Uw belastingbrief zal dit jaar wat vroeger in de bus zitten. U krijgt er voortaan zelfs maandelijks één. Want inderdaad, uw energiefactuur zal vanaf maart meer dan ooit op een belastingbrief lijken.
Vandaag, 1 maart, treedt inderdaad de zogenaamde ‘Turteltaks’ in voege, de nieuwe energieheffing per afnamepunt van elektriciteit. De VREG, de Vlaamse reguleringsinstantie voor de elektriciteits- en gasmarkt, was zo vriendelijk een duidelijk document te publiceren waarop te lezen staat naar wie uw centen vloeien wanneer u in maart uw energiefactuur betaalt. En daaruit blijkt dat twee derde van uw stroomfactuur voortaan zal bestaan uit taksen en kosten. Het gaat dan om distributienettarieven (35,2% van de factuur), BTW (15,4%), heffingen (11,6%) en transporttarieven (5,3%). De prijs van de geleverde elektriciteit zelf bedraagt vanaf maart nog maar nauwelijks een derde van uw factuur.
Op zijn website geeft de VREG ook een handig overzicht van de stijging van de factuur ten gevolge van al deze nieuwe taksen en lasten. Tussen januari 2015 en maart 2016 verhoogt de elektriciteitsfactuur voor een gemiddelde verbruiker – met een verbruik van 3.500 kWh en een dubbele meter – met maar liefst 333,97 euro. Voor een grotere verbruiker die elektrisch verwarmt, stijgt de factuur zelfs met 1.396,99 euro.
Groene fetisj
Zoals u weet is de Turteltaks is een heffing die de historische schuld van de groenestroomcertificaten moet wegwerken. “De schuld van de socialisten”, roept N-VA. “Wij ruimen het puin op”, roept Open VLD. “De enige oplossing”, zegt CD&V. De schuld van de socialisten? Ook. Maar dan toch een schuld in een verhaal waar zowel Open VLD als CD&V en N-VA maar wat al te graag in meestapten. Het ondersteuningssysteem van de groene stroom was tot voor kort immers een fetisj, een dogma, dat alle partijen vurig verdedigden.
Veel te lang werden alle bezwaren tegen het subsidiesysteem van groene stroom vlot van tafel geveegd in het dogmatisch streven naar een snelle toename van de groene stroom op korte termijn. Argumenten dat bedrijven die meededen met de hype bovennormale winsten genereerden, maar dat de factuur van de politiekcorrecte waanzin allerminst onder controle kon worden gehouden en de modale Vlaming – de energieafnemer – de factuur zou betalen werden veel te lang genegeerd.
Met de steun aan het systeem van groenestroomcertificaten wilden de politici vooral hun groen geweten sussen. Toen Jan Penris in 2010 in het Vlaams Parlement waarschuwde dat de man in de straat uiteindelijk de rekening zou betalen, kreeg hij het verwijt naar zijn hoofd geslingerd dat hij zich moest “focussen of het totaalbeeld en niet populistisch mocht doen”. De prijs voor de groenestroomcertificaten was dan weliswaaar al iets verlaagd (van 450 naar 350 euro), maar de prijs van de zonnepanelen was ondertussen al gedaald met twee derde.
Al jaren was toen duidelijk dat het subsidiesysteem volledig inefficiënt was en dat twee derde van de bedragen die de overheid aan het systeem besteedde eigenlijk overtollige winsten waren. De denktank Itinera waarschuwde al in 2009 dat “het blijven promoten van ultradure projecten zoals zonnepanelen, op termijn de prijs per kilowattuur gevoelig zal opdrijven terwijl het ecologisch rendement twijfelachtig is”. Een ernstige evaluatie van het subsidiebeleid bleek volgens de regeringspartijen echter niet nodig. De groenestroomsubsidies konden “niet worden afgebouwd wegens de rechtszekerheid”, argumenteerde men onder meer bij N-VA. Dezelfde rechtszekerheid bleek echter geen probleem toen men de renovatiepremie afbouwde. Zonder overgangsregeling overigens. Ook federale isolatiepremies werden afgeschaft. Nochtans is energiebesparing veel efficiënter voor het realiseren van energiewinsten dan hernieuwbare energie.
