De Verenigde Staten hebben teruggeslagen tegen de Afghaanse tak van de terreurgroep IS. Met behulp van een drone probeerden ze een van de leiders van IS-K te vermoorden. Dat zou volgens de eerste aanwijzingen gelukt zijn.

Eerder deze week voerde de Afghaanse tak van de terreurgroep Islamitische Staat (IS) een bloedige aanslag uit bij de luchthaven van Kaboel, die onder controle is van het Amerikaanse leger. Een zelfmoordterrorist blies zich op, waarna het vuur werd geopend door andere aanwezige terroristen. Bij de aanslag vielen minstens 175 doden, waaronder 13 Amerikaanse soldaten.

Tegenaanval

Amerikaans president Joe Biden liet in een persconferentie al weten dat de Verenigde Staten zouden terugslaan. “We zullen niet vergeven. We zullen niet vergeten. We zullen jullie opjagen en laten boeten”, zo klonk het bij de president. Hij liet toen weten dat de reactie “op het juiste moment” zou gebeuren. En dat bleek dus vandaag te zijn.

Met behulp van een drone vielen de Verenigde Staten een aanval uit op een van de leiders van IS-K. “De onbemande luchtaanval vond plaats in de provincie Nangarhar in Afghanistan. Volgens de eerste aanwijzingen hebben we het doelwit gedood”, zei Bill Urban, woordvoerder van Centcom, het Amerikaanse commando in het Midden-Oosten. “We hebben geen weet van burgerslachtoffers.”

Ondertussen hebben de Verenigde Staten ook een nieuwe waarschuwing de wereld ingestuurd voor mogelijke nieuwe aanvallen op de luchthaven van Kaboel.