Hoe hebben terroristen maandenlang zomaar in Brussel kunnen rondlopen? Molenbeek, Vorst, Schaarbeek, adressen genoeg voor jihadisten in het Brusselse, zo blijkt uit het onderzoek. Met 6 politiezones is de hoofdstad hopeloos versnipperd. Dringend tijd om dat aan te pakken, maar dat is een totale politieke taboe in de hoofdstad. Want macht is zoals heroïne: elke redelijkheid raakt zoek eens je lokale bestuurders vraagt ze af te geven. En dus moet de federale regering ingrijpen.
België ligt zwaar onder vuur. Na de verschrikkelijke aanslagen wordt meer en meer duidelijk dat ons overheidsapparaat niet bestand was tegen de aanpak van de terroristen, die in opdracht van IS handelden.
Eén van de cruciale elementen daarin is hoe de politie in Brussel zo onmachtig staat ten opzichte van geradicaliseerde islamisten. Waarom konden buurten in Molenbeek of Vorst uitgroeien tot broeihaarden, waar de politie blijkbaar haar greep helemaal verloor? In steden zoals New York kon, onder meer door de ‘broken window policy’, de verloedering en achteruitgang van moeilijke buurten worden gestopt en zelfs gekeerd. Want door op kleine zaken in te grijpen, keer je de sfeer en omgang. Maar voor Brussel lukt dat duidelijk niet.
Al na de aanslagen in Parijs kwam de bestuurlijke organisatie in de Belgische hoofdstad pijnlijk op tafel te liggen. Want hoe is het in godsnaam mogelijk dat een grootstad van 1,2 miljoen mensen 6 politiezones heeft? 6 keer aankoopdiensten, 6 keer personeelsbeleid, verschillende politiescholen: een totale versnippering en verspilling van middelen. Dat ze heel regelmatig “samen vergaderen”, zoals de Brusselse politici de pers de afgelopen maanden verzekerden, is het zoveelste bewijst dat de mentaliteit en aanpak meer dan fout is.
Alleen, die politiezones zijn geen administratieve discussie, maar een puur politieke. Dat heeft alles te maken met de versnippering van het beleidsniveau dat samenhangt met de lokale politie, de gemeente. Brussel telt 19 verschillende gemeentes, een anomalie die overigens ook niet uit te leggen valt. Maar de facto zijn de politiezones dus ook ‘politieke’ samenwerkingen. De rijke gemeenten (waar de MR de plak zwaait) zitten vaak in een cluster die samen één politiezone vormt, en de armere gemeenten (met de PS als baas) zitten in andere politiezones. Maar de wil ontbreekt totaal om die te laten fuseren.
Het hoeft helemaal niet moeilijk te zijn: de scenario’s liggen klaar
Het is zelfs erger dan dat. Sinds de zesde staatshervorming ligt de optie ook klaar om het Brussels gewest meer macht over de veiligheid te geven. Maar daar beginnen dan de praktische bezwaren: want de PS is nog steeds de baas in dat gewest. In het scenario van een fusie, komen de MR-burgemeesters dus onder een PS-gestuurde politiezone. Dat zagen ze tot nu toe net zitten: dan verliezen ze middelen aan armere zones, waar vooral PS-kiezers zitten. Eigenbelang dus dat primeert, waarbij de Brusselse MR van Didier Reynders doelbewust de zaak tegenhoudt. Tijd dus dat premier Charles Michel (MR) z’n partij ter orde roept, en doet wat al lang had moeten gebeuren.
Want cynisch genoeg vindt de Brusselse MR in dit dossier een stevige bondgenoot bij de PS. Die hyperventileren bij het idee van een fusie: dat hun minister-president Rudy Vervoort (PS) meer politiemacht zou krijgen is dus absoluut geen argument. Niet onlogisch, de echte macht ligt ook bij de PS in Brussel niet bij Vervoort, maar bij de lokale baronnen in hun gemeenten. Mannen zoals de Brusselse burgemeester Yvan Mayeur, die nog niet denken aan macht opgeven.
En zelfs de Vlaamse partijen, die al veel langer het kluwen aan bestuursniveaus en de slechte aanpak in Brussel aanklagen, zijn niet vrij van zonde. Want de Brusselse afdelingen van die partijen gaan makkelijk mee met de PS of MR in de hoofdstad. Zij profiteren van het politieke systeem in de hoofdstad, met een paar honderd stemmen ben je als Vlaamse Brusselaar al parlementslid of zelfs minister. Dus waarom dan rel gaan schoppen met die PS of MR?
De federale regering kan na de aanslagen in Zaventem en Brussel centrum niet langer de andere kant opkijken: hervormingen dringen zich op, Brussel verdient op vlak van politie een andere aanpak. En de premier moet daarin het voortouw nemen, te beginnen met z’n eigen partij.