De nieuwe VRT-beheersovereenkomst valt magertjes uit voor jongeren. Dat blijkt na de voorstelling van het bindende contract tussen de Vlaamse Overheid en onze openbare radio- en televisieomroep, waarin richtlijnen worden vastgelegd waar de VRT zich de komende jaren aan moet houden. “Televisie blijft een lastig medium om jongeren te bereiken.”
Vandaag stelden Vlaams Minister van Media, Sven Gatz (Open VLD), VRT-topman Leo Hellemans en de voorzitter van de Raad van Bestuur van de VRT, Luc Van den Brande, de nieuwe beheersovereenkomst voor in het VRT-gebouw in Schaarbeek. De overeenkomst gaat in op 1 januari 2016 en geldt voor een periode van vijf jaar. In de beheersovereenkomst wordt in zeven strategische doelstellingen uitgestippeld wat de VRT moet verwezenlijken in de komende jaren.
Minister Gatz klopte zichzelf tijdens de persconferentie op de borst: omdat hij ook Cultuur in zijn ministerportefeuille heeft zitten, heeft hij ervoor kunnen zorgen dat het aantal cultuurreportages in Het Journaal wordt opgetrokken van 200 naar 365 per jaar. Maar minister Gatz is niet alleen bevoegd voor Media en Cultuur: ook Brussel én Jeugd vallen onder zijn bevoegdheid. Had hij dan in analogie met de afspraken binnen Cultuur geen ruimer aanbod voor jongeren kunnen laten vastleggen bij de VRT?
“We bouwen voort op het goede werk van mijn voorgangster, minister Lieten (sp.a, red.). We hebben niets extra’s ondernomen, zoals bij Cultuur”, antwoordt de minister. “Via MNM worden duizenden jongeren bereikt die we zeer moeilijk kunnen bereiken via de andere merken, en je mag ook niet vergeten dat MNM veel meer is dan radio. De zender is ook erg actief en interactief op sociale media, en maakt ook nieuwsuitzendingen op maat van de jongeren.”
Leo Hellemans treedt de minister bij: “MNM organiseert ook heel wat acties met maatschappelijke meerwaarde. Studio Brussel zet ook in op jongeren, al gaat het daar inderdaad wel om een iets ouder publiek.”
OP12 afgevoerd
Op televisie blijft het echter povertjes gesteld met een jongerenaanbod: eind vorig jaar werd OP12, de jongerenzender van de VRT, afgevoerd door tegenvallende kijkcijfers. “Televisie blijft inderdaad een lastig medium om jongeren te bereiken”, erkent Hellemans. “We blijven zoeken naar verdere oplossingen.”
Minister Gatz denkt twee vliegen in een klap te kunnen slaan: “We gaan sterker inzetten in het online-aanbod, en op die manier bereiken we onmiddellijk ook meer jongeren. Want zij begeven zich meer en meer op het internet, en kijken minder en minder via lineaire televisie-uitzendingen.”
Voor iedereen relevant?
Die uitspraak wordt bekrachtigd door resultaten van een onderzoek van de VRT zelf. Wat het wijzigende mediagebruik betreft: op twee jaar tijd is het aandeel van televisiekijken bij de Vlaamse mediagebruiker gedaald van 35% naar 26%, terwijl de sociale media meer dan verdubbelen en springen van 9% naar 19,5%. Hetzelfde onderzoek wijst ook uit dat bij jongeren tussen de 12 en 17 33% van alle mediamomenten gebeurt via mobiele toestellen. Bij de 18 tot 24-jarigen is dat nog steeds 23%.
De Vlaamse jongere verplaatst zich dus meer en meer naar het internet, en dat lijkt gebruikt te worden als een excuus om het televisie-aanbod wat links te laten liggen. Ook al luidt de eerste van de zeven strategische doelstellingen: “voor iedereen relevant”. Met “een publiek waardegedreven aanbod” moet de VRT zoveel mogelijk, zo niet alle Vlamingen bereiken. Wat jongeren betreft, lijkt die relevantie zich te beperken tot MNM en het online herbekijken van pakweg Thuis.
© 2015 – C.H.I.P.S. StampMedia – Jonathan Hendrickx