De relatie tussen de CEO van overheidsbedrijf Proximus, Dominique Leroy, en de politiek is al langer bekoeld. Met de aankondiging van een banenverlies tot bijna 2.000 jobs, en de koppeling aan de komst van een vierde telecomspeler, zette ze kwaad bloed bij de regering. Maar nu vraagt de oppositie dat Leroy naar het parlement komt, om uitleg te geven.
“Jobs, jobs, jobs”, dat is de mantra die premier Charles Michel (MR) vier jaar lang herhaalde, samen met z’n regeringsploeg. En of het nu Michel I is, of het minderheidskabinet Michel II, aan die filosofie verandert niet veel. Ook al omdat het een van de weinige domeinen is waarop de premier een compleet succesverhaal kan presteren: er zijn onder zijn beleid merkelijk meer jobs bijgekomen.
Dat dan uitgerekend een overheidsbedrijf heel die communicatiestrategie rond jobs keihard doorkruist, dat moet pijn doen. Want de meerderheid van de aandelen van Proximus zijn in handen van de federale overheid: de ultieme baas van Proximus-CEO Dominique Leroy is dus in feite niemand anders dan premier Charles Michel (MR).
Maar op die relatie tussen CEO en regering zit al langer spanning. Bij Proximus konden ze allerminst verteren dat de federale regering deze zomer besliste dat er een veiling komt om een vierde mobiele licentie uit te reiken. Daardoor zou er naast Telenet, Proximus en Orange, nog een vierde mobiele operator bijkomen. Dat is goed nieuws voor de consument: meer concurrentie betekent lagere prijzen. Vicepremier Alexander De Croo (Open Vld) wees er meermaals op dat België erg hoge prijzen heeft voor mobiel bellen en data, hij was de grote voorstander van zo’n vierde licentie.
De schuld van de regering
Maar Leroy verteerde dat dus niet, en dreigde toen al met “duizenden banen” die zouden verloren gaan. Daarbij werd de vakbond handig voor de kar gespannen. Bij de aankondiging van de besparingen gebeurde dat nu, zes maanden later, opnieuw: zij spraken meteen over die vierde licentie als oorzaak. Lees: het is dus de schuld van de regering dat die jobs verdwijnen.
Proximus-baas Leroy legt vandaag het afslankingsplan voor aan de vakbonden. Daarbij horen er grote cijfers: de komende drie jaar verdwijnen er 1.900 jobs. Maar tegelijk komen er 1.250 nieuwe jobs bij. Daarbij zouden ook zelfs naakte ontslagen vallen. En ook het brugpensioen, nochtans verguisd door de regering Michel, zou weer van stal gehaald worden.
Dat valt bijzonder moeilijk bij de politiek, vooral de vingerwijzing als zou de regering verantwoordelijk zijn. Want de kans dat die vierde speler er komt is kleiner geworden, nu de regering in lopende zaken is gegaan. En bovendien zijn er allerlei andere redenen waarom Proximus moet besparen: het bedrijf is duidelijk de afgelopen jaren niet genoeg klaar gemaakt om de huidige uitdagingen aan te gaan. Het personeelsbestand is te vergelijken met dat van de grote Nederlandse speler KPN, maar die bedient wel een land van 17 miljoen inwoners, tegen 11 miljoen in België.
Leroy in het parlement?
Het conflict tussen Leroy en de politiek krijgt nu mogelijks nog een interessante wending, doordat de regering geen meerderheid meer heeft. De oppositie vraagt nu immers dat er hoorzittingen komen, en dat Leroy het in het parlement komt uitleggen. “Je kan moeilijk het dossier Proximus zes maanden in de diepvries steken. En de regering heeft altijd gezegd dat ze met het parlement wil samenwerken”, zegt Groen-kamerlid Stefaan Van Hecke.
Doordat de regering Michel II maar 52 kamerzetels heeft, kan ze moeilijk dergelijke vragen weigeren. Bovendien valt er voor de regering zo ook wel iets te winnen: Leroy moet dan verplicht op een hele reeks harde vragen antwoord komen geven. Of hoe het parlement in het dossier-Proximus mogelijks eindelijk kan tonen dat het niet nog maanden werkloos blijft.