De triple meltdown in Fukushima Daiichi was het ergste nucleaire incident sinds Chernobyl. Hoe erg Fukushima was (en is overigens), en hoe dicht we in die tweede week van maart 2011 kwamen bij een wereldwijde catastrofe, hebben de meeste mensen nooit geweten. Hier is het verhaal van wat er echt gebeurde, wat de gevolgen zijn (honderden kinderen met schildklierkanker om te beginnen) en waarom ons dat moet nopen om onze eigen nucleaire politiek te herzien.
Toen om 14u46 op 11 maart de grond begon te schudden in wat een 9.0-aardbeving was, deden de drie in gebruik zijnde reactoren wat ze verondersteld werden te doen: ze gingen in shutdown. Neutron-absorberende staven kwamen uit de vloer en het proces van kernsplijting viel stil. De elektriciteit was uitgevallen in de regio, maar er waren back-upgeneratoren om de noodsystemen in zo’n geval draaiende te houden. In eerste instantie leek het er op dat Fukushima het natuurgeweld zou weerstaan.
Het nucleaire complex in Fukushima is gebouwd aan de kust, met vrijwel onmiddellijk heuvels daarachter. Een makkelijke prooi voor de tsunami die onderweg was. Tegen dat die de centrale bereikte, 50 minuten later, was de golf 14 meter hoog. De golf nam met gemak de waterkeringsmuur te grazen, het water stroomde richting centrale en sleurde tientallen auto’s en een hoop puin mee. De noodgeneratoren, die, je raadt het nooit, in de kelder van de turbinegebouwen tussen de kerncentrale en de zee stonden, spoelden in no time onder. Out went the lights.
Het systeem dat voor de koeling van de kernreactor moest zorgen, viel stil. Pogingen om weer stroom te krijgen waren op z’n zachtst gezegd amateuristisch. Zo liet uitbater Tepco een truck komen met nieuwe generatoren, maar toen die arriveerden bleken de stekkers niet te passen. De grootste nucleaire operator in Japan en in de wereld leek op een slecht voorbereide toerist die vergeten was zijn adapter mee te pakken.
Na een uur of twee begaf een back-upcondensor die de zaken nog draaiend had gehouden in reactor 1 het. Op dat moment kon niks meer voorkomen dat uranium brandstofstaven het koelwater aan de kook brachten. Daardoor ontstond een build-up van stoom in het reactorvat, wat zou leiden tot een explosie van radioactief gas. Tegen de tijd dat de druk twee keer hoger werd binnen het reactorvat dan toegelaten, moest Tepco een beslissing nemen. In paniek namen de ingenieurs een slechte: ze besloten een klein lek te maken om de druk te verminderen. Dat zou weliswaar radioactieve stoom naar buiten blazen, maar mogelijk een explosie voorkomen.
Het werd naar de media toe verkocht als “venting”, wat niet meteen verontrustend klinkt. Raampje openzetten, weet je wel. Beetje verluchten. Zo simpel bleek dat niet – en dit zijn allemaal dingen die we achteraf aan de weet kwamen. De kleppen bleken vast te zitten. Technici, sommige gewapend met een Engelse sleutel (want zelfs die bleken er te weinig te zijn) probeerden met een zaklamp in hun mond urenlang in het donker om die kleppen open te prullen.
Afgeschreven
Tegen 10 uur zaterdagochtend, dus 18 uur nadat de crisis in de kerncentrale was begonnen, kon eindelijk met dat fameuze venting begonnen worden. Het bleek sowieso een slechte gok te zijn. Waterstof sijpelde binnen in het reactorgebouw en creëerde een explosief gas. Om 15.36 uur ging de boel de lucht in. Als bij wonder overleefde de reactorkern de ontploffing.
Ondertussen waren ook de twee andere reactoren zwaar in de problemen geraakt. Tegen ’s maandags werd vanuit alle drie de reactoren radioactieve stoom gelost om nieuwe explosies te voorkomen. Er was ook begonnen met het pompen van zeewater in de reactorkernen om die af te koelen. Een beslissing die inhield dat Fukushima afgeschreven was, want daarmee zouden ze nooit nog gebruikt kunnen worden. Maar zelfs dat bleek niet genoeg.
