De Italiaanse premier Mario Draghi zal vandaag voor de tweede keer in amper een week zijn ontslag aanbieden aan de president Sergio Mattarella.

De donkere wolken boven de Italiaanse regering trekken niet weg. Draghi zei donderdagochtend in de Italiaanse Kamer van Afgevaardigden dat hij opstapt als premier van het land. De voormalige voorzitter van de Europese Centrale Bank (ECB) gaat zijn ontslag aanbieden bij Mattarella.

“Dank u voor al het werk dat we in deze periode samen hebben verricht. Na de stemming van gisteravond in de senaat, verzoek ik deze zitting te schorsen omdat ik op weg ben naar de president om mijn voornemens kenbaar te maken”, zei hij.

Drie partijen boycotten vertrouwensstemming

Het vertrek van Draghi komt er na een vertrouwensstemming in de Senaat woensdag. Een meerderheid van de senatoren schaarde zich achter Draghi, maar drie grote regeringspartijen staken de premier stokken in de wielen. Lega en Forza Italia verlieten het halfrond en de Vijfsterrenbeweging bleef aanwezig, maar die partij weigerde een stem uit te brengen.

Het vertrek van Draghi effent de weg voor moeilijke en onzekere vervroegde verkiezingen, die in het najaar zouden kunnen plaatsvinden. Er circuleren verschillende datums: 25 september, 2 en 9 oktober.

Draghi wou vorige week al zijn ontslag geven, maar de Italiaanse president weigerde dat te aanvaarden. Matterella vroeg hem toen om onderhandelingen met de beleidsmakers voor te zetten in de hoop dat de premier alsnog voor “nationale eenheid” kon zorgen.

De malaise was begonnen toen de Vijfsterrenbeweging aankondigde niet mee te stemmen over een financieel steunpakket voor gezinnen en bedrijven, om hen door de huidige economische en sociale crises te loodsen die het land kwellen. Giuseppe Conte, partijleider van de Vijfsterrenbeweging, zei toen dat de regering niet luisterde naar de eisen van zijn partij. “We zijn bereid om constructief mee te werken met de regering van premier Draghi, maar we geven ze geen blanco cheque”, klonk het.

Europese beurzen in het rood

Door de politieke problemen in Italië duiken de Europese beurzen in het rood. Na een uur handelen stonden de Eurostoxx50 en de Bel20 op een verlies van 0,3 procent. De spread, het verschil tussen de Italiaanse en de Duitse tienjaarsrente, steeg dan weer tot 243 basispunten. Ter vergelijking: gisterenavond was dat 213 basispunten. Ook de euro deelde in de klappen. De waarde van de Europese munt daalde deze ochtend van 1,021 naar 1,017 dollar.

Alle ogen zijn vandaag ook gericht op de ECB. De toezichthouder gaat niet alleen een eerste renteverhoging in elf jaar aankondigen, maar waarschijnlijk ook meer details delen over het Transmissie Protectie Mechanisme (TPM). Via dat “anti-fragmentatie-instrument” wil de ECB voorkomen de spread te hoog oploopt.

(lb)