Op 30 april drukken de Engelse Premier League en enkele andere voetbalorganisaties de pauzeknop op hun socialemediakanalen in. Online discriminatie en haat komen er steeds vaker voor en volgens de organisaties doen bedrijven als Facebook, Twitter en Instagram niet genoeg om het probleem tegen te houden.
Sinds 1985 wordt racisme aangekaart in het Europese voetbal. We zijn ondertussen een dertigtal jaar verder en er lijkt niet zoveel veranderd te zijn.
Het zijn niet enkel de supporters die racistisch gedrag vertonen. Onlangs zagen we nog een speler van Slavia Praag, Ondrej Kudela, die een racistische opmerking maakte tijdens een match. Enkele weken later besloot de UEFA om hem 10 matchen te schorsen.
Het lijkt wel alsof racisme ingebakken zit in de voetbalcultuur en de federaties niet meteen een oplossing vinden. Dat zeiden 17 voetballers uit de Nederlandse competitie al eens. Grote namen als André Onana en Dumfries (aanvoerder van PSV) deden hun zegje in een groot artikel op NRC. Zo wist Onana dat hij geen transfer naar Italië kon versieren vanwege zijn huidskleur. Het is dus niet enkel een probleem in Engeland. Met de boycot op sociale media wil de Engelse voetbalcompetitie een signaal geven aan de rest van de wereld dat er wel degelijk iets moet veranderen.
Haatcommentaren op Twitter
Voetbaltwitter is een van de meest hatelijke en kritische plekken op het hele internet. Met kritiek op zich is niet veel mis, maar wanneer je spelers persoonlijk beledigt, uitscheldt en zelfs doodsbedreigingen stuurt na een gemiste kans, wordt de lijn overschreden. Dankzij de anonimiteit is het heel makkelijk om een tweet de wereld in te sturen zonder daar een schuldgevoel bij te hebben. Mensen gebruiken dat als excuus om hun gedachte de vrije loop te laten, maar denken daar verder niet bij na.
Eén van de pioniers in de strijd tegen online haat is Marcus Rashford, de Engelse spits van Manchester United. Rashford kaartte dit probleem al aan in februari, nog voor er sprake was van een nationale zwijgactie. Hij legt de schuld wel degelijk bij Twitter, Instagram of Facebook en gelijk heeft hij. Accounts die haatdragende opmerkingen plaatsen zouden direct geband moeten worden, dat komt nu maar zelden voor.
Het blijft gelukkig niet bij de online boycot. De Premier League eist ook dat de overheid een strengere wetgeving opstelt omtrent sociale media. Met een ‘online safety bill’ bijvoorbeeld, zo worden bedrijven als Twitter en Instagram verantwoordelijk gesteld voor discriminatie op hun platform, en worden daar ook voor beboet.
4 dagen stilte
De avond van 30 april start de boycot op de socialemediakanalen van alle voetbalploegen in Engeland. 4 dagen lang zullen er dus geen nieuwe posts verschijnen. Omdat owned media (media van de voetbalclub zelf, red.) steeds populairder worden, zal dit dus wel degelijk een grote impact hebben. De Engelse voetbalclubs hebben miljoenen volgers en geven dus aan al hun supporters het teken dat online haat geen plaats heeft in onze samenleving. Toch wordt deze actie niet gespaard van kritiek.
De controversiële ‘Super League’ werd in twee dagen door het algemene publiek onderuitgehaald. Omdat er zoveel kritiek kwam op sociale media én door de voetbalwereld zelf, hadden de initiatiefnemers ook geen andere keus. Waarom kunnen niet hetzelfde doen met online discriminatie? Waarom zijn er geen protesten door de voetbalfans tegen racisme?
Als de identiteit van de voetbalclub in gevaar komt, komen supporters massaal op straat, maar wanneer het gaat over moraliteit in de tribune, blijft het opvallend stil. De actie om vier dagen boycot te voeren is zeker een begin in de strijd tegen discriminatie, al mag het daar niet stoppen.