Niemand van de onderhandelaars verwacht nog een mislukking van formateur Jan Jambon (N-VA). In de weken voorafgaand aan de formele start vandaag, is al veel doorgesproken. Bedoeling is zeker de septemberverklaring te halen. “Begin september zijn we er normaal uit”, zegt een toponderhandelaar.
Waarom loste informateur Bart De Wever (N-VA) plots z’n eigen nota, zeven pagina’s lang? Die ongebruikelijke zet had alvast één effect: iedereen focuste op wat er in de nota stond, en niet op de position switch (of het ‘kiezersbedrog, zo u wil) die Jambon en De Wever doorvoerden in één beweging.
Want plots is het niet meer Jambon die de federale man is bij N-VA, maar De Wever zelf. De N-VA-voorzitter gaf die federale onderhandelingen als expliciete reden om niet in de Vlaamse regering te stappen. De Franstalige partijen kijken er wat meewarig naar: zij konden Jambon wel pruimen.
Bewijs dat er “hard gewerkt” is
“De Wever kon toch moeilijk afkomen met de boodschap dat hij enkel wekenlang had nagedacht over met wie hij in zee zou gaan? Vandaar ook die nota: het toont dat we niet stil gezeten hebben, dat er al veel gewerkt is tussen de N-VA en de andere twee partijen”, zo duidt een insider.
Toch blijft de status van de tekst wat onduidelijk. Bij Open Vld en CD&V is er on the record weinig commentaar. Als achtergrond hoor je “dat er nu wel nog moet onderhandeld worden, dit is een N-VA-tekst”. Maar anderen zijn milder: “Het is een goede basis, nu moeten wel alles in detail uitonderhandelen.”
De Wever zelf noemde zijn Startnota op z’n persconferentie nochtans wel een “synthesenota”, “gebaseerd op vele gesprekken”. Maar bindend is de tekst niet: “Uiteraard is het een open uitnodiging. Het verheugt mij overigens dat mijn inschatting correct is gebleken, dat deze nota zodanig is geëvalueerd om positief te kunnen antwoorden op onze uitnodiging”, zo stelde De Wever. “Nu komt het er op aan die tekst up te graden tot een regeerakkoord.”
Beter nota rondsturen dan wachten op de gekleurde lekken
“Ach, je kan kiezen om bij dat soort onderhandelingen de nota niet te verspreiden, maar dan lekt die systematisch en volgens een bepaalde bril in de pers de dagen nadien. Dus misschien beter het maar in z’n geheel op tafel te gooien”, zo zegt een onderhandelaar.
Wat de timing betreft lijkt iedereen het eens dat het snel kan gaan. “Een paar weken, dat moet lukken. Tegen begin september kan alles rond zijn. Wat we zeker moeten halen, is de septemberverklaring. Maar als je alle partijcongressen en dergelijke op een ordentelijke manier wil doen, is begin september dus het mikpunt.”
Bij de vorming van de vorige Zweedse coalitie op Vlaams niveau liep het trager: het federale spel viel een beetje als een schaduw over de onderhandelingen. En vooral: toen zaten enkel N-VA en CD&V aan tafel, met bovendien nog twee haantjes. Zowel Geert Bourgeois (N-VA) als Kris Peeters (CD&V) hadden de ambitie om minister-president te worden, wat tot ongemakkelijke situaties leidde. Dat eindigde uiteindelijk toen Peeters naar het federale niveau verkaste. Open Vld sloot zich dan op één nacht nog aan, om een al onderhandeld regeerakkoord te aanvaarden.
Bourgondische coalitie snel vergeten
Bij de keuze van de coalitiepartner wilde De Wever niet te veel stil staan. Dat er lang en diep is nagedacht over een Bourgondische coalitie, dat leek allemaal al lang in het verleden te liggen. “We kwamen tot de logische conclusie dat men naar de meest samenhangende meerderheid moet gaan die men op het tapijt kan brengen. Hier is grondiger dan ooit tevoren aan gewerkt. Er hebben heel wat vergaderingen plaatsgevonden die mij tot de conclusie noopten dat er meest samenhang is, als die ‘Zweeds’ is”, zo stelde De Wever.
Maar zeker bij Open Vld, waar de meeste fans van de Bourgondische coalitie zaten, zijn toch wat bittere stemmen te horen. “Natuurlijk had die combinatie onze voorkeur: het gaf coherente coalities, en het was een kans om eens iets fris te proberen. Met de twee grootste partijen in bad. Maar goed, de bladzijde is nu omgedraaid, het is wat het is.”
En ook binnen N-VA was er een schare fans, die dergelijk experiment wel zag zitten. “Het probleem is nog niet zozeer starten met dergelijke coalitie. In de legislatuurparlementen van de deelstaten gaat dat vlot, eens je van start bent kan zo’n regering moeilijk nog vallen. Maar elk jaar moet wel een begroting gestemd worden. Als je dan steeds je lot moet leggen bij enkele radicale socialisten, tja, dan wordt het toch moeilijk.”
Federaal bepaalt de PS het tempo
Het maakt er het federale absoluut niet makkelijker op. Al niet omdat N-VA nu toch veel vaster zit aan CD&V en Open Vld, en omgekeerd. Geen van de drie heeft zin in federale avonturen waar andere Vlaamse regeringspartners plots bekampt moeten worden. Maar staalharde garanties dat het daar niet op eindigt zijn er ook niet.
Dat De Wever op z’n gekende cynische stijl dik in de verf zette dat de PS “zelfs niet wenst te praten”, mag erop duiden dat de N-VA federaal nog steeds ambities heeft. En dat de PS via Elio Di Rupo meteen het idee van een coalitie met de N-VA en z’n nieuwe Vlaamse regeringspartijen afschoot, is ook meer dan significant. “Het is positief, een teken van leven. Hij erkent alvast dat we bestaan, en dat hij de Vlaamse formatie ook volgt”, zo gaf De Wever als commentaar. Maar het kan voor Di Rupo meteen ook een methode zijn om alvast minstens één keer z’n duidelijk veto te hebben gesteld, en zich openlijk verzet te hebben. Dat laat toe om straks, na nog weken federaal gekrassel, een grote ’toegift’ te doen, en z’n duidelijk veto voorzichtig in te trekken.
“Feit is dat de N-VA Vlaams aan zet was, en we ons daar naar moesten schikken qua timing. Tot frustratie van velen. Maar federaal geldt dat evengoed voor de PS. Zij zijn mathematisch nodig voor zowat elke coalitie. En dat weten ze. Dus bepalen zij het tempo. Dat is nu eenmaal een wetmatigheid van de Wetstraat”, zo duidt een toponderhandelaar.