In het kort
- Zweden is koploper met 33,7 procent van de transportsector die wordt aangedreven door hernieuwbare energie, waarmee het de EU-doelstelling voor 2030 overtreft.
- In de transportsector van de EU komt nu 10,8 procent van de energie uit hernieuwbare bronnen, maar dit cijfer is misschien overdreven.
- Biobrandstoffen, vooral die gemaakt van dierlijke vetten en palmresten, zijn goed voor meer dan de helft van het gerapporteerde aandeel hernieuwbare energie in Europa.
Het aandeel hernieuwbare energie in de Europese transportsector steeg in 2023 naar 10,8 procent. Maar volgens Transport & Environment, zoals gemeld aan EuroNews, is dit cijfer geflatteerd. De milieuorganisatie schat het werkelijke percentage op 8 procent. Dit komt door rekenregels die bepaalde soorten brandstof zwaarder laten meetellen.
Biobrandstoffen domineren
Meer dan de helft van de hernieuwbare energie in transport komt uit biobrandstoffen. Deze worden vooral gemaakt van dierlijke vetten en palmresten. Milieuorganisaties waarschuwen dat deze brandstoffen worden onttrokken aan andere sectoren waar ze ook hard nodig zijn.
Zweden koploper
Zweden scoort het best met 33,7 procent hernieuwbare energie in transport. Daarmee overtreft het land nu al de Europese doelstelling voor 2030. Finland volgt met 20,7 procent. Nederland staat op de derde plaats met 13,4 procent, net voor Oostenrijk met 13,2 procent.
Elektrisch rijden in opmars
Het aandeel hernieuwbare elektriciteit in transport steeg vorig jaar met 50 procent. Vooral Zweden, Duitsland en Nederland dragen hieraan bij. Ook België, Luxemburg en Portugal laten een flinke stijging zien. Experts pleiten ervoor om meer in te zetten op elektrisch vervoer. De groei van wind en zonne-energie maakt deze overgang mogelijk.