Sinds vorige week weten we dat Noord-Korea een intercontinentale ballistische raket (ICBM) heeft die volgens het land “een grote, zware kernkop kan dragen”. En afgelopen weekend voerden Amerikaanse bommenwerpers schietoefeningen uit boven Zuid-Korea, met echte munitie. Het regime van Kim Jong-un spreekt van een provocatie met verstrekkende gevolgen. Volgens Pyongyang schuift de kans op een atoomoorlog op het schiereiland zo op in de richting van een “kantelpunt”. Wat zou er gebeuren moest Kim Jong-un echt de rode knop indrukken? Het scenario gaat je de stuipen op het lijf jagen.
De VS en Zuid-Korea voerden zaterdag militaire operaties uit in Zuid-Korea, dicht tegen de grens met Noord-Korea. Twee Amerikaanse strategische bommenwerpers van het type B-1B Lancer – toestellen die zowel conventionele als nucleaire bommen kunnen droppen – vertrokken vanop de basis in Guam, scheerden over de Zuid-Koreaanse provincie Gangwon en lieten ook bommen vallen. Ze kregen het gezelschap van F-15’s van de Zuid-Koreaanse luchtmacht en van Amerikaanse F-16’s die precisiebeschietingen uitvoerden.
Noord-Koreaanse staatsmedia noemen de oefening, die de Amerikanen uitvoerden in samenwerking met bondgenoot Zuid-Korea, een “roekeloze provocatie”, waardoor het risico op een nucleaire oorlog enorm hoog is. De Amerikanen spelen met vuur, schrijft partijkrant Rodong Sinmun.
Nu de spanningen toch al torenhoog zijn, “kan elke fout, elk verkeerd oordeel leiden tot de uitbraak van een nucleaire oorlog, die uiteindelijk zal uitmonden in een nieuwe wereldoorlog”, meent de krant.
Finale fase
Bij de oefening zaterdag bombardeerden de vliegtuigen zogezegd een raketlanceerinstallatie en een ondergrondse legerbasis. De oefening was een reactie op de lancering van een nieuw type intercontinentale ballistische raket die vorige week dinsdag vanuit Noord-Korea is afgevuurd. Met zo’n raket zou Noord-Korea Amerikaanse steden kunnen bereiken. De raket kan een “grote nucleaire kernkop” vervoeren.
Kim Jong-un maakte zich na de lancering sterk dat de confrontatie tussen de VS en Pyongyang “in een finale fase” zit. In één adem noemde de Noord-Koreaanse leider de ballistische raket “een cadeau voor de Amerikaanse klootzakken”, naar aanleiding van hun nationale feestdag op 4 juli.
Experts zijn het er over eens dat de raket die de Noord-Koreanen nu hebben wel degelijk bijvoorbeeld een doel in Alaska zou kunnen treffen. Anchorage bijvoorbeeld, niet echt een metropolis, maar ondertussen toch goed voor 400.000 inwoners.
Dus, stel dat Kim Jong-un echt op het rode knopje drukt, wat is dan het scenario?
Laten we beginnen met uit te leggen wat zo’n ICBM juist is. Een intercontinentale raket of langeafstandsraket (intercontinental ballistic missile, ICBM) is een ballistische raket voor het afleggen van zeer grote afstanden via een ruimtevlucht, over het algemeen voor het bij het doel brengen van kernwapens. Ze zijn zo krachtig dat de wapens vaak geassocieerd worden met een apocalyptische kernoorlog.
ICBM’s verschillen van andere ballistische raketten omdat ze een groter bereik en snelheid hebben. Rusland, de Verenigde Staten, Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk en China waren tot vorige week de enige landen die zo’n ICBM’s hadden. India en Pakistan hebben al wel middellangeafstandsraketten maar zijn bezig met het ontwikkelen van ICBM’s.
Het neerhalen van zo’n ICBM is geen eitje. Om je een idee te geven: zo’n Noord-Koreaanse ICBM, wanneer gelanceerd, zou in theorie stijgen tot een afstand die zeven keer hoger is dan de baan waarin het internationaal ruimtestation ISS rond de aarde draait.
De Amerikanen hebben een raketdefensiesysteem dat in theorie binnenkomende ICBM’s moet kunnen uitschakelen.
Als het doel effectief Anchorage is, gebeurt dit: de Amerikanen zullen de raketlancering detecteren en de 36 “ground-based interceptors” in Fort Greely, op pakweg 150 kilometer van Fairbanks in Alaska, in paraatheid brengen.
Een secondenspel
In princiep gaan ze vier à vijf van die raketten afsturen per binnenkomende ICBM. Hoewel de Amerikanen (in een simulatie weliswaar) er ten minste één keer in geslaagd zijn op die manier een ICBM te vernietigen, is dat allesbehalve een sure shot.
Om te beginnen: het is een secondenspel. Hoewel de cijfers angstvallig geheim worden gehouden, gaan de meeste experts ervan uit dat zo’n binnenkomende ICBM pas gedetecteerd kan worden als de raket ongeveer 600 kilometer van z’n doel is. Weet dat zo’n ICBM aan een snelheid van 6 à 7 kilometer per seconde vliegt.
Je wil bovendien voorkomen dat de binnenkomende ICBM onderschept wordt op een te lage hoogte – dat zou bijvoorbeeld een hoop radioactiviteit doen neervallen op een groot gebied. Het komt erop neer dat je de ICBM wil raken op een hoogte van 185 kilometer of meer. Waar het op neerkomt is dat, wanneer een automatisch systeem onmiddellijk lanceert, er een “window” is van … net geen minuut.
