Mark Rutte, de ontslagnemende Nederlandse premier, is benoemd tot de nieuwe secretaris-generaal van de NAVO. Na lang onderhandelen zijn alle 32 lidstaten van het militair bondgenootschap akkoord gegaan. Hij volgt de Noor Jens Stoltenberg op.
De benoeming van Rutte werd bevestigd nadat de laatste twijfelende landen, waaronder Hongarije en Slowakije, hun steun toezegden. President Klaus Iohannis van Roemenië was aanvankelijk zelf kandidaat en vond dat Rutte niet geschikt was om effectief tegen Vladimir Poetin op te treden. Uiteindelijk trok hij zijn kandidatuur in en steunde hij de Nederlander toch.
Een leiderschapswissel voor het jubileum
Rutte begint zijn nieuwe functie op 2 oktober, op een cruciaal moment in de internationale politiek. Dit is iets meer dan een maand voor de Amerikaanse verkiezingen, waarin voormalig president Donald Trump heeft toegezegd binnen de NAVO te blijven. Hij dreigt er wel mee de Amerikaanse steun aan Oekraïne te verminderen als hij wordt herkozen.
Met de benoeming van Rutte is het opvolgingsprobleem binnen de NAVO tijdig opgelost. Dit komt goed uit, aangezien de NAVO in juli haar 75ste verjaardag viert. Het bondgenootschap kan dit jubileum nu vieren met nieuw leiderschap in het vooruitzicht.
Defensiebudget blijft uitdaging
Ruttes campagne voor de topfunctie begon in november vorig jaar en werd gesteund door de Amerikanen, die hem zien als een pragmatische leider die in staat is om deals te sluiten. Toch kreeg hij te maken met tegenstand uit Oost-Europese landen, met name van het Hongarije van Viktor Orbán. Ook de Turkse president Erdogan had aanvankelijk moeite met Ruttes standpunten over persvrijheid. Na een ontmoeting werden die plooien gladgestreken.
Een punt van kritiek op Rutte is zijn falen om tijdens zijn 14-jarige premierschap de Nederlandse defensie-uitgaven op het NAVO-doel van 2 procent van het bbp te brengen. Dit jaar wordt verwacht dat Nederland dit doel eindelijk zal halen.
Toekomstige uitdagingen voor Rutte
De grootste uitdaging voor Rutte als nieuwe secretaris-generaal zal zijn om andere NAVO-landen aan te sporen om hun defensie-uitgaven op te schroeven naar het doel van 2 procent van hun bbp. Tegen het einde van 2024 zullen naar verwachting slechts 18 van de 34 landen dit doel hebben bereikt.
Rutte heeft eerder benadrukt dat er meer geïnvesteerd moet worden in defensie-uitgaven. De wapenproductie enorm moet worden opgevoerd en er veel meer ondersteuning moet komen voor Oekraïne. “We moeten investeren in onze defensie-uitgaven. We moeten de wapenproductie enorm opvoeren en dan moeten we veel meer doen ter ondersteuning van Oekraïne”, zei hij hierover.