De kans is zeer groot dat je op een aantal problemen stuit wanneer je deze zomer met het vliegtuig reist. Veel reizigers overwegen dan ook om op vakantie te vertrekken met de wagen. Maar met welke kosten moet je dan rekening houden?

Het zal een hectische zomer worden op de Europese luchthavens. Heel wat luchthavens en luchtvaartmaatschappijen kampen met een personeelstekort waardoor ze alle moeite van de wereld hebben om de vluchten te organiseren. Dat is de afgelopen maanden duidelijk geworden op onder meer de luchthavens van Dublin en Schiphol.

Daar komt nog eens de sociale onrust in de Europese luchtvaart bij. Denk bijvoorbeeld aan de recente stakingen van het personeel van Ryanair en Brussels Airlines. Die laatste maatschappij heeft voor deze zomer al 148 vluchten naar Europese bestemmingen geschrapt. Het is overigens niet uitgesloten dat er nog acties zullen volgen. Zo dreigen de vakbonden bij Brussels Airlines met nog meer stakingen.

Met de wagen op reis

Het komt dan ook niet als een verrassing dat heel wat mensen overwegen om een vliegreis in te ruilen voor een autovakantie. Uit een bevraging van VAB bij 2.000 Vlamingen blijkt dat meer dan 70 procent van de respondenten dit jaar evenveel of vaker met de wagen op reis wil dan voor de coronacrisis.

Maar waar moet je rekening mee houden als je naar het buitenland reist met de wagen? Om te beginnen zijn er de hoge brandstofprijzen. In ons land betaal je momenteel maximaal 2,063 euro per liter benzine (Super 95). Voor een liter diesel (B7) bedraagt de maximumprijs 2,202 euro per liter.

De prijzen kunnen variëren per land. Uit een vergelijkingstabel van VAB blijkt dat je in Duitsland op dit moment bijvoorbeeld 1,894 euro voor een liter benzine (loodvrij/E10) betaalt. In Frankrijk komt de prijs uit op 2,087 euro. Het kan dus voordeliger zijn om in het buitenland je wagen vol te tanken. Maar het omgekeerde is ook waar: in Nederland betaal je bijvoorbeeld momenteel 2,369 euro per liter. We raden dan ook aan om de prijzen te vergelijken voor je op reis vertrekt met de wagen.

Vignetten

In sommige landen moet je in het bezit zijn van een vignet als je op bepaalde wegen wilt rijden. In Oostenrijk en Zwitserland moet je bijvoorbeeld een wegenvignet hebben om op de snelwegen te mogen rijden. In beide landen geldt die verplichting voor alle wagens die lichter zijn dan 3,5 ton. In Zwiterland kost zo’n vignet 39 euro (voor een volledig jaar). In Oostenrijk kan je een vignet kopen die tien dagen geldig is. Prijskaartje: 9,6 euro.

In andere landen, zoals Frankrijk, Spanje, Italië en Duitsland, heb je een milieuvignet nodig als je bepaalde zones wilt binnenrijden.

• Bij onze zuiderburen geldt die verplichting als je een grote stad wilt bezoeken met je wagen. Ook wanneer je op de binnenring van Parijs rijdt, moet je in het bezit zijn van zo’n vignet. Prijskaartje: 4,51 euro.
• In Duitsland moet je een milieuvignet hebben als je met de wagen reist naar één van de zogenaamde milieuzones. In totaal zijn er 58 zulke zones. De prijs van zo’n Duitse sticker schommelt rond de 15 euro.
• Spanje werkt niet met een milieuvignet, maar je moet toch met een aantal zaken rekening houden. Zo moet je je wagen vooraf online registreren als je plant om één van de milieuzones van Barcelona, de zogenaamde Rondas, binnen te rijden. De inschrijving is twee jaar geldig en kost 7 euro. Ook Madrid werkt met milieuzones. Daar gelden zeer specifieke regels.
• Ook wie Italië met de wagen bezoekt, moet rekening houden met milieuzones. De prijs van een milieuvignet is afhankelijk van de stad (waaronder Bologna en Milaan) die je bezoekt. De prijs schommelt doorgaans rond de 5 euro per dag.

Tolwegen

Tot slot zijn er de tolwegen. In verschillende landen, waaronder Frankrijk en Ierland, moet je een tol betalen wanneer je op bepaalde wegen wilt rijden. Bij onze zuiderburen wordt er bijvoorbeeld gesproken van péage. De tarieven zijn afhankelijk van de weg en het tijdstip. Volgens een berekening van Autogids.be betaal je bijvoorbeeld tussen de 74,50 tot 88,10 euro als je vanuit ons land naar Bordeaux rijdt.