Groepsimmuniteit tegen coronavirus nog veraf: 4,3 procent heeft antilichamen

4,3 procent van de Belgen heeft in zijn bloed antilichamen tegen het nieuwe coronavirus. Dat blijkt uit een onderzoek van Sciensano, het Belgisch instituut voor gezondheid. Ondanks een verdubbeling in vergelijking met twee weken eerder, blijft groepsimmuniteit nog veraf.

Sciensano krijgt om de twee weken zo’n 3.000 bloedstalen toegestuurd van het Rode Kruis-Vlaanderen en Le Service du Sang in Franstalig België. Die testen ze vervolgens op antilichamen tegen het nieuwe coronavirus.

Wie zo’n antilichamen in zijn bloed heeft, is besmet geweest met het virus en nu dus minstens voor een bepaalde tijd immuun. Over hoelang die immuniteit blijft duren bij het coronavirus, zijn wetenschappers het nog niet eens.

Situatie begin april

“Met deze studie willen we achterhalen hoe groot het deel is van de gezonde bevolking dat besmet is geweest met het coronavirus. De resultaten kunnen, in combinatie met andere epidemiologische gegevens, een beter beeld geven over hoeveel Belgen vermoedelijk Covid-19 hebben gehad en mogelijk immuun zijn”, zegt Isabelle Desombere, immunologe bij Sciensano, aan VRT.

De onderzochte stalen zijn afgenomen rond 14 april. Omdat antilichamen pas twee weken na de besmetting goed meetbaar zijn, zeggen de resultaten dus eigenlijk iets over de situatie begin april, minder dan twee weken na de start van de lockdown. Toen was volgens Sciensano 4,3 procent van de Belgische bevolking besmet geweest met het coronavirus.

Verdubbeling op twee weken

Dat aantal is een verdubbeling ten opzichte van twee weken daarvoor. Op 30 maart heeft Sciensano namelijk al eens bloedstalen getest in Vlaanderen. Dat ging dus over de situatie van vlak voor de lockdown. Toen bleek 2,1 procent antilichamen te hebben. Nu is dat in Vlaanderen 4,1 procent en in heel België 4,3 procent.

Een gelijkaardig onderzoek van UAntwerpen bevestigt die cijfers. Zij hebben recent 3.600 stalen onderzocht uit de periode van begin april. Daaruit bleek 3 procent van de Belgen antilichamen te hebben.

Groepsimmuniteit

De studies tonen aan dat de zogenaamde groepsimmuniteit in België stijgt, al gebeurt dat wel heel langzaam. Met groepsimmuniteit wordt de situatie bedoelt waarbij een groot deel van de bevolking immuun is. Daardoor kan een virus zich moeilijk verspreiden waardoor ook de rest van de bevolking beschermd is.

Om groepsimmuniteit te bereiken tegen het nieuwe coronavirus zou zo’n 60 procent van de bevolking antilichamen moeten hebben. De kans dat we dat percentage bereiken zonder vaccin is zo goed als onbestaande.

Meer
Lees meer...