckham smeekten om naar Real te mogen gaan, is achter de rug . De nieuwste generatie toppers wil elke week spelen op het allerhoogste niveau en dat is de Premier League. De kans bestaat dat we over 5 jaar spreken over de Premier Champions League, wat ongetwijfeld een desillusie zou zijn voor de echte voetbalfans.
Xavier Verellen is auteur en ondernemer. Zijn recente boek ‘Topsporters zijn CEO’s’, dat aantoont dat leiderschap het verschil maakt tussen kampioenen en superkampioenen, is te koop in de Standaard Boekhandel of online via https://topsporterszijnceos.businessam.be/