Derde ontploffing
Die maandag ontplofte reactor 3. Er waren nu ook problemen in de opslagtanks met gebruikte uraniumstaven. Die moeten ook gekoeld worden, en zonder circulerend water begonnen ze te overhitten. Tegen dinsdagochtend stond het bad waar ze inzaten in brand. Dit is spul dat normaal een jaar en soms veel langer in dat bad moet zitten om af te koelen en heel radioactief is.
Terug naar reactor 3. Daar waren de brandstofstaven ondertussen gesmolten en er kwam een nieuwe explosie die straling verspreidde die 10.000 keer boven de normale waarden lag. Tepco had ondertussen de meeste van de 800 werknemers weggehaald. Er bleven er nog een paar dozijn over – ze zouden de naam The Fukushima Fifty krijgen. Later zou aan het licht komen dat Tepco van plan was om de boel gewoon in de steek te laten, iets waar de Japanse regering tegenhield. Diezelfde regering was op dat moment in het diepste geheim bezig met plannen om Tokio te evacueren.
Wat dat impliceert, weet alleen iemand die ooit in Tokio is geweest. We hebben het hier over ’s werelds grootste metropool, met meer dan 30 miljoen inwoners. Het feit dat de Japanse regering op een gegeven moment bij de beslissing was aangekomen om Tokio te ontruimen zegt alles over hoe ernstig de situatie in Fukushima was. ’s Anderendaags waren er opnieuw 300 mensen aan de slag in de gehavende centrale. Ze werkten in onvoorstelbare omstandigheden, sliepen nauwelijks en moesten eten met elkaar delen. Op een bepaald moment moesten de managers de arbeiders samenroepen om hen te vragen hun portefeuilles leeg te maken zodat er een team gestuurd kon worden om water, drank en benzine te gaan kopen.
De toelaatbare hoeveelheid straling die die arbeiders mochten ondergaan werd vervijfvoudigd. Het management riep dat via luidsprekers af, en vroeg om begrip voor het feit dat ze blootgesteld werden aan gevaarlijke stralingsniveaus. En terwijl in de buitenwereld, ook internationaal, ook bij ons, de zaak kapotgerelativeerd werd en we verteld werden dat het allemaal niks betekende, begonnen de pogingen om Fukushima onder controle te krijgen farcicaal te worden.
Legerhelikopters schepten water uit zee en probeerden dat te droppen in de gaten die door de explosies waren ontstaan. Het meeste water werd door de wind weggewaaid. Brandweerwagens met absurd kleine waterslangen werden ingezet. Toen hoogradioactief water weer naar zee begon te stromen door scheuren, probeerden hoogopgeleide technici die te dichten met krantenpapier en luiers. Op een gegeven moment dumpte Tepco 10.000 ton hoogradioactief water in de zee om plaats te maken in de opslagtanks daarvoor.
Het zou negen maanden duren voor de kerncentrale ongeveer onder controle kwam. Negen maanden geklooi. En het zal decennia duren voor de troep in Fukushima enigszins is opgekuist.
Boekje open, 641 bladzijden
Toen Fukishima gebeurde, waren er 54 actieve kerncentrales in Japan. Die zorgden voor 30 procent van de energievoorziening in het land. Dat is niet eens buitensporig veel. Bij ons ligt dat hoger, en het Europees gemiddelde is ook iets van een 30 procent. Net zoals bij ons, en in heel de wereld, was die nucleaire sector gehuld in geheimdoenerij. Uit veiligheidsoverwegingen heet dat dan. Maar in Japan, waar ze er nu wel even hun buik vol van hadden, werd het boekje even opengedaan. In een rapport van 641 bladzijden – en het leest als de betere misdaadroman – dat er kwam van de parlementaire commissie die werd aangesteld om het eens goed uit te vlooien, staan niet alleen de feiten van Fukushima.
Er staat bijvoorbeeld in hoe de nucleaire sector met onderaannemers werkte die wat “nucleaire zigeuners” genoemd werden in dienst had. Ongeschoolde arbeiders vaak (vindt ze maar eens in Japan) die met vodden en dweilen moesten poetsen in radioactieve delen tijdens shutdowns voor onderhoud. De yakuza, de Japanse maffia, bleek ze te leveren.
