Het ziekteverzuim in de privésector blijft toenemen. In 2024 werd 10,3 procent van de werkdagen niet gepresteerd wegens ziekte, een stijging van 23 procent ten opzichte van zes jaar geleden. Vooral middellang ziekteverzuim neemt fors toe, met een sterke toename bij jonge werknemers. Toch lijkt er een lichtpuntje: het kortdurend ziekteverzuim is de afgelopen zes maanden niet verder gestegen.
Het grootste aandeel van de stijging is toe te schrijven aan middellang verzuim, waarbij werknemers tussen een maand en een jaar afwezig zijn. In 2024 ging hierdoor 3,25 procent van de werkdagen verloren, tegenover 3,04 procent in 2023.
Vooral jongeren onder de 40 jaar kampen met een toename van middellang ziekteverzuim. Werknemers jonger dan 25 jaar waren vorig jaar 15 procent vaker langdurig afwezig door ziekte. In de leeftijdsgroep van 25 tot 40 jaar steeg dat cijfer met 10 procent. Toch blijft de totale impact van middellang verzuim bij jongeren het laagst: bij de -25-jarigen ging 2,15 procent van de werkdagen verloren.
Regionale verschillen: Wallonië het zwaarst getroffen
De cijfers van SD Worx tonen aan dat het middellange ziekteverzuim verschilt per regio. Brussel scoort het laagst met 2,90 procent van de werkdagen die verloren gingen door ziekte. Vlaanderen volgt met 3,25 procent, terwijl Wallonië de hoogste cijfers noteert: 3,7 procent.
Volgens arbeidsmarktexpert Jacobs blijft ziekteverzuim een groot probleem, vooral bij arbeidersberoepen. “Er zijn meer mensen langer dan een maand afwezig: één op de zeven werknemers (of 13,34%) in de privésector. De stijging is het grootst in Vlaanderen en bij de arbeidersberoepen: arbeiders zijn gemiddeld iets vaker en ook langer afwezig”, aldus Jacobs.
Doorbraak in kort ziekteverzuim?
Een opvallende trend is dat de stijging van het kortdurend ziekteverzuim (afwezigheden van minder dan een maand) al zes opeenvolgende maanden is doorbroken. In die periode lag het cijfer lager dan in dezelfde maanden van 2023. Toch blijft het verlies aan werkdagen over het volledige jaar licht stijgen: van 3,24 procent in 2023 naar 3,29 procent in 2024.
Volgens Jacobs had twee op de drie werknemers in 2024 minstens één dag kortdurende ziekte. Toch bleef 30 procent van de werknemers het hele jaar lang zonder ziekteverzuim.
Langdurig verzuim blijft hoog in bepaalde sectoren
Langdurig ziekteverzuim (afwezigheden langer dan een jaar) blijft een groot probleem. In 2024 werd hierdoor 3,75 procent van de werkdagen niet gepresteerd, iets meer dan de 3,63 procent in 2023. Gemiddeld is 3 procent van de werknemers langer dan een jaar afwezig.
Bepaalde sectoren scoren veel slechter. Zo ligt het langdurig verzuim in de gezins- en ouderenzorg op 12 procent, in middelgrote winkels op 10 procent en in de vleesproductie op 9 procent.