Ground Based Midcourse Defense (GMD), het enige systeem dat momenteel tegen ICBM’s kan gebruikt worden, heeft volgens wetenschappers een slaagkans van 10 tot 50%.
Theater Missile Defense (THAAD), het antiraketsysteem dat de Amerikanen aan Zuid-Korea en nu ook aan Polen hebben verpatst, is niet echt bruikbaar tegen ICBM’s: dat systeem werkt goed tegen korte- en middellange afstandsraketten.
Soit, laten we positief blijven: stel dat ze in Fort Greely erin slagen de Noord-Koreaanse raket te vernietigen. Wat dan?
Het grootste probleem op dat moment zijn de interceptor-raketten die hun doel hebben gemist. Vier of vijf dus, en tot 32 zelfs als er meerdere ICBM’s moesten verwoest worden.
Die interceptors keren onverricht ter zake weer terug in onze atmosfeer. Het probleem: voor een doel gericht op de Westkust van de VS betekent dat dat ze boven China en meer waarschijnlijk Rusland zullen “vallen”.
De raketten zullen grotendeels opbranden als ze de damkring weer binnenkomen. Maar, op dat moment hebben ze in Moskou al de Cheget (de Russische versie van de nucleaire voetbal) bovengehaald en zit Putin al met z’n vingers aan de knoppen.
Komaan, denk je nu, de Amerikanen zullen de Russen toch wel verwittigd hebben? Euh
We moeten op dit moment even afwijken van ons verhaal en even teruggaan naar 1995. Hou vol, je zal zien dat het wel degelijk relevant is.
In 1995 werd in Noorwegen een sondeerraket gelanceerd. Dat is een onderzoeksraket geladen met instrumenten, ontworpen om onderzoek te doen of wetenschappelijke experimenten uit te voeren gedurende een suborbitale ruimtevlucht.
De Russen sloegen in paniek: op hun systeem leek het een Trident-raket. Wat er precies gebeurde daarna is niet duidelijk, maar, we mogen wellicht blij zijn dat Boris Yeltsin een serieus drankprobleem had.
In elk geval: we waren er toen heel dicht bij. Zo dicht dat de Amerikanen en de Russen snel een akkoord maakten om een Joint Data Exchange Center (JDEC) op te richten. In theorie zou dat ertoe moeten leiden dat – in het geval van ons scenario van hierboven – de Russen onmiddellijk via een beveiligd netwerk op de hoogte zouden zijn van de Amerikaanse intentie.
Hier is het probleem: het JDEC is er nooit gekomen. Volgens de Amerikanen omdat de Russen het hebben tegengehouden, volgens de Russen omdat … je raadt het.
Het is ook blijkbaar niet zoals in de films, namelijk dat de Amerikanen even gewoon het Kremlin snel bellen. We hebben het over hooguit twee minuten, remember, plus, de kans is bijzonder klein dat binnen die twee minuten de Amerikaanse president, in casu Donald Trump, al op de hoogte is dat er raketten gestuurd zijn om de ICBM te onderscheppen. Die interceptors hebben immers geen nucleaire payload aan boord en er moet dus ook geen presidentiële toestemming zijn om ze te lanceren.
Trust issues
Onze beste kans op dit moment in het scenario is dat de Russen de Noord-Koreaanse lancering hebben gezien en juist hebben geïnterpreteerd. We spreken nu inderdaad over “ons” want we bevinden ons nu in een scenario waar de Russen ook targets in Europa dreigen te gaan bestoken (daar waar Amerikaanse nukes liggen bijvoorbeeld).
En, sorry, maar ook hier hebben we een probleem. In 2009 misten de Russen nog dat de Noord-Koreanen een raket naar de ruimte hadden gelanceerd. En vorige week sloegen ze ook de bal mis: de Russen dachten wel degelijk dat de Hwasong-14 geen ICBM was maar een medium-range-raket.
En, er zijn sowieso een hoop trust issues. Op de detectiesystemen van de Russen zullen de vallende interceptors er echt uitzien als Amerikaanse ICBM’s die op weg zijn naar doelen in het Moederland. Gaan ze de Amerikanen geloven, zelfs als die erin slagen hen tijdig te bereiken, dat het om onschuldige raketten gaat?
Paranoïde Putin
We kunnen maar hopen van wel. Maar er zijn nogal wat redenen om aan te nemen dat Putin op dat vlak redelijk paranoïde is.
Voormalig defensieminister Robert Gates, die namens Obama met de Russen over een verdere afbouw van het nucleair arsenaal moest onderhandelen, stelde bijvoorbeeld vast dat “the Russians are convinced that the U.S. planned to secretly install nuclear-armed missiles in missile defense silos”.
De Russen vertrouwen de Amerikanen voor geen haar. Putin zelf zegt letterlijk dit tegen Oliver Stone tijdens de interviews die hij had met de regisseur: “The launchers of anti-missile ammo can, in a few hours, be converted to carry attack missiles.” Of: Putin gelooft niet dat de defensiesystemen van de Amerikanen, zoals dat in Fort Greely, alleen dienen als verdediging.
Uit die pas verschenen interviews valt ook deze quote van Putin te halen, in verband met de nucleaire context: “our commanders always have the authorization to use any means for the defense of the Russian Federation.”