‘The Whale’: Darren Aronofsky levert een mooie oefening in empathie af

Wanneer regisseur Darren Aronofsky achter de camera staat, gebeurt er iets. Het is dan ook precies daarom dat bijna al zijn films zijn publiek verdelen. Of het nu om Requiem For A Dream, The Fountain of mother! gaat, voor elke voorstander is er ook een tegenstander te vinden. Hetzelfde geldt voor The Whale, al heeft de 54-jarige regisseur met deze film misschien wel de meest conventionele uit zijn carrière afgeleverd.

Score: 7/10

The Whale werd gebaseerd op een toneelstuk dat Aronofsky in 2012 zag en dat ‘m diep ontroerde. Hij nam dan ook meteen contact op met Samuel D. Hunter, de auteur van het stuk, en met diens zegen ging Aronofsky op zoek naar een hoofdrolspeler. Het zou nog jaren duurde voor hij uiteindelijk Brendan Fraser castte, de man die met deze rol zijn comeback in de spotlights beleeft. Fraser is, hoewel hij altijd is blijven acteren en wat mooie dingen voor televisie heeft gedaan, toch vooral de man van de drie originele The Mummy-films (1999, 2001 en 2008) en zo memorabel waren die ook weer niet. Laten we dus stellen dat Fraser zelf niet verwacht had dat hij ooit nog een Oscar zou winnen.

Hij speelt Charlie, een man die aan zodanige obesitas lijdt dat de dood niet veraf is. Charlie houdt zich bezig met het doceren van een online cursus Engels en het lezen en corrigeren van een stapel essays. Hij is zo beschaamd om hoe hij eruit ziet dat hij zijn studenten wijsmaakt dat zijn camera stuk is. En hoewel Liz (Hong Chau), een bevriende verpleegster, ‘m smeekt om naar het ziekenhuis te gaan, blijft Charlie dat consequent weigeren. Hij heeft nog maar één wens: het contact met zijn tienerdochter Ellie (Sadie Sink) herstellen.

Nooit verder dan de voordeur

Het beste aspect aan The Whale is dat Darren Aronofsky het kader klein heeft durven houden, letterlijk en figuurlijk. Charlie lijdt zo’n geïsoleerd leven dat hij zijn flat niet meer uitkomt, gesteld dat hij het nog zou kunnen. En samen met hem komt de kijker dus nooit verder dan zijn voordeur.

Het is niet zo dat Charlie tevreden is met hoe zijn leven gaat. Hij zegt meer dan eens dat hij zijn gewicht “uit de hand heeft laten lopen” of dat “het te ver is gekomen”. Het gewicht van Charlie is als de metafoor van de kikker in een pot met heet water: stop ‘m erin en hij springt eruit. Maar zet een pan met koud water op en laat de temperatuur langzaam oplopen en de kikker zal blijven zitten en uiteindelijk sterven. Op dezelfde manier is Charlie stapsgewijs zwaarder en zwaarder geworden. Tot op het punt dat hij amper nog kan opstaan zonder de steun van zijn rollator en dat een bezoek aan het toilet een expeditie geworden is.

© A24

De wereld van Charlie is dus niet meer groter dan zijn flat, maar daar is het wel de zoete inval. Hij krijgt dagelijks bezoek van Liz, een verpleegster met wie hij een bijzondere band heeft. Ook Dan (Sathya Sridharan) staat dagelijks aan de deur, een koerier van Gambino’s die Charlie eten komt brengen. Hij klopt aan, zet het eten neer en haalt een briefje van $20 dollar uit de brievenbus. En dan is er ook nog die jonge missionaris (Ty Simpkins) die plots aan de deur staat en Ellie, Charlie’s tienerdochter die een haat heeft ontwikkeld tegenover gans de wereld nadat haar vader haar op haar achtste in de steek liet.

Voor een film van Aronofsky is de beeldvoering braaf, maar de thema’s zijn even groot als in zijn andere films: het gaat hier om zelfliefde, zelfhaat, zelfdestructie en de zin van het leven. Die zin van het bestaan is Charlie kwijt: hoe meer Liz ‘m waarschuwt dat hij wel eens aan zijn laatste dagen bezig zou kunnen zijn, hoe onverschilliger Charlie lijkt te worden. Hij lijkt niet meer te zien op welke manier hij nog van nut kan zijn in het leven en zegt zelfs ergens letterlijk: “Look at me! Who want me to be a part of their life?”. Hij wil nog maar één ding: dat zijn dochter een beter leven zal leiden dan hij gehad heeft.

Boos op de wereld

Ellie is zo boos op de wereld dat ze tegen alles en iedereen fulmineert, tot ze iedereen van zich weggeduwd heeft en nog alleen lijkt te staan. Wanneer Ellie plots voor zijn deur staat met een essay dat herschreven moet worden, probeert haar vader alsnog te laten inzien hoe bijzonder ze is. Hoezeer ze ook blijft roepen tegen ‘m, hoe zeer ze ‘m ook beledigt en beschimpt: hij blijft het goede in haar zien.

© A24

Op zijn beste momenten raakte The Whale ons diep, want hoe gekweld moet iemand zich voelen om zich op zo’n manier te laten gaan dan Charlie deed? De zwaarste scène in de film is die waarin Charlie zich, woedend als hij is, overgeeft aan een vreetbui, en alles wat hij maar in zijn frigo vinden kan in sneltempo naar binnen begint te werken. Dat is de scène waarin je beseft dat dit hoofdpersonage zichzelf niet alleen niet graag ziet, maar dat hij zichzelf haat.

Toch werkt niet elk element in de film. Het religieuze aspect mocht er van ons gans uitgeknipt worden en ook de korte verschijning van Ellie’s moeder (Samantha Morton) bood weinig meerwaarde. Wél heel goed waren Sadie Sink, die een glimp laat zien van wat we nog van haar mogen verwachten na Stranger Things, en de Oscargenomineerde Hong Chau die de liefde die ze voor Charlie voelt ook naar de kijker over weet te brengen.

Empathie

Darren Aronofsky heeft van The Whale volgens ons een oefening in empathie gemaakt: kunnen we als kijker begrijpen hoe Charlie gekomen is tot zijn huidige punt? En kunnen we ook verder kijken dan dat enorme gewicht dat hij meetorst? Kunnen we de mens Charlie nog zien? Daarin is de regisseur volgens ons geslaagd. Deze film is géén fatshaming, ook al kreeg Aronofsky hier en daar die kritiek wel.

© A24

Een andere kritiek luidt dat niet Brendan Fraser, maar een acteur met echte obesitas de rol van Charlie had moeten vertolken. Aronofsky heeft gezocht, vertelde hij in interviews, maar vond niemand die overtuigend genoeg was. En, zo voegt hij toe: zou het wel verantwoord zijn om iemand in die omstandigheden over te leveren aan lange en intensieve draaidagen op een filmset?

Van alle films die dit jaar Oscargenomineerd waren, lijkt The Whale degene te zijn die zijn publiek het meest verdeelt en dat begrijpen we best. Maar Darren Aronofsky heeft met deze film een empathische en gelaagde prent afgeleverd, en dat is wat wij hiervan willen onthouden.

Meer
Lees meer...