De vzw Kham heeft besloten geen beroep aan te tekenen in de racismezaak tegen Conner Rousseau, voorzitter van de partij Vooruit. Hiermee komt er een einde aan de juridische strijd rond Rousseau’s controversiële uitspraken over de Roma-gemeenschap.

De zaak begon toen Conner Rousseau door de rechtbank werd verplicht een bemiddelingstraject te volgen na beschuldigingen van racistische uitlatingen. Hij moest onder andere een bezoek brengen aan de Kazerne Dossin, een voormalig doorgangskamp, en gesprekken aangaan met leden van de Romagemeenschap. Bovendien onderging hij therapie.

Rechtbank: “Geen individueel belang”

De Brusselse vzw Kham, die zich inzet voor de Roma-gemeenschap, vond deze maatregelen onvoldoende. Volgens hen had Rousseau persoonlijk met de organisatie moeten spreken, wat volgens hen niet was gebeurd. Rousseau zelf beweerde echter wel degelijk contact te hebben gehad met vertegenwoordigers van de vzw.

De rechtbank in Dendermonde oordeelde uiteindelijk dat de vzw Kham “geen rechtstreeks en individueel belang” had bij de zaak. Die beslissing kwam er omdat de uitspraken van Rousseau niet specifiek aan de organisatie gericht waren. Hierdoor werd de zaak onontvankelijk verklaard en verworpen.

Geen verder beroep: zaak gesloten

Na het oordeel van de rechtbank en het succesvolle afronden van het opgelegde traject door Rousseau, waaronder het eindverslag op 17 mei, besloot vzw Kham geen verdere juridische stappen te ondernemen. Eerder had de organisatie nog geëist dat Rousseau een bezoek zou brengen aan het concentratiekamp Auschwitz, waar ook Roma werden vermoord, maar deze eis werd uiteindelijk ingetrokken.

Met het besluit van Kham om niet in beroep te gaan, is de zaak-Rousseau definitief afgesloten. Rousseau heeft hiermee zijn opgelegde straf volledig uitgevoerd en de zaak wordt als afgedaan beschouwd.