In het kort
- Volgens het VN-rapport zou veertig procent van de banen in de komende tien jaar getroffen kunnen worden door vooruitgang op het gebied van AI.
- Slechts honderd bedrijven zijn verantwoordelijk voor bijna de helft van de wereldwijde uitgaven aan onderzoek en ontwikkeling op het gebied van AI. Dit vergroot de mondiale ongelijkheid.
- Ontwikkelingslanden lopen het risico achter te blijven bij de AI-revolutie. 118 landen uit het mondiale Zuiden nemen niet deel aan discussies over AI-governance.
In een nieuw VN-rapport wordt de potentiële impact van kunstmatige intelligentie (AI) op de wereldwijde arbeidsmarkt belicht. Volgens voorspellingen zal AI binnen de komende tien jaar veertig procent van de banen beïnvloeden. Deze transformatie kan leiden tot hogere productiviteit, maar roept ook zorgen op over grootschalige verdringing van arbeid.
Het rapport noemt vier manieren waarop AI de werkgelegenheid zal beïnvloeden. Het vervangen van menselijke werknemers, het aanvullen van bestaande functies, het stimuleren van verdere automatisering en het creëren van nieuwe functies op gebieden zoals AI-onderzoek en -ontwikkeling.
Zorgen over ongelijkheid
De concentratie van AI-ontwikkelingen bij een beperkt aantal bedrijven baart zorgen over toenemende ongelijkheid. Deze bedrijven geven vaak de voorkeur aan kapitaal boven arbeid, wat het concurrentievoordeel van goedkope arbeid in ontwikkelingslanden mogelijk ondermijnt.
Het rapport onderstreept de noodzaak van sterkere internationale samenwerking om de focus te verleggen van technologie naar mensen. Het benadrukt het belang van een eerlijke verdeling van de voordelen die AI met zich meebrengt.
Een opvallende bevinding is de extreme concentratie van AI-investeringen. Slechts honderd bedrijven, voornamelijk gevestigd in de Verenigde Staten en China, zijn verantwoordelijk voor bijna de helft van de wereldwijde uitgaven aan onderzoek en ontwikkeling op het gebied van AI. Deze dominantie strekt zich ook uit tot kennisproductie. De VS en China zijn goed voor een onevenredig groot aandeel in collegiaal getoetste publicaties en patenten op het gebied van AI.
De wereldwijde leiderschapskloof
Deze technologische leiderschapskloof roept zorgen op dat ontwikkelingslanden achterblijven in de AI-revolutie. Terwijl de Europese Unie antitrustonderzoeken is gestart naar enkele van deze techgiganten, worden er ook discussies gevoerd over het heffen van belastingen op digitale diensten voor hun activiteiten in Europa.
Het rapport analyseert daarnaast het wereldwijde concurrentievermogen in andere sleuteltechnologieën. De Verenigde Staten voeren de ranglijst aan op digitale terreinen zoals AI, internet, big data, blockchain en 3D-printing. China blinkt uit in 5G-netwerken, drones en fotovoltaïsche zonne-energietechnologie. Japan en Zuid-Korea tonen sterke capaciteiten in de ontwikkeling van nanotechnologie en robotica.
De behoefte aan inclusief bestuur
Het is alarmerend dat de VN heeft vastgesteld dat 118 landen, voornamelijk uit het mondiale Zuiden, niet deelnemen aan discussies over AI-governance. Deze uitsluiting benadrukt de urgentie van inclusieve deelname aan het vormgeven van de toekomst van deze transformatieve technologie.
Het rapport legt uit hoe AI gebruikmaakt van machinaal leren om patronen en verbanden te identificeren in enorme hoeveelheden data, waarbij de prestaties in de loop van de tijd voortdurend verbeteren. In tegenstelling tot eerdere automatiseringstechnologieën is AI in staat om complexe taken uit te voeren en kan het op bepaalde gebieden zelfs de menselijke capaciteiten overtreffen.
Voorbereiden op de “Vijfde Industriële Revolutie”
De uiteindelijke impact op de beroepsbevolking zal echter afhangen van de wisselwerking tussen automatisering, augmentatie en het ontstaan van nieuwe functies. Om zich voor te bereiden op deze “Vijfde Industriële Revolutie” moeten ontwikkelingslanden prioriteit geven aan investeringen in een betrouwbare internetinfrastructuur, toegankelijke datasets van hoge kwaliteit voor AI-training en onderwijssystemen die burgers uitrusten met essentiële digitale vaardigheden.
De UNCTAD stelt voor om een gedeelde wereldwijde faciliteit op te richten die AI-instrumenten en rekenkracht eerlijk verdeelt onder landen. Dit met als doel samenwerking te bevorderen en de risico’s van een groeiende AI-kloof te beperken.