Een gebied van koel water in de Noord-Atlantische Oceaan bij IJsland, bijgenaamd de “Blue Blob”, heeft het smelten van de gletsjers van het eiland sinds 2011 vertraagd en kan volgens nieuw onderzoek het ijsverlies tot ongeveer 2050 blijven belemmeren. Het slechte nieuws is dat het daarna erg snel zal gaan.
De oorsprong en oorzaak van de Blue Blob, die ten zuiden van IJsland en Groenland ligt, wordt nog onderzocht. De koude patch was het meest prominent tijdens de winter van 2014-2015, toen de temperatuur van het zeeoppervlak ongeveer 1,4 graden Celsius kouder was dan normaal.
De nieuwe studie maakt gebruik van klimaatmodellen en veldwaarnemingen om aan te tonen dat het koude watergebied de lucht boven IJsland voldoende afkoelde om het ijsverlies vanaf 2011 te vertragen. Het model voorspelt dat de Blue Blob in de Noord-Atlantische Oceaan zal blijven bestaan, waardoor de IJslandse gletsjers tot ongeveer 2050 worden gespaard. Oceaan- en de luchttemperaturen zullen naar verwachting tussen 2050 en 2100 wel gaan stijgen, wat zal leiden tot versneld smelten.
Terwijl koeler water in de Noord-Atlantische Oceaan de IJslandse gletsjers een tijdelijke adempauze biedt, schatten de auteurs van de studie dat de gletsjers tegen 2100 een derde van hun huidige ijsvolume zouden kunnen verliezen en tegen 2300 verdwenen zouden zijn.
Minder ijsverlies
Nergens op aarde is het zo snel opgewarmd als in het arctisch gebied. Recente studies melden dat het er vier keer sneller opwarmt dan het wereldwijde gemiddelde. De gletsjers van IJsland zijn van 1995 tot 2010 gestaag gekrompen en verloren gemiddeld 11 gigaton ijs per jaar. Vanaf 2011 nam de snelheid van het smelten van IJsland echter af, wat resulteerde in ongeveer de helft minder ijsverlies, oftewel ongeveer 5 gigaton per jaar. Deze trend was niet te zien in nabijgelegen, grotere gletsjers in Groenland en Spitsbergen.
Wetenschappers onderzochten de oorzaak van deze vertraging door de massabalans van de gletsjers te schatten – hoeveel ze van 1958 tot 2019 jaarlijks groeiden of smolten. Ze gebruikten een regionaal klimaatmodel met hoge resolutie dat op de kleine schaal van de IJslandse gletsjers werkt om te schatten hoeveel sneeuw de gletsjers in de winter hebben opgevangen en hoeveel ijs er in de zomer is verloren door smeltwaterafvoer.
AMOC
De onderzoekers ontdekten zo dat koelere wateren in de buurt van de Blue Blob verband houden met waarnemingen van lagere luchttemperaturen boven de IJslandse gletsjers en samenvallen met de vertraging van het smelten van gletsjers sinds 2011.
Vóór de Blue Blob verminderde een langdurige afkoelingstrend in dezelfde regio de temperatuur van het zeeoppervlak met ongeveer 0,4 tot 0,8 graden Celsius. Een mogelijke verklaring is dat klimaatverandering de Atlantische Meridional Overturning Circulation (AMOC) heeft vertraagd, een oceaanstroom die warm water van de tropen naar het noordpoolgebied brengt, waardoor de hoeveelheid warmte die aan de regio wordt afgegeven, wordt verminderd.
De auteurs van de studie projecteerden het toekomstige klimaat van IJsland door hetzelfde regionale klimaatmodel te combineren met een wereldwijd klimaatmodel om te voorspellen hoe de temperatuur van de Noord-Atlantische oceaan het lot van de gletsjers zou beïnvloeden tot 2100, in een scenario van snelle opwarming.
De modellen voorspelden dat de Noord-Atlantische Oceaan bij IJsland koel zal blijven, waardoor het ijsverlies van de gletsjers tot het midden van de jaren 2050 wordt vertraagd – en misschien zelfs tijdelijk wordt gestopt. Maar eenmaal het effect weg is, zal het dus snel gaan. De volgende grafieken uit de studie maken dat overduidelijk:
(evb)