Zelfs na Fukushima bleek ondermeer Tepco nog zo’n mensen in te zetten. Sukkelaars, die tot 1.000 euro per dag kregen om in een omgeving te werken die gevaarlijk radioactief is. Twee van die sukkelaars moesten naar het ziekenhuis omdat ze op sloefkes in radioactief water stonden te werken om maar één voorbeeld aan te halen.
The Dark Empire
Volgens Katsunobu Onda, die er een boek over schreef dat The Dark Empire heet, hebben tienduizenden van die laagopgeleide Japanners die het vuile werk moesten doen in de centrales hoeveelheden straling opgelopen waar ze vroeg of laat (maar te vroeg) zullen van sterven. Japanse journalisten die dingen in vraag durfden stellen, werden geridiculiseerd. “Wat weten journalisten nu van wetenschap?” was de reactie steevast.
De meeste journalisten weten daar inderdaad, deze jongen op kop, niet veel van. Maar dat moet ook niet als mensen die er wel verstand van hebben het je komen vertellen. Je hoeft ook geen bal van wetenschap te kennen om te beseffen dat wanneer een kerncentrale wel een plan heeft om z’n werknemers te evacueren maar als het moment daar is niet eens voor bussen kan zorgen, er een probleem is.
Van geen meltdown naar drie
Eén van de verwijten die het handvol journalisten ook hier kreeg tijdens en na de ramp in Fukushima, was dat we het woord meltdown hadden gebruikt. Dat we de mensen onnodig bang hadden gemaakt. Nu, lees het verslag van 641 bladzijden. Er zijn drie meltdowns geweest in Fukushima. De realiteit is dit: als een goede ziel, genaamd Masao Yoshida, de manager van de kerncentrale zichzelf niet erg on-Japans had gedragen en op een gegeven moment, tegen de orders van Tepco in, niet de beslissing had genomen om zeewater te gaan gebruiken om de reactoren te koelen, er een ramp was gebeurd met gevolgen die we zelfs hier tot vandaag de dag nog zouden voelen.
Wat Fukushima duidelijk maakte is misschien niet dat we kernenergie voorgoed moeten begraven, maar dat we er niet mee omgaan zoals het hoort. Als zoiets in Japan gebeurt, waar mensen griezelig stipt en in onze ogen vaak overdreven correct en bezorgd zijn, dan heb ik er weinig vertrouwen in dat het in de rest van de wereld wel in orde is. Dat is niet meteen een verwijt aan al die mensen die werken in de sector – maar, zoals het rapport Fukushima ook aan het licht brengt, waakzaamheid is al te vaak opgeofferd aan winst.
Drieënhalf jaar na Fukushima is de situatie overigens verre van onder controle. 6.000 mensen zijn bezig met de opkuis, die nog tientallen jaren gaat duren. Er is eigenlijk nog steeds geen goede oplossing voor de groeiende hoeveelheid erg radioactief water. Elke drie dagen komt er een gigantische container bij waar 1.000 ton dodelijk water in wordt bewaard. Er staan ondertussen 1.350 van die containers.
Tegen november zullen de ongeveer 1.500 brandstofstaven volgens Tepco uit de fabriek verwijderd zijn. Ze verdwijnen niet in het niets, maar zullen “veilig” opgeslagen worden in de regio Fukushima. Een grapje dat opnieuw tientallen miljarden gaat kosten, want veilig opslaan in een gebied dat zo aardbevingsgevoelig is, en dan liefst voor 200.000 jaar, het is op z’n minst gezegd een uitdaging.
Eind augustus had dat allemaal al bijna 100 miljard euro gekost, het dubbel van wat er aanvankelijk geschat was. En zoals gezegd, de opkuis gaat nog decennia duren.
Radioactief water blijft ook wegsijpelen in de zee, en blijft zich verspreiden over heel de wereld. Niks om ons zorgen over te maken, horen we. Tja. Normaal is het ook niet.
