Het Vlaamse dierenwelzijnsbeleid krijgt een stevige lokale verankering: maar liefst 95 procent van de Vlaamse steden en gemeenten heeft vandaag een schepen aangesteld die verantwoordelijk is voor dierenwelzijn. Dat maakte Vlaams minister Ben Weyts (N-VA) bekend tijdens een bijeenkomst met lokale overheden. Een enorme sprong vooruit, want acht jaar geleden ging het nog om amper een derde van de gemeenten.
De benoeming van schepenen die zich expliciet bezighouden met dierenwelzijn is een relatief nieuw fenomeen. In 2014 waren ze nog op één hand te tellen, in 2017 had ongeveer een derde van de Vlaamse gemeenten zo’n verantwoordelijke. Na de gemeenteraadsverkiezingen van 2018 steeg dat aandeel al snel naar 80 procent. Vandaag staat de teller op 270 van de 285 gemeenten, oftewel 95 procent.
Die evolutie is volgens Weyts geen toeval: “Het succesverhaal op Vlaams niveau heeft veel steden en gemeenten geïnspireerd om mee te stappen in dat verhaal. Als Vlaanderen voluit kiest voor dierenwelzijn, dan is het logisch dat ook de gemeenten hun steentje bijdragen.”
Meer middelen, meer erkenning
De stijgende aandacht voor dierenwelzijn komt er niet zomaar. Onder Weyts’ beleid is het personeelsbestand bij Dierenwelzijn verdrievoudigd en het budget zelfs vertienvoudigd. Ook op het terrein is de impact voelbaar: politie, parket en lokale besturen erkennen dierenwelzijn almaar meer als volwaardige beleidsprioriteit.
De aanwezigheid van een lokale schepen maakt volgens de minister een groot verschil. “Een duidelijk aanspreekpunt zorgt ervoor dat het dierenbeleid ook lokaal gecoördineerd en zichtbaar is. Denk bijvoorbeeld aan zwerfkattenbeheer: dat werkt alleen als er op gemeentelijk niveau iemand verantwoordelijkheid opneemt.”
Laatste duwtje
Toch zijn er nog 15 gemeenten die de stap nog niet gezet hebben. Weyts richtte zich rechtstreeks tot hen met een duidelijke boodschap: “Dierenwelzijn is geen luxe, maar een basisverantwoordelijkheid. In 2025 mag geen enkele gemeente nog achterblijven.”