Wat je moet weten over pét-nat, de jongste wijnhype

Pét-nat – de nu algemeen aanvaarde afkorting voor “pétillant naturel” – is een stijl van mousserende wijn met diepe historische wortels. Het is de oudste methode om mousserende wijn te maken, die dateert van vóór Champagne, vandaar de alternatieve naam: méthode ancestrale. Meegaand met de trend van de natuurlijke wijnbeweging, begint deze zacht verfrissende, vaak wazige bubbelwijn overal zijn stempel op wijnkaarten te drukken. Een nieuwe hype in wijnland dus, en dit is wat je daarover moet weten.

Pét-nat als stijl is in de afgelopen 10 jaar nieuw leven ingeblazen en profiteert van de (her)opkomst van natuurlijke wijn. In tegenstelling tot champagne, die twee gistingen ondergaat, waarvan de tweede in de fles plaatsvindt om het bruisen te creëren, houdt de voorouderlijke methode in dat de wijn wordt gebotteld voordat deze zijn eerste gisting voltooit. Het proces gaat verder in de fles en vangt de resulterende CO2 op om een ​​sprankelende wijn te produceren. Er is geen dosering zoals in traditionele mousserende wijnen, waar de toevoeging van suiker na de tweede gisting de uiteindelijke zoetheid te bepaalt.

Kroonkurk

De meeste pét-nats worden trouwens gebotteld met een eenvoudige kroonkurk, zoals je zou zien op een flesje bier of frisdrank – al zie je er af en toe ook een met kurk. De prijs voor een pét-nat is doorgaans ook een stuk toegankelijker in vergelijking met champagne.

Er is geen officiële definitie of wettelijke status voor pétillant-natuurwijnen – het is een informeel label. Pét-nat kan gemaakt worden van elke druivensoort, in elke regio van elk land ter wereld – hoewel er een handvol appellaties in Frankrijk zijn waar deze stijl van wijnmaken de norm is: Limoux’s Blanquette Méthode Ancestrale, Gaillac’s Méthode Gaillacoise, Bugey-Cerdon in de Alpen en de Clairette de Die Tradition van de Rhône zijn pét-nats in alles behalve naam, met elk hun eigen unieke erfgoed, voorschriften en smaken.

Aromatische witte variëteiten zoals Riesling en Muscat doen het goed in pét-nats, evenals druiven die een goede zuurgraad aan de wijn geven, maar sappige rode druiven zoals Gamay kunnen ook fantastisch werken.

Er is niks mis met een beetje troebelheid

Het geeft fruitigheid, frisheid en extreme drinkbaarheid. Dit wordt geholpen door de bubbels die zachter zijn in vergelijking met de traditionele (op fles hergiste) mousserende wijnen, en ook door over het algemeen een bescheiden alcoholgehalte. Wazigheid is een kenmerkende eigenschap: je kan in de meeste gevallen wat troebelheid en fijn sediment verwachten, omdat de pét-nats over het algemeen ongeraffineerd en ongefilterd en vaak niet uitgescheiden zijn.

De meeste stille en mousserende wijnen die tegenwoordig op de markt zijn, zijn helder en niet troebel. Ze worden gefilterd. Bij de traditionele mousserende productie worden de flessen na de tweede geleidelijk omgekeerd en gedraaid – om de verbruikte gisten in de dop te duwen (remuage). Het sediment wordt vervolgens verwijderd (dégorgement) door een proces van bevriezing van de nek en het aflaten van de druk. Sommige wijnmakers kiezen er echter voor om geen bezinksel te filteren of te verwijderen, met het argument dat dit proces de smaak van de wijn kan ontnemen, en de meningen zijn verdeeld over het al dan niet degorgeren van een pét-nat.

Niet-gedegorgeerde pét-nats kunnen verschijnen met verschillende gradaties van wazigheid en sediment. Er is niets mis met een beetje troebelheid – het draagt ​​bij aan de dichtheid, textuur en mondgevoel, verlengt de afdronk en zorgt voor complexiteit, hoewel te veel slib op de bodem van een fles kan leiden tot een nogal uitdagend eindglas.

Smaak- en aromaprofielen zullen bij pét-nats enorm variëren

In sommige pét-nats vind je misschien ook een beetje restzoet, omdat de gisting niet altijd volledig op de fles eindigt. Over het algemeen zijn pét-nats niet gemaakt om te rijpen en moeten ze jong worden gedronken, kort na het bottelen, wanneer de aromatische en fruitige smaken het grootst en helderst zijn.

Smaak- en aromaprofielen zullen bij pét-nats enorm variëren, afhankelijk van de regio, het klimaat en de druif, maar pét-nats moeten altijd verfrissend, leuk en gemakkelijk te drinken zijn.

Pét-nat als categorie in zijn huidige vorm is gekoppeld aan wijlen Loire-producent Christian Chaussard, die in het begin van de jaren negentig onbedoeld een pétillant-natuurwijn produceerde (teruggrijpend naar de monniken in Limoux die per ongeluk de methode ontdekten in de 16e eeuw). Andere Loire-producenten pasten de stijl aan en de appellatie Montlouis voegde Pétillant Originel toe aan haar regelgeving (waaronder Limoux, Gaillac, Bugey en Clairette de Die), wat het belang van de stijl in de Loire benadrukt.

Risico op dezelfde fouten die soms natuurlijke wijnen treffen

Pét-nat wordt steeds breder verkrijgbaar en de groei ervan gaat hand in hand met de heropleving van de natuurlijke wijnbeweging. Ze delen dezelfde filosofie: biologische of biodynamische landbouw, minimaal tot helemaal geen gebruik van zwavel, fermenteren met natuurlijke gisten en het vermijden van klaring en filtratie.

In Australië en de VS, waar natuurlijke wijn een sterke aanhang heeft, is de productie van pét-nats fors gestegen. Naarmate er meer pét-nat op de markt verschijnt, wordt het duidelijk dat niet alles koek en ei is. Pét-nats lopen het risico op dezelfde fouten die soms natuurlijke wijnen treffen, zoals overmatige brettanomyces of vluchtige zuren, of, in het slechtste geval, een “moussiness” van de smaak.

Maar de onvoorspelbaarheid van wat je in de fles zult vinden, maakt deel uit van het plezier; en als pét-nat goed wordt gemaakt, is die ongecompliceerd, maar opwindend – zeker gezien de prijs.

Gemaakt in talloze kleuren en stijlen, kan pét-nat dienen voor een aperitief, maar ook voor meer veelzijdige en complexe combinaties voor zoete en hartige gerechten. Een droge rosé-pét-nat uit de Loire, past bijvoorbeeld perfect bij zowat alles dat uit de zee komt.

(jvdh)

Meer
Lees meer...