De koning duidde vorige week twee informateurs aan: Didier Reynders (MR) en Johan Vande Lanotte (sp.a). Maar voorlopig blijft het stiller dan windstil rond hen. Anders dan wat we van een informateur gewoon zijn wordt geen hele stoet personen publiekelijk ontvangen, maar opereren beiden in complete discretie.
Het informateursduo Reynders-Vande Lanotte pakt het behoorlijk onorthodox aan. Want normaal verwacht je van een informateur dat hij een kantoor betrekt, meestal bij de diensten van de Kamer, in de salons van de kamervoorzitter, en dat hij vervolgens begint met een hele stoet persoonlijkheden te ontvangen, om zich letterlijk ’te informeren’: de partijvoorzitters, de sociale partners, topabtenaren… Bedoeling is dat de informateur daarmee een rapport maakt, en vooral kijkt of coalities mogelijk zijn. Vervolgens wordt de opdracht dan doorgegeven, indien er zicht is op een coalitie, aan een formateur.
In het verleden waren die informateurs dus ook een rondje ‘show’, vaak voor diegene die de verkiezingen won. In 2007 reed Didier Reynders (MR) al eens zo’n legendarische ronde, waarbij hij god en klein pierke uitnodigde op de koffie. In totaal kwamen toen 450 mensen op de koffie.
Niets van dat alles deze keer. Beide heren hebben zich voorgenomen “om het zeer discreet te doen, en niet telkens te communiceren”, zoals Vande Lanotte donderdag namiddag bij z’n aanstelling aan de poorten van het Paleis liet verstaan.
Vier dagen later houden de heren woord. Vande Lanotte past daarbij een handigheidje toe: hij heeft niet eens een woordvoerder genomen. Dan kan meteen ook niemand gebeld worden om vragen aan te stellen.
Niemand heeft eigenlijk zicht op hun agenda
Rondvraag bij de partijvoorzitters leert dat er weinig zicht is op de agenda van beide heren: niemand van de betrokken voorzitters weet precies wie ze zien of wat ze doen. Niemand verwacht een sneller doorbraak, eerder dat ze wat rust creëren en tijd rekken. En er wordt ook aangenomen dat zeker Reynders eigenlijk met andere zaken bezig is: z’n eigen carrière namelijk. Dat is op zich niets nieuws in de Wetstraat, maar nu staat hij wel voor cruciale dagen. In juni valt immers een beslissing over het voorzitterschap van de Raad van Europa, een instelling die Reynders erg graag wil gaan leiden. De lobbymachine draait alvast volop.
Overigens zijn beide heren niet aan hun proefstuk toe, integendeel. Vande Lanotte kreeg in het verleden al een keer een opdracht van het paleis: in 2010 was hij ‘koninklijk bemiddelaar’, toen probeerde hij PS en N-VA te verzoenen, wat mislukte. Reynders is nog meer ervaringsdeskundige: in 2007 hield hij z’n triomftocht, die tot niets leidde, in 2010 was hij even ‘institutioneel bemiddelaar’ en in februari 2011 nog eens informateur. Drie keer was het geen succes. Beiden staan vooral bekend om hun cynische humor, en hun status als geslepen spelers.
Maar nu hullen ze zich dus in discretie. De vraag is vooral of ze gaan inzetten op een regeringsonderhandeling die het institutionele vraagstuk wil aanpakken of niet. Indien niet, dan valt de N-VA al af en moet het zwaartepunt aan Franstalige kant gezocht worden. De paars-groene formule kan dan een optie zijn. Indien er toch eerst een communautair rondje moet gereden worden, waarbij ook het confederalisme op tafel komt, dan kan de N-VA niet anders dan ingaan op vragen. Dat laatste zouden verschillende voorzitters aan Vlaamse kant wel willen: al is het maar om de N-VA niet zomaar te laten ontsnappen.
Meest prangende opdracht die koning Filip meegaf was misschien nog ‘contacten onderhouden met de verantwoordelijken voor de onderhandelingen in de gewesten en gemeenschappen’. De boel moet immers een beetje bijeen gehouden worden: in 2014 leidde een versnelling aan Franstalige kant tot een kettingreactie. Deze keer wil de koning het federale niveau duidelijk behoeden van voorbij gestoken te worden door onderhandelingen in de deelstaten.
Afwachten wat beide heren donderdag in hun tussentijds rapport zullen brengen. “Dan gaan we de eerste communicatie doen.”