Carbondioxide is een belangrijk element in de stijging van broeikasgassen, maar atmosferisch methaan wordt vaak over het hoofd gezien. En daar zit een probleem, zegt nieuw onderzoek. Want door de stijging van die methaangassen, kunnen we de Parijse afspraken rond de beperking van broeikasgassen, niet houden.
De hoeveelheid methaan die in de atmosfeer terechtgekomen is sinds 2007 is goed voor meer dan zes procent van de totale groei in broeikasgasuitstoot sinds het begin van de industriële revolutie. Dat zegt een paper in vakblad Global Biogeochemical Cycles. De onderzoekers stellen ook meteen dat de impact van die methaangassen de klimaatdoelstellingen van Parijs in gevaar brengt.
CO2-uitstoot is niet het enige probleem
In 2015 kwamen zo’n 55 landen in Parijs overeen om de opwarming van de aarde onder de twee graden celsius te houden (ten opzichte van pre-Industriële Revolutie-temperaturen). Hoe we dat doen, hangt af van land tot land, maar de meeste wereldleiders kijken naar CO2-uitstoot en willen die beperken.
“De huidige groei in methaangasuitstoot duurt nu al een decennium”, staat er in de studie. “Als die groei op hetzelfde niveau verdergaat tijdens de komende decennia, stelt dit onderzoek dat de impact van dat methaangas en de bijbehorende temperatuurstijging nefast is voor de vooruitgang die we de laatste jaren hebben gemaakt door CO2-uitstoot te verminderen.”
Methaan is ook de reden waarom het zo’n slecht plan is dat Japan naar ‘vuurijs’ gaat boren.
Pre-industriële methaanniveaus stonden geregistreerd op zo’n 720 ‘parts per billion’ (deeltjes per miljard deeltjes of ppb) en in 1984 was dat niveau gestegen tot 1.645 ppb. In de twee decennia nadien stagneert die groei, in 2006 registreerden we ‘slechts’ 1.775 ppb. Maar in 2017 zien we opnieuw een stijging: het niveau stond toen op 1.850 ppb.
Volgens Matt Rigby, een researcher die de atmosfeer bestudeert aan de universiteit van Bristol en geen deel uitmaakt van de studie, zegt in de LA Times dat onderzoekers hoopten dat de atmosferische methaandeeltjes zouden dalen. “Maar dat is niet gebeurd, ze zijn de laatste tien jaar langzaam maar zeker gestegen. Het is heel verwarrend. Niemand snapt het.”
Methaandeeltjes zijn vooral toegenomen in de tropische gebieden en centraal over de noordelijke continenten. “Die stijging blijft voortduren”, zegt het team. Maar het methaan komt niet meer van dezelfde plaats. Dus waar komt die stijging vandaan?
Waarom stijgen de methaanniveaus?
Er zijn drie grote theorieën, zegt de auteur van de studie Euan Nisbet aan Newsweek. “Een eerste theorie is dat het ‘methaanbudget’ van de planeet gewoon was uitgebold. Zoals een wagen die plankgas gaat, op een gegeven moment versnel je gewoon niet meer omdat er een balans is. Dat is waar we dachten heen te gaan tussen 2000 en 2006. Maar blijkbaar hadden we de topsnelheid nog niet bereikt.”
Een tweede theorie is dat er op een andere manier methaangas wordt geproduceerd. We associëren methaangas vooral met de ‘natuurlijke uitlaatgassen’ van mensen en dieren. Maar naast de afbraak van biologisch materiaal, kan er ook methaangas ontstaan door de verbranding van fossiele brandstoffen.
Dit is het effect van al het plastic dat we weggooien.
Een derde idee stelt dat onze atmosfeer z’n mogelijkheden uitgeput raken. Onze atmosfeer is in staat om methaangassen af te breken, maar misschien is die capaciteit intussen gewoon op. Zelfs als we een daling in methaangas krijgen, blijft er dan wel meer hangen.
Maar op dit moment blijft het dus bij theorie, we weten niet precies waarom er zoveel methaan in de lucht hangt en waarom die stijging zo sterk blijft doorzetten. Volgens de auteurs van de studie is het dan ook dringend nodig dat we kijken naar waarom methaangassen stijgen. “Anders wordt het moeilijk om de klimaatopwarming binnen de grenzen van de Parijsakkoorden te houden”, concluderen ze.
Hoe kunnen we minder methaan produceren?
Hoe stoppen we de groei van methaangassen dan? Volgens Nisbet kunnen we de biologische oorzaken achter methaangasproductie, koeien en hun uitstoot zeg maar, niet tegenhouden. Maar door fossiele brandstoffen en de industrie daarachter aan te pakken, kunnen we wel een wezenlijk verschil maken. Ook in de voedingsindustrie liggen er volgens hem uitdagingen. “Als je organische melk uit een Welsh dorpje vervangt door soyamelk dat geproduceerd wordt door extreme landbouw en pesticiden op een weide in een voormalig Zuid-Amerikaans regenwoud, dan gaan we het niet oplossen”, aldus Nisbet.
Daarnaast zijn de inspanningen om de CO2-uitstoot tegen te gaan ook legitiem. “De twee grootste uitdagingen zijn de CO2-uitstoot van koolmijnen en verbranden van kool in landen zoals China, India, Australië en Zuid-Afrika en ook de bevolkingsgroei in Centraal-Afrika en het Midden-Oosten. Dat laatste veroorzaakt namelijk grote verschuivingen in de regionale boerderijen, hoeveel dieren er nodig zijn en dus hoeveel methaan er geproduceerd wordt. De beste langetermijnstrategie om die regionale uitstoot tegen te gaan is dus door de bevolkingsgroei te stoppen en daarvoor moeten we meisjes aanmoedigen om naar school te gaan en oude mensen pensioenen geven”, zegt Nisbet. “Maar dat is wel erg ver van het methaanprobleem.”