104 kinderen met schildklierkanker – normaal mogen er dat twee zijn
Er is nog iets: het wordt almaar moeilijker om vertrouwen te hebben in een sector die systematisch liegt, zaken achterhoudt en informatie manipuleert. Er is eigenlijk maar één constante wat betreft alle incidenten die ooit hebben plaatsgevonden, eender waar ter wereld: er werd altijd gelogen door de overheid en de uitbaters van de centrales dat het geen naam had.
Drie jaar na Fukushima zijn er meer dan honderd kinderen met schildklierkanker in de regio. Hun tumoren schommelen in grootte van 5 tot 41 mm en het gemiddelde is 14 mm. Normaal zouden er maar twee of drie kinderen mogen zijn met schildklierkanker in dat gebied, als het wereldwijd gemiddelde wordt gehanteerd. Bovendien is hun aantal snel aan het toenemen. Vorig jaar in augustus waren het er nog maar vijftig.
Dat ligt in het verlengde van wat we zagen na Chernobyl. Het aantal doden als gevolg van die ramp is nog steeds een groot vraagteken. Het cijfer loopt uiteen van 5.000 tot 980.000. Telkens wordt als argument ingeroepen dat “je niet kan achterhalen of de kankers wel degelijk door radioactiviteit veroorzaakt zijn”. Dat is ook nu weer het standpunt van de Japanse overheid bijvoorbeeld. Die zegt dat het toegenomen aantal gevallen van schildklierkanker het gevolg zijn van het feit dat er meer op getest wordt.
Er zijn een aantal gaten in die stelling, waaronder deze: er werd relatief meer getest in de eerste twee jaar na de ramp, dus waarom begint het aantal pas sinds vorig jaar spectaculair te stijgen? Misschien omdat schildklierkanker na een overdosis radioactiviteit, zoals we zagen in Chernobyl, pas na een aantal jaar zich manifesteert?
Doel & co
“Wie kon in godsnaam zoiets voorspellen” was wat we vaak hoorden in de nasleep. Wel, iemand die zijn gezond verstand gebruikte misschien. Japan ligt in een heel actieve vulkanische zone van de Pacifische Ring of Fire. Er komen verschillende tektonische platen samen. Hele zware aardbevingen, 8 of meer op de schaal, gebeuren er met de regelmaat van de klok, en tsunami’s tekenen de geschiedenis van het land.
“Maar, ons land heeft weinig last van aardbevingen”, zal je misschien zeggen. Dat klopt, maar dat wil niet zeggen dat er geen andere dreigingen zijn. Het feit dat een of andere komiek de kerncentrale van Doel bijvoorbeeld kon saboteren, zegt al genoeg. Voor hetzelfde geld blaast zo iemand de boel op met een bom die hij in zijn brooddoos heeft. Zelfs als de schade minimaal is, is het de kettingreactie van onvoorziene omstandigheden die, zoals Fukushima bewijst, compleet niet in te schatten is.
Het punt is dat nucleaire energie niet iets is waar je mee omspringt alsof het eender welk ander soort zaakje is. Als alle 1.500 brandstofstaven in Fukushima blootgesteld waren, en we weten dat dat alleen met heel veel geluk is vermeden, dan zou er evenveel radioactiviteit zich over het hele noordelijk halfrond hebben verspreid als 15.000 atoombommen van het type dat op Hiroshima werd gedumpt. Miljoenen, tientallen miljoenen mensen zouden aan de gevolgen zijn gestorven, honderdduizenden baby’s zouden met genetische afwijkingen zijn geboren.
Het huidige arsenaal kerncentrales in landen als België is hopeloos verouderd. We hebben in ons land geen geld om nieuwe te bouwen, en we hebben eigenlijk ook geen geld om de bestaande echt fatsoenlijk op te lappen. We kunnen ze wellicht ook niet veilig maken in een wereld waar we na tien jaar strijd en het spenderen van 5.000 miljard geen stap dichter zijn gekomen om idioten zoals de Islamitische Staat of een halve Nazi in het brave Noorwegen te stoppen in het plegen van terreurdaden.
Vroeg of laat zal het misgaan. Als de geschiedenis ons iets leert, dan is het dat. Het argument dat kernenergie een noodzakelijk wapen is in de strijd tegen de opwarming van ons klimaat klopt wellicht, maar het is echt geen excuus voor een nucleaire sector die boven de wet lijkt te staan.