Luc Alloo heeft minister van Binnenlandse Zaken Jan Jambon (N-VA) een tijdje mogen volgen, en dat levert zoals altijd een paar opvallende onthullingen op. Zo was de minister tijdens zijn studentenjaren praeses en schreef hij zelfs liederen. Hij had ook ambities om zanger te worden, maar het ontbrak hem aan talent. En z’n vader zet voor eens en voor altijd recht dat je zijn achternaam op z’n Frans uitspreekt.
Na premier Charles Michel (MR) waagt ook minister van Binnenlandse Zaken Jan Jambon zich voor de camera van Luk Alloo. We zien hem onder andere op bezoek in zijn geboortestad Genk. Daar verklapt zijn vader dat de familienaam ‘Jambon’ altijd op z’n Frans werd uitgesproken en zijn zoon er snel een Nederlandstalige variant van heeft gemaakt. Het was zijn grootvader die het Flamingantisme aan de minister heeft doorgegeven. Er hing zelfs een schilderij van de man in de kamer van de tiener Jan. Z’n grootvader vocht ooit aan de IJzer in de Tweede Wereldoorlog, dus hier is het allemaal begonnen.
Jan Jambon blijkt ook tal van andere toekomstdromen te hebben gehad voor hij in de politiek stapte. Hij ging na zijn middelbaar onderwijs normaal een jaar als internationaal truckchauffeur rondrijden. “Het avontuur trok me daarin enorm aan. Helaas is het er nooit van gekomen.” En tijdens zijn studentenjaren wou hij het als zanger proberen. Hij was praeses en schreef eigen liederen. “Ik was heel graag zanger geworden, mocht ik het talent gehad hebben.” Tijdens de reportage van Luk Alloo zouden we de minister ook een keer echt horen zingen.
Zelden in de les
Hij genoot overigens wel van het studentenleven aan de Vrije Universiteit Brussel en woonde zelfs bijna geen lessen bij. Intussen studeerde hij de cursussen in zijn kot, zodat hij meer tijd had voor al de rest.
Behalve nostalgie belooft het ook spannend te worden, want Luk Alloo was bij Jambon toen in Berlijn een truck op een kerstmarkt inreed. We gaan dus zien hoe het er achter de schermen aan toe ging.
Alloo bij Jan Jambon – dinsdag om 21u40 bij VTM