Nog veel erger met plastic in zee dan gedacht (en hoe 17 soorten uiteindelijk in onze maag belanden)

Het is nog veel erger dan we dachten met de plasticvervuiling in onze oceanen: wetenschappers hebben nu per liter zee-ijs in het arctisch gebied tot wel 12.000 stukjes microplastics ontdekt. De onderzoekers troffen in totaal 17 verschillende soorten plastic aan in het zee-ijs. Polyethyleen en polypropyleen, maar ook stukjes polyester, nylon, plasticverf en celluloseacetaat, iets dat voornamelijk gebruikt wordt om sigarettenfilters van te maken. 

De wetenschappers van het Helmholtz Center for Polar and Marine Research van het Alfred Wegener Instituut (AWI) vonden bij hun recente staalnamen grotere hoeveelheden microplastic in arctisch zee-ijs dan ooit tevoren. De ijsmonsters uit vijf regio’s in de Noordelijke IJszee bevatten tot 12.000 microplastische deeltjes per liter zee-ijs. Verder vertoonden de verschillende soorten plastic een unieke voetafdruk in het ijs, waardoor de onderzoekers ze terug konden traceren naar waar ze vandaan kwamen.

Een groot deel van het plastic blijkt door stroming duizenden kilometers vanuit de Stille Oceaan naar de Noordelijke IJszee te zijn gevoerd. Maar er is ook sprake van lokale vervuiling, zoals verfdeeltjes die afkomstig waren van schepen en stukjes nylon, afkomstig van visnetten.

Dat plastic zit twee tot elf jaar vast in het ijs, de tijd die het ijs nodig heeft om naar de Fram-straat te drijven, een zeestraat tussen Groenland en Spitsbergen. Daar smelt het. Het betekent dat er een enorme concentratie plastic ontstaat in het zeewater voor de oostkust van Groenland.

Naar onze maag

De wetenschappers analyseerden de verzamelde ijskernen laag voor laag met behulp van een FTIR (Fourier Transform Infrared Spectrometer). Dat is een apparaat dat microdeeltjes bombardeert met infrarood licht en vervolgens de straling analyseert die de deeltjes terugkaatsen. Dat vertelt hen uit wat die kleine deeltjes zijn opgebouwd.

17 verschillende soorten plastic troffen ze in het zee-ijs. Polyethyleen en polypropyleen, maar ook stukjes polyester, nylon, plasticverf en celluloseacetaat, iets dat voornamelijk gebruikt wordt om sigarettenfilters van te maken.

“Tijdens ons onderzoek beseften we dat meer dan de helft van de microplastics die in het ijs zitten minder dan een twintigste van een millimeter breed waren”, zegt Ilka Peeken. “Dat betekent dat ze gemakkelijk kunnen worden opgeslokt door Arctische micro-organismen.” Die worden op hun beurt door onder meer vissen gegeten en belanden zo op ons bord en in onze maag.

Meer
Lees meer...