Ryanair-CEO Michaël O’Leary heeft tijdens een persconferentie zwaar uitgehaald naar de Belgische regering. De aanleiding is de beslissing van de regering-De Wever om de vliegtaks op langere Europese en intercontinentale vluchten te verhogen. Volgens O’Leary zet die maatregel een rem op de groei van de Belgische luchthavens.

Sinds 2022 betalen reizigers in België een vliegtaks, waarvan het bedrag afhangt van de afstand van hun vlucht. Voor korte vluchten onder 500 kilometer bedraagt die taks 10 euro per ticket, voor Europese vluchten boven 500 kilometer 2 euro en voor intercontinentale vluchten 4 euro.

De regering-De Wever beslist nu om die laatste twee categorieën te verhogen: Europese vluchten stijgen van 2 naar minstens 5 euro per ticket, terwijl de belasting voor langeafstandsvluchten met 20 procent omhooggaat.

Minder vluchten vanuit Zaventem

Die beslissing valt niet in goede aarde bij Ryanair. O’Leary noemt de maatregel “dom” en waarschuwt dat ze amper 15 miljoen euro opbrengt maar wél de concurrentiekracht van België schaadt. “België maakt zijn toerisme nog minder competitief tegenover andere EU-landen”, zei hij. Hij verwijst daarbij naar landen als Zweden, Italië en Hongarije die net beslissen om milieubelastingen te schrappen.

Door de hogere belasting snoeit Ryanair verder in haar aanbod op Brussels Airport. Zes procent van de vluchten verdwijnt, net als één route, waardoor er nog elf bestemmingen overblijven.

Charleroi profiteert van herschikking

Tegelijkertijd blijft de maatschappij wel fors investeren in Charleroi. In het winterseizoen komen er drie nieuwe routes bij: Katowice (Polen), Salerno (Italië) en Volos (Griekenland). Ook het aantal toestellen in Charleroi stijgt: naast de huidige achttien vliegtuigen wil Ryanair komende zomer nog twee à drie extra toestellen stationeren.