Het Rode Kruis waarschuwt in een nieuw rapport dat de klimaatontwrichting een grotere bedreiging vormt dan de coronapandemie. Bovendien wordt er te weinig geïnvesteerd in het wapenen van gebieden die nu al getroffen worden door de gevolgen ervan.
Volgens het World Disaster Report van het Rode Kruis is de klimaatverandering de grootste uitdaging van de internationale gemeenschap. Nu al zijn het aantal natuurrampen die verband houden met klimaat- en weersomstandigheden met 35 procent gestegen sinds 1990.
“410.000 doden door extreem weer sinds 2010”
De voorbije 10 jaar hebben extreme weersomstandigheden en klimaatgerelateerde rampen het leven gekost aan meer dan 410.000 mensen. Door zulke noodsituaties moeten momenteel zo’n 100 miljoen mensen per jaar hulp zoeken. De grootste hulporganisatie ter wereld schat dat het aantal binnen 30 jaar zal verdubbelen, aangezien overstromingen, droogtes en stormen alleen maar in kracht zullen toenemen.
“De pandemie is een zeer, zeer ernstige crisis waarmee de wereld momenteel wordt geconfronteerd”, zei de secretaris-generaal van het Internationale Rode Kruis bij de voorstelling van het rapport. Maar hij waarschuwde dat “klimaatverandering een grotere impact zal hebben op de middellange en lange termijn, op het menselijk leven en op de aarde”.
Jagan Chapagain roept de internationale gemeenschap op om de uitstoot van broeikasgassen drastisch te verminderen. Bovendien moet er volgens hem dringend geïnvesteerd worden in infrastructuur en in instellingen om de gevolgen van de opwarming van de aarde te verzachten. Daarbij moeten de meest kwetsbare gebieden voorrang krijgen, aldus Chapagain op de persconferentie in Genève.
“Onze voornaamste verantwoordelijkheid is om gemeenschappen te beschermen die het meest worden blootgesteld aan klimaatrisico’s. Ons onderzoek toont echter aan dat de wereld hier collectief niet in slaagt”, aldus de Nepalese ngo-baas.
Ergst getroffen gebieden wapenen
Geen enkel van de 20 landen die het vaakst klimaat- en weergerelateerde rampen meemaken, staan ook in de lijst van 20 grootste ontvangers van financiering voor aanpassing aan de klimaatverandering.
“Investeren in veerkracht op de meest kwetsbare plaatsen is kosteneffectiever dan het accepteren van een steeds duurdere humanitaire respons”
Jagan Chapagain, secretaris-generaal van het Internationale Rode Kruis.
Somalië is volgens het rapport het land dat momenteel het zwaarst getroffen wordt door de klimaatontwrichting. Het Oost-Afrikaanse land heeft te kampen met droogtes, cyclonen en klimaatgerelateerde ziektes. Cholera, ebola en tuberculose zijn maar enkele van de ziektes die erger en wijder verspreid worden door de opwarming van de aarde. Toch staat het land slechts op 71ste plaats als het gaat over financiering voor klimaatadaptatie per persoon.
Voorbeelden van klimaatadaptatie zijn bijvoorbeeld vroege waarschuwingssystemen voor natuurrampen, of technologische oplossingen om de impact van overstromingen te verzachten, zoals het MOSE-project in Venetië.
Twee crises in één klap
Chapagain stelt voor om twee vliegen in één klap te slaan. De gigantische stimuleringspakketten die momenteel over de hele wereld worden ingezet om de coronacrisis op te vangen, bieden de uitgelezen kans om ook de kwetsbaarheid voor klimaatopwarming te verminderen.
De benodigde financiering daarvoor is trouwens niet onoverkomelijk. De humanitaire organisatie becijferde dat er het komende decennium jaarlijks zo’n 42 miljard euro nodig is om de 50 ergst getroffen ontwikkelingslanden te wapenen tegen klimaatgerelateerde natuurrampen.
Dat bedrag is bijna verwaarloosbaar in vergelijking met de wereldwijde reactie op de coronacrisis, dat intussen de 8,5 duizend miljard (8,5 triljoen) euro al voorbij is.
Aangezien de klimaatontwrichting onverminderd doorgaat terwijl de wereld worstelt met de pandemie, moeten beide crises tezamen aangepakt worden, vindt Chapagain. Dat is trouwens gezonde economische logica.
“Investeren in veerkracht op de meest kwetsbare plaatsen is kosteneffectiever dan het accepteren van een steeds duurdere humanitaire respons”, aldus de topman van de grootste humanitaire organisatie ter wereld.