De communisten krijgen klappen. In de peilingen surfte PTB/PVDA van het ene succes naar het andere, ze waren bij een peiling in het voorjaar zelfs groter dan de PS met meer dan 20 procent in Wallonië. Ecolo is de nieuwe sensatie ten zuiden van de taalgrens. In Vlaanderen verschuift er nauwelijks iets.
Voor het eerst peilen VRT NWS en De Standaard, die al jaren bij TNS hun onderzoek laten uitvoeren, samen met de RTBF en La Libre. In Franstalig België gebeurde er immers heel wat bij peilingbureaus. Want de Franstalige openbare omroep had in juni vorig jaar een voor de PS desastreuze peiling laten afnemen, waarbij de socialisten haast ineen klapten.
Plots wilde de RTBF die niet publiceren en moest de studie ‘opnieuw gedaan’ worden. Het peilingsbureau liep dan maar met de studie naar de MR. De Franstalige liberalen kochten de peiling en lekten ze uiteindelijk aan L’Echo, die ze integraal publiceerde. Heel het incident brak het landschap op: de RTBF was razend en peilt nu dus voortaan met hetzelfde bureau als de VRT.
Ecolo is de winnaar
Grote vaststelling in de nieuwe peiling is dat er een nieuwe uitdager is aan Franstalige kant. Lange tijd leek het erop dat de PTB/PVDA, de communisten van Raoul Hedebouw, de politieke sensatie van het moment was. In het voorjaar was er zelfs een peiling waarin ze groter werden dan de PS. Maar nu komt Ecolo op het voorplan.
De PS blijft klappen krijgen, ook in deze peiling. Maar het is minder hard: in Wallonië zijn ze nog steeds de grootste partij met 21,5 procent. Daarmee verliezen ze wel exact een derde van hun stemmen, ze komen van 32 procent bij de verkiezingen van 2014.
De PTB zakt dus ineen, en komt op 14,9 procent. Dat is heel wat minder dan scores rond de 20 procent, waar ze in het voorjaar stonden. Die score van 20 procent is wel van een andere peiling, je kan dus niet helemaal vergelijken. Maar hoe dan ook: de wind is duidelijk wat uit de zeilen bij de PTB, die opnieuw vierde partij wordt.
De sensatie van het moment is Ecolo, die plots omhoog schiet naar 18,5 procent en zo stevig de derde partij van Wallonië wordt. Daardoor komt er 10 procent bij voor Ecolo, ten opzichte van 2014. De Fipronil-crisis zit er vast voor iets tussen, maar Ecolo volgt ook de trend die in Vlaanderen al langer bezig is: de groenen scoren erg goed de laatste tijd. Veel mensen zien er een geloofwaardig alternatief op links in, nu de socialisten geplaagd worden door schandalen.
De MR van premier Charles Michel trappelt ter plaatse, en blijft de tweede partij in Wallonië. Dat ze nu dus de regeringsleider in de Waalse regering ook leveren, duwt hen niet naar omhoog. Ze blijven hangen op 21,4 procent, vlakbij de PS dus. Het zal strijden zijn om de eerste plaats, hoe dan ook.
Het cdH van Benoît Lutgen is ondertussen helemaal niet beloond voor het manoeuvre om de PS buiten te kuisen in de Waalse regering. Ze blijven hangen op een schamele 8,7 procent.
Zelfde beeld in Brussel
In Brussel is de MR de ‘relatieve’ winnaar: ze verliezen wel 2,4 procent, maar blijven met 20,7 procent wel veruit de grootste partij. De PS tuimelt hier nog feller naar beneden en haalt nog 15,1 procent. Ecolo springt er over de socialisten, en haalt 16,7 procent. Ook hier heeft Ecolo dus duidelijk de extra boost gekregen die Groen in Vlaanderen al had.
Olivier Maingain z’n houding, om niet mee te gaan met de MR en cdH in een nieuwe Brusselse regering, wordt beloond. DéFI, de extreem-Franstalige partij, haalt 14,3 procent. Ook hier is de sensatie van de PTB duidelijk voorbij: de communisten zitten nog op 9,7 procent.
Aan Vlaamse kant verliest Open Vld en wordt de N-VA veruit de grootste Vlaamse partij. Maar die scores zijn gevaarlijk, omdat de partijtjes zo klein zijn dat ze nauwelijks te peilen zijn.
In Vlaanderen zit het vast
In Vlaanderen is de peiling nauwelijks nieuws. De verhoudingen liggen voorlopig vast, zo lijkt het. N-VA blijft afgetekend grootst, met 28 procent. Ten opzichte van de vorige TNS-peiling is dat winst, ze zaten op 26,3 procent dus bij de Vlaams-nationalisten kunnen ze tevreden zijn. In vergelijking met de verkiezingen krijgen ze wel een tik, toen zaten ze op ruim 30 procent.
Ook regeringspartij CD&V kan juichen, ze zijn duidelijk de grootste van een groepje dat in de tientallen zit, deze keer met 19,4 procent. Daarmee stijgen ze 0,8 procent ten opzichte van de verkiezingen.
En ook Open Vld, de derde regeringspartij, kan opgelucht adem halen. Want de partij van Gwendolyn Rutten zit na een paar slechtere peilingen terug op 15,5 procent. Alle drie de regeringspartijen gaan dus vooruit in deze peiling, het moet zijn dat het zomerakkoord toch gescoord heeft dan. Of dat zo goed nieuws is voor de verhoudingen binnen de regering, is een andere vraag: alle drie gaan ze zich opnieuw forser willen opstellen, wat aangemoedigd door betere peilingen.
Groen moet dan weer een beetje inleveren ten opzichte van de vorige peiling, maar blijft met 13,9 procent wel heel sterk scoren. Ze staan het duidelijkst op winst, 5,3 procent erbij ten opzichte van de verkiezingen.
De sp.a zit in de hoek waar klappen vallen: John Crombez scoort nog 11 procent. Dat is serieus onder het resultaat van 2014. Maar de socialisten moeten in Vlaanderen niet echt vrezen van de communisten. De PVDA worstelt nog altijd met de kiesdrempel, al schuiven ze er nu lichtjes over, met 5,1 procent. Maar als de trend zich verder zet vanuit Wallonië, zullen Peter Mertens en co weer een geweldige campagne moeten voeren, als ze zetels willen halen in Vlaanderen.
Vlaams Belang trappelt ook ter plaatse met 6,5 procent, de nieuwe leiding krijgt de laatste jaren de motor niet meer aan de gang.