Klimaatdoelstellingen waren heilig en de groenestroomsubsidies het middel om die te bereiken. Het enige waartoe de regering bereid was, was eens te onderzoeken of het rendement ‘niet overdreven’ was. Dit gebeurde dan uiteindelijk in het najaar van 2010. Pas in 2012 gaf iedereen toe dat het systeem volledig ontspoord was. Op dat moment konden zelfs de grootste negationisten niet meer ontkennen dat het subsidiesysteem uit de hand gelopen was en begon men te spreken over een spreiding van de financiële kosten.
Alternatieven
De regeringspartijen die mee verantwoordelijk waren voor de huidige schuldenput stellen het nu voor alsof zij niet meer dan hun plicht doen met de invoering van de Turteltaks. Alsof er geen alternatieven zouden zijn. Waarom zou echter een deel van de schulden niet ten laste genomen kunnen worden door de – zoals u weet politiek bestuurde – energie-intercommunales? Die intercommunales hebben immers winstcijfers waar heel wat private bedrijven meteen voor zouden tekenen. In 2014 maakten de energie-intercommunales maar liefst 624 miljoen euro winst, waarvan 525 miljoen euro werd uitgekeerd aan de aandeelhouders, de gemeenten. Fors meer dan een jaar eerder.
Waarom is het voor deze regering een evidentie dat de burger opdraait voor de gevolgen van het slechte beleid? De energiegebruiker lijkt een melkkoe geworden die de via de dividenden van de energie-intercommunales de lokale overheden moet financieren en via de BTW-verhoging op elektriciteit (van 6 naar 21%) de federale overheid. Deze BTW-verhoging doet de elektriciteitsprijs voor een gemiddelde consument overigens met 109 euro stijgen. En vanaf augustus 2015 moesten de distributienetbeheerders ook vennootschapsbelasting betalen zoals andere bedrijven. Die belasting wordt integraal doorgerekend aan de consument. Kostprijs hiervan voor een gemiddelde elektriciteitsgebruiker: 14 euro.
Waarom zouden diezelfde overheden die fors geld verdienen uit energiegebruik zelf niet kunnen tussenkomen in de kost van de groenestroomcertificaten? Omdat de budgetten nodig zijn om het hoofd te bieden aan de asielcrisis? De opvang van asielzoekers zal dit jaar 1 miljard kosten, de leeflonen voor de erkende vluchtelingen 120 miljoen. De Vlaamse regering vindt dan weer vlot 120 miljoen voor begeleiding, onderwijs en opleiding van asielzoekers.
Naast de overheid zouden best ook de bedrijven die grote winsten maakten en de certificaten omvormden tot beleggingsproduct een bijdrage mogen leveren voor het dempen van de schuldenput. Akkoord, zij hebben maar slim gebruik gemaakt van een systeem dat hen ter beschikking werd gesteld en wisten er handig hun groen imago mee op te poetsen.
Maar men hoeft geen socialist te zijn om het onrechtvaardig te vinden dat sommigen megawinsten maakten (en nog steeds maken) met het systeem en dat jan-met-de-pet hier nu de rekening van mag betalen. 85% van de groenestroomcertificaten werd uitgekeerd aan bedrijven. Nauwelijks 15% aan particulieren. Uit het antwoord van de energieminister op een vraag van Tom Van Grieken bleek dat sinds de invoering van het subsidiesysteem voor groene stroom 2.238 producenten van groene stroom elk meer dan 100.000 euro steun hebben ontvangen. Waarom voert de regering geen taks in op deze megawinsten in plaats van de brave burgers te belasten die niets te maken hebben met het geknoei van de regeringen?
Het dossier van de groenestroomsubsidies is er een van slechte beslissingen, groene dogma’s en asociaal beleid. Dat de gevolgen van het groenestroomdebacle worden afgeschoven op de gewone Vlaming en dat twee derde van onze stroomfactuur vanaf maart uit belastingen zal bestaan, is een pure schande. Elektriciteit is een basisgoed, geen luxeproduct. Het Vlaams Belang verzoekt de federale en Vlaamse regering dan ook dringend initiatieven te nemen om aan de overbelasting van energie een einde te maken.