NASA lanceert morgenochtend een satelliet die de zon gaat bestuderen. Nooit eerder zullen we zo dicht bij de ster van ons zonnestelsel gekomen zijn. Het is de bedoeling dat de Parker Solar Probe de zon gaat ‘raken’ en in de buitenste atmosfeer, of corona, gaat vliegen. Op die manier zouden we veel meer kunnen weten over onze zon. Normaal moest de satelliet vanochtend al gelanceerd worden, maar uiteindelijk werd de start afgeblazen.
De Parker Solar Probe is één van de meest bijzondere ruimtetuigen die NASA al gelanceerd heeft. Om zo dicht bij de zon te overleven, zal het toestel temperaturen van meer dan 1.000 graden moeten kunnen weerstaan. Morgenochtend vertrekt het toestel vanuit Florida, een dag later dan gepland. De lancering werd vanochtend immers nog afgeblazen. Over zes weken zou de Parker Solar Probe al voorbij Venus moeten schieten, om dan over nog eens zes weken voor de eerste keer nabij de zon te komen. Daar zal het toestel gedurende zeven jaar 24 keer rond onze ster vliegen.
Corona
De bedoeling van de gewaagde missie is de corona van de zon te bestuderen. Daar gebeuren de meeste dingen die invloed hebben op het leven op aarde. De satelliet zal daarvoor in de atmosfeer van de zon vliegen. Het toestel komt zo op 6,16 miljoen kilometer van het brandende oppervlak van de zon. “Ik besef dat dit niet klinkt als heel dichtbij, maar stel je voor dat de zon en de aarde slechts één meter van elkaar gescheiden zouden zijn, dan zou de Parker Solar Probe op 4 centimeter van de zon naderen”, zegt Dr. Nicky Fox aan BBC.
De vorige keer dat we in de buurt van de zon geraakten, was met Helios-2. In 1976 kwam dat toestel op 43 miljoen kilometer van de zon. Wat NASA nu doet, is dus nog grootser. Bovendien is de Parker Solar Probe het snelste toestel dat de mens ooit gemaakt heeft. Het zal 690.000 kilometer per uur vliegen. Alsof je van New York naar Tokio zou vliegen in amper één minuut.
Zonnewinden
De missie is uiteraard heel belangrijk, want de zon vuurt constant geladen partikels en magnetische velden op de aarde af. Denk maar aan het noorderlicht dat hierdoor wordt veroorzaakt. Zonnewinden kunnen echter ook schadelijke gevolgen hebben. Zo is het mogelijk dat communicatie onderbroken wordt, dat satellieten offline vliegen en er stroompannes opduiken. Wetenschappers willen dit soort zonnestormen kunnen voorspellen en daarvoor moet de Parker Solar Probe nuttige informatie voorzien.
Die corona is een opmerkelijke plaats. Het is er heter dan op het eigenlijke oppervlak van de zon. Daar kan het 6.000 graden worden, maar in de buitenste atmosfeer spreken we over een temperatuur van enkele miljoenen graden. Hoe dat komt, weten we ook nog niet exact. In de corona bereiken de zonnewinden ook hun grootste kracht, met snelheden van meer dan 500 kilometer per seconde.
Enorme hitte
Hoe gaat de Parker Solar Probe die helse omstandigheden dan overleven? De missie ligt eigenlijk al 60 jaar op tafel bij NASA, maar de technologie was er toen niet klaar voor. Al het materiaal op het toestel zit achter een 11,5 centimeter dik zonneschild. Dat is gemaakt van koolstof. De temperatuur zal voor de onderdelen zo altijd een draaglijke 30 graden bedragen.
Uiteraard wordt het toestel zelf gedreven door zonne-energie. Dat was een uitdaging, want de zonnecellen moeten zo naar het zonlicht moeten worden gedraaid en zij haten hoge temperaturen. Een computersysteem aan boord zal voor koeling zorgen en altijd het minimum aantal zonnecellen nodig om te vliegen achter het zonneschild uithalen. Dat betekent dat de Parker Solar Probe ook redelijk autonoom is en zichzelf kan besturen. In de buurt van de zon zal radiocontact verstoord worden en moet het toestel problemen zelfstandig kunnen oplossen. Bovendien moet het zonneschild altijd naar de zon gericht blijven, want anders zal de Parker Solar Probe het niet overleven.
Europa
Europa is van plan om een eigen missie naar de zon te lanceren. Het Europees Ruimteagentschap ESA zou in 2020 zijn Solar Orbiter, ofwel SolO, willen lanceren. Die zal tot op 42 miljoen kilometer van het oppervlak van de zon komen. Dat is minder dicht dat de Parker Solar Probe van NASA, maar ook hiervoor is een behoorlijk ingenieus zonneschild nodig. Afstand bewaren heeft één groot voordeel voor ESA: SolO zal recht naar de zon kunnen kijken. Op die manier kunnen beide missies elkaar versterken. Het wordt in elk geval druk rond onze zon.