Wie verbaasd is dat De Wever geen communautaire campagne voert, heeft strategie N-VA echt nog altijd niet begrepen

N-VA heeft al langer het geweer van schouder veranderd over verdere autonomie voor Vlaanderen: een nieuwe onderhandeling over staatsstructuren verkrijg je niet door aan de zijlijn te roepen, maar die verkrijg je door België te veranderen. Want uit een rechts, liberaal, conservatief België, gedomineerd door Vlaanderen, willen de Franstaligen daar niet uit vertrekken? Die logica wordt doorgetrokken: N-VA gaat voor een volgende regeringsdeelname.

De gespeelde verontwaardiging van Vlaams Belang-voorzitter Tom Van Grieken, de gekende bedenkingen van Hendrik Vuye, en de voorspelbare ‘analyse’ van professor Bart Maddens: je kan ze eigenlijk al op voorhand uittikken.

Ook deze keer weer, nadat de N-VA in Het Laatste Nieuws het grote ‘nieuws’ had gelost dat de kiescampagne van N-VA in 2019 niet in het teken van het communautaire zou staan. Het is ondertussen een klassieker geworden. Het woordje ‘verraad’ is nooit ver weg in de lange geschiedenis van de Vlaamse ontvoogdingsstrijd. Of minstens ‘hypocriet’ zoals een reporter op Radio 1 het ‘nieuwe standpunt’ van N-VA noemde.

Alleen, de spelregels in die ‘Vlaamse strijd’ zijn al een paar jaar fundamenteel gewijzigd. Het schaakbord is helemaal omgedraaid, maar vreemd genoeg blijft het voor veel waarnemers erg moeilijk om dat in te zien. Of te willen zien.

De essentie van de Vlaamse exit-strategie

Om het goed te begrijpen moet je terug naar de essentie van de Vlaamse exit-strategie. ‘Vlaamse ontvoogding’, het is eigenlijk een vreemd begrip voor een gemeenschap die de meerderheid uitmaakt in een land. België en meer specifiek het Vlaams separatisme waren op dat vlak altijd uniek: er is geen enkel ander land ter wereld waar de meerderheid weg wil, en de grotere structuur wil verlaten. Altijd is het omgekeerde waar: het zijn de minderheden die zich bedreigd voelen, die hun taal of cultuur niet ten volle kunnen beleven, of tweederangsburgers zijn in een groter land. Hun oplossing is dan meer autonomie of zelfs onafhankelijkheid, om zo hun eigen identiteit in alle rust te kunnen laten bloeien. Schotland, Catalonië, Baskenland: overal zijn het minderheden die weg willen.

Vlaanderen is anders: demografisch en economisch domineert het België. En toch hanteerden de Vlaamse nationalisten decennialang een ‘klassieke’ exit-strategie. Om historische en culturele reden, waar we even niet dieper op ingaan. Bart De Wever heeft die aanpak gedumpt, en ingeruild voor een heel andere strategie.

epa

“On n’est demandeur de rien”

De reden is heel simpel: decennialang is het op die manier geprobeerd, en het lukte niet (meer). Meest voelbaar was de mislukte poging van Hertoginnedal in 2007, en hernieuwde onderhandelingen in 2010. De Vlaamse partijen, met de N-VA op kop, waren opnieuw vragende partij om de deelstaten te versterken in een nieuwe staatshervorming. De Franstaligen eisten niets, waren niet geïnteresseerd. “On n’est demandeur de rien.” Onderhandelingstechnisch is het niet moeilijk om te zien wie bij zo’n besprekingen de sterkste positie heeft.

N-VA besliste daarop om de zaak om te draaien: wat als Vlaanderen nu eens België zou beginnen domineren? Wat als de meerderheid de minderheid in het land z’n wil politiek en economisch zou opleggen, en dus de facto een rechtser, liberaler en conservatiever beleid zou gaan voeren? Vertaald naar de kiescampagne van 2014: een beleid zonder de baarlijke duivel, de PS.

Met dank aan Elio in 2014

Het lukte wonderwel, maar niet echt door de kiescampagne. Het was eerder ‘dankzij’ Elio Di Rupo, die plots in de zomer van 2014 koos voor een Brusselse en Waalse regering met enkel het cdH. De rest is geschiedenis. De MR sprong in een onwaarschijnlijk scenario: een regering gedomineerd door Vlamingen.

Wat in 2014 nog een licht-utopische aanpak was, is vandaag veel meer realiteit geworden. Geholpen door een stevige veiligheidscrisis, omarmt de N-VA steeds meer het Belgische apparaat. Boegbeelden als Jan Jambon (N-VA) maken die Vlaamse greep op België aanvaardbaar voor de N-VA-achterban: op een paar jaar tijd zijn Vlaams-separatistische kopstukken Belgische staatsmannen geworden.

De effecten in Wallonië blijven niet uit: de ruk naar extreemlinks in de peilingen is heel opvallend. En dat is perfect wat Bart De Wever en co gehoopt hadden. Een beweging bij de minderheid van het land die het niet eens is met die Vlaamse dominantie en er zich fel tegen verzet.

Niets bedreigt voorlopig de N-VA, behalve een fusie van Vuye en Van Grieken?

Een nieuwe kiescampagne in 2019 voor de N-VA kan moeilijk anders dan die ‘dominantie-strategie’ verdedigen. De Vlamingen hebben eindelijk gekregen waar ze al jaren van droomden: een veel rechtser beleid dan wat ze decennia gewoon zijn, zo is de achterliggende redenering van de N-VA-top. Dan ga je niet plots met eisenbundels en vlaggen gaan zwaaien. Neen, integendeel: de nieuwe aanpak vergt doorzetting van de koers. Enkel met een volgehouden zelfde aanpak (een nieuwe federale coalitie gedomineerd door N-VA) komt op een dag die Franstalige vraag: “Kunnen we praten?”. Een vernieuwde deelname aan een federale regering is dus doel nummer één.

De N-VA werpt zich meteen op als de enige gids, die de weg kent. “Wie ooit Vlaanderen sterk en welvarend wil zien in eigen structuren, die heeft maar één keuze, dat is de N-VA”, zo liet De Wever droog weten op de voorspelbare kritiek van Vlaams Belang en Hendrik Vuye.

Feit is dat beiden geen echt alternatief presenteren, tenzij het klassieke recept van Vlaams separatisme, met de gekende zangfeesten en vendelzwaaiers. Maar mogelijk kijken Van Grieken en Vuye elkaar toch eens diep in de ogen, en slaan ze de handen in elkaar, om zo de Vlaamse oppositie tegen De Wever te bundelen. Het zou alvast een veel serieuzere bedreiging zijn dan de huidige opstelling. Al is de vraag of die, na peilingen die de N-VA opnieuw richting 30 procent duwen, ook maar één centimeter van z’n huidige koers zal afwijken.

epa
epa
Meer
Lees meer...