De NAVO versterkt haar oostflank na een reeks incidenten met drones die aan Rusland worden toegeschreven. Vooral Polen en Roemenië werden getroffen door luchtruimschendingen, wat geleid heeft tot een verhoogde alertheid binnen de alliantie.

De voorbije weken werden meerdere Europese landen geconfronteerd met drones die hun luchtruim binnendrongen. Het gaat onder meer om Polen, Roemenië, Letland, Denemarken en Noorwegen. Op 10 september leidde een inval met Russische drones tot een militaire reactie van de NAVO: gevechtsvliegtuigen werden opgestegen om de toestellen te onderscheppen. Dat was de eerste directe militaire confrontatie met Rusland sinds het begin van de oorlog in Oekraïne.

Roep om betere verdediging

De invasies hebben geleid tot een bredere discussie over de kwetsbaarheid van de NAVO-grenzen. Verschillende lidstaten, waaronder Finland, Estland, Letland, Litouwen en Polen, pleiten voor een gezamenlijke “dronemuur” om de oostflank beter te beschermen. De eerste financieringsaanvragen richting de Europese Unie zijn echter afgewezen.

Als antwoord zet de NAVO nu in op het Turkse MEROPS-systeem (Multispectral Extended Range Optical Sight), dat ontwikkeld werd door defensiebedrijf Aselsan. Het systeem kan gemonteerd worden op helikopters, vliegtuigen en onbemande toestellen en is in staat om vijandelijke doelen te detecteren, zelfs bij slecht weer of in omstandigheden met veel stof en wolken.

Training met steun van Oekraïne

MEROPS, dat in 2022 voor het eerst werd onthuld, moet de waarschuwingscapaciteiten en reactietijden van de NAVO aanzienlijk verbeteren. Daarmee kiest de alliantie steeds meer voor optische surveillancesystemen naast klassieke radarbewaking en luchtpatrouilles.

De komende weken start de NAVO met de training van militairen die met MEROPS zullen werken. Oekraïne zal die opleidingen ondersteunen. De hoop is dat de inzet van het systeem de verdediging tegen drones langs de NAVO-grenzen drastisch zal versterken.