Het slavenregister van Curaçao in de Nederlandse Antillen is sinds maandagmiddag digitaal openbaar gemaakt. Dat gebeurde in het kader van een onderzoek naar de invloed van slavernij op de levens van de daarop volgende generaties.
In het slavenregister van Curaçao is de persoonlijke informatie terug te vinden over mensen die van 1839 tot de afschaffing van de slavernij in 1863 eigendom waren van particuliere slaveneigenaren op het eiland. Dat meldt onder meer de Nederlandse nieuwswebsite NU.nl. Per persoon zijn de voornaam, het geboortejaar, de naam van de moeder en de naam van de slaveneigenaar terug te vinden.
In totaal gaat het om 13.000 namen van slaven en meer dan 2.000 namen van slaveneigenaren. In het register is ook informatie terug te vinden over geboortes, sterfgevallen en de handel in mensen. Curaçao bleef ook in de negentiende eeuw een centrum van kleinschalige internationale slavenhandel.
Emancipatieregisters
Daarnaast worden de emancipatieregisters van 1863 online gepubliceerd. Dat zijn de registers van de personen die op 1 juli 1863 uit de slavernij bevrijd werden en vrije burgers werden. Het gaat hierbij om belangrijke aanvullingen op het slavenregister, omdat daarin de achternamen staan die mensen in 1863 hebben gekregen. Slaven mochten namelijk geen achternaam hebben, wat onderzoek naar deze groep mensen een stuk moeilijker maakt.
Verband met hedendaagse Nederlanders
Historicus Cees van Galen van de Nijmeegse Radboud Universiteit wijst erop dat er in Nederland heel wat mensen wonen die afstammen van de personen die in bovenstaande registers genoemd worden. Het gaat daarbij zowel om (ex-)slaven als om slavenhouders.
Tot nu toe was het voor die Nederlanders erg moeilijk om meer te weten te komen over hun voorouders, aangezien de registers nauwelijks online te raadplegen waren. Van Galen meent echter dat het “heel belangrijk is dat we ons realiseren welke rol slavernij in de Nederlandse geschiedenis heeft gespeeld en vooral hoe het systeem kon ontstaan”: “Je kan niet mensen in slavernij brengen als je de ander op de een of andere manier ziet als minderwaardig.”
Uniek in de wereld
Het openbaar maken van deze registers heeft niet louter tot doel dat Nederlanders kunnen nagaan wie hun voorouders waren. Van Galen vindt het belangrijk om na te gaan “in hoeverre levens van mensen die afstammen van deze groep (ex-slaven, red.) minder kansen in het leven hebben gekregen”: “We willen onderzoeken of die achterstand nog steeds doorwerkt in de levens van de huidige generatie nakomelingen.”
In dat opzicht hebben de Nederlanders veel meer informatie tot hun beschikking dan andere landen in gelijkaardige situaties. De registratie van slaven op Curaçao werd een gewoonte na een overeenkomst met het Verenigd Koninkrijk na de Franse bezetting van Nederland in het begin van de negentiende eeuw.
Zo waren de Britten bereid om de koloniën terug te geven aan Nederland op voorwaarde dat er een einde zou komen aan de trans-Atlantische slavenhandel van onze noorderburen. Daarom moesten slaafgemaakte mensen voortaan geregistreerd worden. In de VS of Brazilië bijvoorbeeld, waar nog veel meer slaven gehouden werden, werden zulke persoonlijke gegevens nooit geregistreerd.