De Britse regering heeft een ingrijpend pakket hervormingen aangekondigd om de democratische betrokkenheid te vergroten. De opvallendste maatregel is het verlagen van de kiesgerechtigde leeftijd naar 16 jaar. Het Verenigd Koninkrijk volgt daarmee het voorbeeld van Schotland, Wales en enkele andere landen zoals Oostenrijk en Brazilië.
De verlaging van de kiesgerechtigde leeftijd is een verkiezingsbelofte van de regerende Labour-partij. In Schotland en Wales mogen 16- en 17-jarigen al bij bepaalde verkiezingen stemmen, maar nu wordt het principe landelijk doorgevoerd. Het Verenigd Koninkrijk voegt zich daarmee bij een selecte groep landen waar jongeren al op jongere leeftijd politieke invloed kunnen uitoefenen.
Meer maatregelen voor eerlijke verkiezingen
Naast het verlagen van de kiesgerechtigde leeftijd voert de regering extra regels in voor campagnefinanciering. Anonieme donaties aan politieke partijen worden aan banden gelegd om buitenlandse invloed tegen te gaan. Minister van Democratie Rushanara Ali benadrukt dat de hervormingen de integriteit van het politieke systeem moeten beschermen.
Andere geplande veranderingen zijn de invoering van automatische kiezersregistratie en het accepteren van bankpassen als geldig identiteitsbewijs bij het stemmen.
Grootste hervorming sinds 1969
De vorige Conservatieve regering voerde de verplichting in om een foto-ID te tonen om fraude te voorkomen. Critici wezen er toen op dat deze maatregel vooral jongeren, mensen met een laag inkomen en etnische minderheden benadeelde. De Kiescommissie schatte dat bij de laatste verkiezingen zo’n 750.000 mensen niet konden stemmen doordat ze geen geldig identiteitsbewijs hadden.
Harry Quilter-Pinner, directeur van het Institute for Public Policy Research, noemt de hervormingen de meest ingrijpende verandering van het Britse kiesstelsel sinds 1969, toen de stemgerechtigde leeftijd van 21 naar 18 jaar ging.