Na een – voor haar doen – matige eerste dag én een teleurstellende sprong prestatie in het verspringen heeft Nafi Thiam besloten om de handdoek in de ring te gooien in de zevenkamp op het WK in Tokio. Het waren al bewogen dagen voor de Belgische atlete, waarbij de strijd voor haar al begon nog voor ze een stap op de piste zette.
Voor het WK van start ging, droomde Nafi Thiam al van haar derde wereldtitel in de zevenkamp. Maar het conflict van Thiam met de Belgische atletiekbond zorgde al meteen voor een domper. “Dat heeft energie gekost en zorgde niet voor een positieve mindset om aan de competitie te beginnen, maar het was nu eenmaal zo. Er hing voortdurend een donkere wolk boven mijn competitie en ik heb dat niet van mij kunnen afschudden.”
200 punten van de derde plaats
Thiam begon gisteren aan de zevenkamp. Maar na de eerste drie onderdelen moest ze zich tevreden stellen met een zesde plaats. Vannacht kwam daar ook nog een teleurstellende prestatie in het verspringen bij. Thiam bleef steken op 5,99 meter met twee nulsprongen en bleef zo ver onder haar persoonlijk record van 6,86 meter.
Daardoor kwam ze nu op een achterstand van meer dan 200 punten ten opzichte van Katarina Johnson-Thompson, de nummer drie in de tussenstand. “Ik heb geen zin om op te geven of het te laten lopen, ook al klinkt dat nu misschien wat gek”, klonk het meteen na het verspringen bij Sporza. “Ik wil die beslissing niet nu meteen na de wedstrijd nemen, na zo’n ontgoocheling. Mijn score is helemaal om zeep. Als ik nog voortdoe, dan is het uit principe. Ik voel dat mijn lichaam niet tevreden is, we zullen het bespreken met het team om te bekijken wat de beste beslissing is.”
En die beslissing werd dus toch een opgave. “Ik ben mezelf niet en ik haal er ook geen plezier uit”, klonk het bij Thiam. “Het is vooral mentaal. Ik zat niet in de vorm van mijn leven voor deze zevenkamp, maar ik had wel een degelijke vorm. Ik heb goede prestaties neergezet voor ik naar hier kwam. Het is vooral moeilijk in het hoofd. Ik heb de negativiteit proberen te bestrijden tijdens de zevenkamp, maar het heeft me niet losgelaten. Ik had me deze competitie qua beleving anders voorgesteld, los van de prestaties.”
